02-07-2013

6 op een rij

Vandaag is de 183e dag van het jaar, dus 2013 is alweer voor de helft voorbij. De afgelopen maanden stonden in het teken van kou, want ze verliepen allemaal kouder dan gemiddeld. Dat is natuurlijk al aardig uniek, maar wat het helemaal bijzonder maakt, is dat de koude reeks in dit jaar is gestart: december was bijvoorbeeld nog beduidend zachter dan gemiddeld.
 
In Nederland kwakkelt het weer in ieder geval al een jaar of zes. Tot die tijd kostte het geen moeite om de man op de straat van de ernst van de klimaatsverandering te overtuigen. Mensen waren bang dat ze nooit meer natuurijs zouden zien en vreesden het ergste voor de toekomst. De klimaatexperts stelden verrast vast dat de waargenomen opwarming hun alarmerende verwachtingen overtrof. Vanaf die tijd is het echter bergafwaarts gegaan met het weer in onze omgeving en dus roeren de klimaatsceptici zich. Terwijl in Nederland sinds die tijd bijvoorbeeld geen hittegolf meer is voorgekomen, regent het aan de andere kant van de Atlantische Oceaan wel temperatuurrecords. Misschien zijn nu de Amerikaanse klimaatsceptici aan de beurt om overtuigd te worden.
 
In Nederland werden andere records verbroken. Zo regende het op 9 maart onafgebroken - dat was nog niet eerder waargenomen. Met de temperatuurrecords wilde het hier niet zo lukken. Toch voorzag men halverwege juni een aanval op het Nederlandse warmterecord. Dat bleek wat te optimistisch ingeschat: op de grote dag zelf werden de torenhoge verwachtingen in de verste verte niet ingelost en dus hadden de meteorologen heel wat uit te leggen. Het was zeker niet de eerste keer dit jaar dat de weervoorspellers de bal zo overtuigend missloegen: met grote stelligheid werden onzekere langetermijnprognoses als weersvoorspelling opgediend. Vaak leidde dat dan weer tot teleurstellingen: het beloofde mooie weer kwam steeds maar niet.
 
Al met al verliepen de eerste zes maanden van 2013 twee graden kouder dan de langjarige norm (1988-2007, de twintig jaar na de temperatuursprong in 1987, bedoeld als referentiemateriaal voor het toekomstige klimaat). Hoofdschuldige van deze kou was de maand maart, die ruim vier graden kouder dan normaal verliep. De maand borduurde voort op het (meestal) barre winterweer van januari en februari en het zou nog tot halverwege april duren voordat we daar vanaf waren. Dat lenteweer was geen lang leven beschoren en in mei leek het alweer herfst te zijn geworden.
 
Een verklaring voor het barre weer kan gezocht worden in veranderende weerpatronen: zo zouden de luchtdrukverdelingen op het noordelijk halfrond door afsmeltend poolijs veranderen. Bovendien zou de straalstroom verzwakken en meer gaan meanderen doordat de temperatuurstegenstellingen tussen de Noordpool en evenaar afnemen. Anderen houden het op puur toeval. Feit is dat de wind doorgaans niet uit de gebruikelijke zuidwestelijke richting kwam: in februari en maart zocht de wind de noordoosthoek op en in mei en juni vooral de noordwesthoek. De maanden januari en april lieten een gemengd beeld zien, met zachte episodes als de wind uit het zuid(west)en kwam en koude episodes als de wind uit het noordoosten kwam.
 
Tegenvallend was dat het koudere weer niet gepaard ging met extra zon of minder neerslag. Er viel iets minder neerslag dan gebruikelijk, maar de verschillen met normaal waren voor alle maanden gering. Het aantal zonne-uren was ook minder dan gebruikelijk. Dit kwam vooral doordat mei, gemiddeld de zonnigste maand, het liet afweten. De overige maanden weken wederom weinig af van het langjarig gemiddelde.
 
Een overzicht van het voorgaande:
 
Temperaturen 2013 en afwijking t.o.v. langjarig gemiddelde:
 
Januari: 2.0 (-1.8)
Februari: 1.7 (-2.5)
Maart: 2.5 (-4.2)
April: 8.1 (-1.2)
Mei: 11.5 (-2.0)
Juni: 15.3 (-0.5)
 
Weergrafieken:
 

Temperatuursverloop van het jaar tot nu toe. De gladde lijn is het langjarig gemiddelde, gebaseerd op een sinusoïde. Tot halverwege april waren er lange periodes van koud weer, onderbroken door enkele warme periodes. Daarna was het weer wat gevarieerder, waarin mooi- en slechtweerperiodes elkaar afwisselden.
 

Hoewel januari zacht begon, brachten de vele koude dagen die volgden het cumulatieve warmteoverschot steeds verder onder nul, tot bijna 370 graden in 181 dagen, ofwel twee graden per dag.
 
 
Een paar zonnige en een paar sombere periodes: de hoeveelheid zonne-uren week niet heel veel af van het gemiddelde. Alleen mei was somber.
 

Heel wat dagen met neerslag, maar doorgaans niet in schrikbarende hoeveelheden. Alleen de totaal verregende 9e maart springt ertussenuit.

De tweede helft van het jaar is net begonnen. Zullen we nu een ander weerbeeld krijgen? Of blijven alle maanden in 2013 kouder dan hun langjarige gemiddeldes? In ieder geval wordt er voor de middellange termijn mooi weer verwacht. Trendbreuk? Of worden we weer blij gemaakt met een dooie mus?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Heeft u vragen en/of toevoegingen, laat dan hier een reactie achter: