30-08-2014

Toch nog ergens goed voor...

Laatst had ik voor het eerst in tijden weer de verwarming aangezet. Na de warme julimaand is het in augustus vooral koud. De maximumtemperaturen schommelden afgelopen weken rond de temperaturen die gemiddeld voor deze tijd van het jaar zijn (een graad of 17). Volgens de statistiek is dat best vreemd: doorgaans volgt er op een warme julimaand ook een warme augustusmaand, wat om meerdere redenen logisch is:
  1. Het weerpatroon in beide maanden zal enigszins vergelijkbaar zijn. Als juli warm en zonnig is, is de kans groter dat augustus dat ook is. Als juli nat en somber is, is de kans groter dat augustus dat ook is.
  2. Na een warme julimaand is het zeewater lekker opgewarmd, wat voor structureel hogere luchttemperaturen moet zorgen in augustus.
De temperatuur in augustus is gecorreleerd met de temperatuur in juli (zwarte lijn). De rode lijn geeft aan wanneer juli en augustus even warm zijn (linksboven: augustus is warmer, rechtsonder: juli is warmer). Gegevens: KNMI.
Voor mijn gevoel zijn koele (en natte) augustusmaanden na hete julimaanden echter schering en inslag (2006 en 2010 waren daarvan goede voorbeelden en 2014 dus ook; kennelijk is het eens in de vier jaar raak). Het lijkt er op dat het in juli zo sterk opgewarmde zeewater in augustus, onder ongunstige omstandigheden, juist voor een heleboel regen en de daarbij behorende lage temperaturen zorgt. 2006 (met een recordwarme juli) springt er in de grafiek ook duidelijk uit als een uitbijter; de temperatuur bleef in augustus ver achter bij de verwachtingen.

Is zoiets toeval, of is er meer aan de hand? Heeft het met de klimaatsverandering te maken? Fungeren de hete zomers van nu als een simulatie voor de zomers in de toekomst? Betekent dat dat we meer regen en lage temperaturen (in de tweede helft van de zomer) kunnen verwachten? Over klimaatsverandering gesproken: Nederland warmt op. De afgelopen eeuw is de gemiddelde jaartemperatuur met ongeveer 1,3 °C gestegen.

Gemiddelde jaartemperatuur en trendlijn. Gegevens: KNMI.
Zou de toegenomen jaartemperatuur voor een schijncorrelatie tussen de temperaturen van de twee warmste maanden van het jaar zorgen? Immers: in een warm jaar is de kans groter dat zowel juli als augustus warmer is dan normaal en voilà, daar is je correlatie. Het effect blijkt mee te vallen. Ook gecorrigeerd voor de klimaatsverandering blijft het effect bestaan, hoewel nu iets minder groot (de richtingscoëfficiënt is 0,30 in plaats van 0,38):

Dezelfde correlatie, maar dan gecorrigeerd voor de klimaatsverandering.
Het lijkt er dus op dat de huidige koude augustusmaand gewoon toeval is. Augustus is altijd al een grillige weermaand geweest. Zo was de maand halverwege de vorige eeuw ook al de natste van het jaar, om daarna een stuk droger te worden. Nu lijken we dus weer in een natte fase te zitten. Het lastige van het klimaat is dat je heel veel data nodig hebt om patronen en tendensen te kunnen ontdekken.

Hoewel temperaturen van dag tot dag sterk kunnen verschillen, onthullen de langjarige gemiddeldes een duidelijk patroon. Met gemiddeld 17,07 °C is juli overigens de warmste maand van het jaar (De Bilt, 1901-2013). Augustus is met 16,74 °C ruim 0,3 °C kouder, een verschil dat in het huidige klimaat nog steeds bestaat. Gegevens: KNMI.
Ik wacht de ontwikkelingen in de komende jaren daarom ook rustig af. Krijgen we in 2018 bijvoorbeeld weer een warme julimaand, gevolgd door een zeiknatte augustusmaand? En iets dichter bij huis: wat gaat september brengen? Wordt het een herhaling van 2006? Dan is de bijna afgelopen augustusmaand toch nog ergens goed voor geweest....

24-08-2014

Weer een eigen doelpunt van Mercedes

Ricciardo gaat door waar hij voor de zomerstop gebleven was

"Het constructeurskampioenschap is al beslist, dus laten we onze coureurs lekker tegen elkaar racen." Dat is dit seizoen de filosofie van het Mercedes-team. De grijze bolides vegen het hele seizoen al de vloer aan met de concurrentie en de coureurs zijn goed aan elkaar gewaagd, dus vindt het team dat het de fans verplicht is een goede show voor te schotelen. Dat is natuurlijk leuk, maar dan moet je daarmee niet je overwinning op het spel zetten en dat gebeurde in België wel. Opnieuw profiteerde Ricciardo optimaal.


Max Verstappen: grindbaktoerist of toekomstig wereldkampioen? Afbeelding: FC Knudde.
Het grootste nieuws van het weekend was aanvankelijk dat Max Verstappen in het talentenprogramma van Red Bull was opgenomen en dat hij volgend jaar zijn debuut zal maken voor Toro Rosso. Een betere timing dan tijdens zijn thuisrace was bijna niet denkbaar. Maar toch: was hij met zijn 17 jaar niet veel te jong om een Formule 1-wagen te besturen? Dat was de 32-jarige Le Mans-winnaar André Lotterer niet. Hij nam bij Caterham de plaats in van Kamoej Kobayashi en deed dat niet onverdienstelijk. Bij Marousja leek het erop dat Max Chilton zou worden vervangen door Alexander Rossi, maar toen bleek dat Rossi toch wel erg traag was, ging dat feest op het laatste moment niet door.

Het snelle circuit van Spa-Francorchamps zou de Mercedes’ op het lijf geschreven moeten zijn: op de lange rechte stukken zouden de Red Bulls kansloos zijn en in de vele snelle bochten werden de andere Mercedes-teams op achterstand gezet. Maar dat het verschil met de rest twee seconden zou zijn? Dat was wel heel kras. Het had met de weersomstandigheden te maken, want waar de Mercedes’ waren afgesteld voor de natte omstandigheden in de kwalificatie, waren de Red Bulls en de Williams meer voor droge omstandigheden afgesteld.

Hoewel het op zondag akelig koud was, bleef het wel droog en dat was goed nieuws voor de spanning in de race. Toch leek niets een Mercedes-dubbelzege in de weg te staan. Rosberg dacht daar echter anders over. Hij verknoeide zijn start en zag niet alleen Luis, maar ook Fattle passeren. De wereldkampioen had zijn Red Bull afgesteld voor de lange rechte stukken en nam meteen ook Luis op de hoorns. Nou ja, bijna dan, want hij schoot direct van de baan af en moest de Mercedes' weer voorlaten. De grote Mercedes-show kon gaan beginnen.

Het moment van de race. Afbeelding: The Guardian.
Rosberg was echter duidelijk sneller dan Luis en in de tweede ronde zette hij op hetzelfde punt als Fattle een aanval in. Bij het ingaan van de chicane zat hij er half naast, waarna Luis zonder blikken of blozen instuurde. Het resultaat was onvermijdelijk: Rosberg verloor bij de lichte aanrijding een deel van zijn voorvleugel en Luis had een lekke band te pakken. Des duivels reed Luis met zijn gehavende bolide terug naar de pits, waarbij hij zijn bolide nog verder demonteerde. Het restant van de middag zou hij in de achterhoede blijven rijden, totdat het team hem een aantal ronden voor het einde uit zijn lijden kwam verlossen.

Vooraan lag een spannende race in het verschiet, want Rosberg werd in zijn kreupele bolide door het halve veld opgejaagd. Het was alsof Mercedes de bal vol overtuiging in het eigen doel had gejaagd: al na een paar ronden moesten ze alle zeilen bijzetten om nog iets van de race te maken.

In het steeds langer wordende treintje achter Rosberg sloeg Ricciardo zijn slag: eerst vloog hij op het lange rechte stuk voorbij Alonso, en daarna profiteerde hij van een uitglijder van teamgenoot Fattle, waardoor hij tweede lag. Doordat Rosberg al vroeg in de race een nieuwe voorvleugel kwam halen, schoof de Australiër zelfs op naar de leiding.

"Zijn jullie nou eindelijk eens klaar? De race gaat beginnen!" Afbeelding: BBC.
Mercedes was echter niet het enige team dat aan het knoeien was. Zo stond Alonso’s wagen nog op de krik toen de rest van het veld aan de opwarmronde begon. Net op tijd werd de Ferrari op pad gestuurd, waardoor Alonso nog wel zijn vierde plek mocht innemen, maar de stop-and-go-penalty die hij bij zijn eerste pitstop moest inlossen, deed zijn race geen goed. Heel wat beter verging het teamgenoot Räikkönen, die tegelijk met Rosberg was gestopt en zich na de pitstops opeens op een tweede plek terugvond.

Rosberg worstelde ook nog met een of ander stuk touw aan zijn auto. Afbeelding: Gfycat.
Een enorme rookwolk, drie flat spots op zijn banden en uiteindelijk nog een plek kwijtgeraakt aan Bottas: Rosbergs ramprace ging gewoon door. De Finse Duitser worstelde in de subtop en ging al vroeg de voor de tweede keer de pits in om zijn vierkante banden te verwisselen. Op dat moment kwam Rosbergs race eindelijk in een stroomversnelling. Hoewel hij zich nog een keer in Button verslikte, ging hij Alonso op eigen kracht eenvoudig voorbij. Door de pitstops van anderen rukte hij op naar de tweede plaats, achter de ongenaakbare Ricciardo.

Het gat tussen Ricciardo en Rosberg bleef ongeveer drie seconden, waarna Rosberg met nog tien rondjes te gaan voor de laatste keer stopte. Hij kwam tussen Räikkönen en Bottas weer de baan op. Bottas ging de Mercedes op het lange rechte stuk brutaal voorbij, waarna Rosberg de Williams achter op het circuit terugpakte. Räikkönen ging hij een paar bochten later ook voorbij, waarna hij alleen nog maar tegen de stopwatch reed. Kwalificatieronde na kwalificatieronde. Zou het genoeg zijn?

Achter hem kon Räikkönen zijn derde plek niet vasthouden: Bottas ging hem op het lange rechte stuk voorbij. Ook de andere Ferrari trok bij de gevechten wat schlemielig aan het kortste eind: Alonso probeerde de op de vijfde plaats rijdende Magnussen in te halen, werd naar buiten gedrongen en zag Button passeren. Button werd een ronde later op hetzelfde punt als Alonso door Magnussen naar buiten gedrongen, waarna Alonso en Fattle hem passeerden. Lekker zo’n teammaat… Alonso had zijn lesje nog niet geleerd en liet zich een ronde later opnieuw van de baan drukken, waarna Fattle en Button hem voorbijgingen. Fattle rekende in de laatste ronde nog met Magnussen af, waardoor hij zowaar vijfde werd, voor Magnussen, Button en een teleurgestelde Alonso.*

Vooraan sloeg Ricciardo met een goede slotronde Rosbergs slotoffensief af. Hij won de race met drie seconden voorsprong op de leider in het kampioenschap. Bottas haalde het vierde Williams-podium van het seizoen binnen, voor Räikkönen. De laatste punten waren er nog voor Pérez en Kwjat.

Geen vingertje, maar gebalde vuisten: Red Bull wint in 2014 met Ricciardo. Afbeelding:  CBC Sports.
Na afloop brak het gejuich los voor de winnaar en het boegeroep voor de verliezer die namens Mercedes naar het podium mocht. Zelfs Eddie Jordan kreeg het publiek niet tot bedaren. Bij Mercedes, dat voor de derde keer dit seizoen een race uit handen gaf, waren de gezichten gespannen en de antwoorden afgemeten. Zowel Wolff als Lauda vond het onacceptabel wat er gebeurd was en ze zwoeren dat dit niet nog een keer zou gebeuren. Strakkere teamorders en duidelijkere instructies voor de race: dat had veel eerder in het seizoen moeten gebeuren, ruim voordat de Mercedes-coureurs in eigen doel begonnen te schieten. Maar beter ten halve gekeerd…

* Magnussen kreeg nog een tijdstraf, waardoor hij terugviel naar de twaalfde plaats en Hülkenberg alsnog een punt scoorde.

16-08-2014

Als er één schaap over de dam is...

Een aantal dagen geleden analyseerde ik hoe vaak er door de jaren heen op mijn artikelen werd gereageerd. Ik had heel wat data om mee te stoeien en de resultaten waren verbluffend in hun eenvoud. Vandaag ga ik er wat verder op in.

Zo beweerde ik dat het aantal reacties per artikel bij benadering exponentieel was verdeeld. Hopelijk heeft Rein N. het niet gelezen, want anders was hij vast blauw aangelopen. In ieder geval heeft hij me er nog niet in een reactie verbaal van langs gegeven, dus kan ik mezelf alsnog corrigeren. Het aantal reacties is namelijk geometrisch verdeeld. Wat het verschil is? De exponentiële verdeling is continu en de geometrische verdeling is discreet. Een detail, maar wel een belangrijk detail.

Afbeelding: hobby.blogo.nl

Een goed voorbeeld van de geometrische verdeling is het aantal benodigde worpen met een dobbelsteen om eindelijk een keer een 6 te gooien. De "succeskans" p om 6 te gooien zal wel ongeveer 1/6 zijn, dus is de kans om geen 6 te gooien 5/6 (q). In formulevorm is de kans om in de n-de worp voor het eerst 6 te gooien gelijk aan pq^(n-1). Het gemiddelde (verwachte) aantal worpen is 1/p = 6. Het duurt dus gemiddeld 6 beurten voordat je 6 gooit. Niet heel verrassend natuurlijk. Interessanter is dat de verwachte waarde 6 is zolang je nog geen 6 hebt gegooid, de zogenaamde geheugenloosheid. Of je nou één of al honderd dobbelstenen hebt geworpen, je bent nog steeds gemiddeld zes worpen van succes verwijderd.

Het grappige is dat het aantal reacties per artikel goed is te vergelijken met het gedrag van een dobbelsteen. Het aantal reacties op een artikel is ook te zien als een reeks die op een willekeurig moment doorbroken kan worden. Zolang er een 5 of lager wordt gegooid, komt er een nieuwe reactie. Bij een 6 blijft het stil. De kans op n reacties is nu gelijk aan pq^n en het gemiddelde aantal reacties (de verwachting) is gelijk aan q/p = (1-p)/p = 1/p-1 (de laatste "worp" telt immers niet mee). In het dobbelsteenvoorbeeld is de verwachting nu dus 5.

In het reactievoorbeeld blijkt de kans op een 6 verbazingwekkend constant te zijn. Het maakt amper uit of een artikel nou 1, 10 of 20 reacties heeft, de kans op een nieuwe reactie blijft ongeveer hetzelfde:

In het tweede weblogjaar was de kans op een nieuwe reactie ongeveer 86%.

Doordat er natuurlijk maar weinig artikelen met heel veel reacties zijn, begint de grafiek vanaf zo'n 20 reacties hevig te fluctueren. Tot die tijd schommelt de "succeskans" ergens tussen de 0,1 en 0,2, zonder dat er een duidelijk patroon in zit. De succeskans lijkt dus constant. Geen interactie dus? Misschien wel. Het blijkt dat de kans op geen reacties in alle jaren hoger is dan de geometrische verdeling voorspelt. Daar zijn vele verklaringen voor te verzinnen en interactie tussen lezers is er een van. Het effect was in alle jaren aanwezig, maar niet altijd even groot:

De reactiekans was in alle jaren groter bij artikelen met reacties.

In sommige jaren (jaar 2 en 4) stelde het weinig voor, maar in andere jaren maakte het wel een substantieel verschil. Zo blijkt dat de Blogspot-jaren het niet eens zo heel slecht doen bij artikelen met reacties. Het verwachte aantal reacties in weblogjaar 6 en 7 is groter dan 4 voor artikelen met minimaal één reactie, wat in de buurt komt van de bedragen in weblogjaar 1 en 3. Het verschil zit echter vooral in het kleine percentage van de artikelen waar ook echt op gereageerd wordt: 58% in jaar 6 en slechts 37% in jaar 7. Daar kan dus nog veel winst gepakt worden.

In dat opzicht ben ik dan ook ver verwijderd van de cijfers in het vierde weblogjaar. Reactiekansen rond de 90% zouden me nu enorm doen watertanden, maar misschien moet ik me maar tevredenstellen met statistieken die op veel interactie duiden. Kennelijk geldt nu dat als er één schaap over de dam is, er meer volgen. Dat is in het verleden wel anders geweest, getuige de nagenoeg geometrische verdelingen, zoals in het tweede jaar:

Zelfs in het tweede weblogjaar waren er relatief veel artikelen zonder reacties.

Ondertussen probeer ik de lezer, als-ie nog niet is afgehaakt vanwege de wiskundige formules, tegemoet te komen door hem (of haar) het reageren makkelijker te maken, maar mijn middelen daartoe zijn beperkt. Als alternatief voor het geven van een reactie heb ik een soort vind-ik-leuk-knop toegevoegd. Hopelijk slaat het aan, want leuker dan dit kan ik het ook niet maken...

15-08-2014

Vuur maken met maar twee lucifers

De samenleving verindividualiseert. Als forens weet ik er alles van. Doorgaans heerst er in de treincoupé een ongemakkelijke stilte. Niemand die iets durft te zeggen. Niemand die iets wil zeggen. Iedereen zit namelijk in zijn eigen wereldje. Had men vroeger de walkman, nu heeft men de zogenaamde smart phone om zich van de buitenwereld af te sluiten. Door middel van stompzinnige spelletjes of oppervlakkig “sociaal” contact via internet probeert men de tijd te doden, om zodoende contact met de medereizigers te vermijden. In de huidige maatschappij rent iedereen constant van hot naar her in de hoop ooit een of ander doel te verwezenlijken (grote rijkdom, veel status, …), maar van de weg ernaartoe wordt niet genoten. En was de reis niet belangrijker dan de bestemming? Het kan allemaal zoveel leuker zijn! Geniet van dat uur dat je dagelijks in de trein zit. Dus dames, trek je stoute schoenen aan en spreek die verlegen jongen in de trein een keer aan. Je zult je afvragen waarom je het nooit eerder hebt gedaan.

Door het reizen hebben we tegenwoordig de mogelijkheid om heel veel mensen te ontmoeten. Hierdoor is het aantal potentiële partners enorm toegenomen en dat maakt ons kieskeurig. Doordat mensen daarnaast ook steeds meer waarde hechten aan vrijheid, wordt het vaak alles of niets: of een droompartner of alleen blijven. Het aantal alleenstaanden neemt sterk toe en het kindertal ligt in de westerse wereld al decennialang op een onhoudbaar laag niveau.

Naar de oorzaak voor dit (vanuit een evolutionair oogpunt) vreemde gedrag is het gissen geblazen. Het krijgen/nemen van kinderen is, juist in deze tijden van rijkdom, een financiële afweging geworden. De NewScientist van afgelopen januari kwam in het artikel “Meer geld, minder kinderen” met een steekhoudende verklaring. In feite komt het erop neer dat de natuurlijke selectie niet snel genoeg gaat om de vele veranderingen in de maatschappij bij te houden. Het nastreven van status en macht gaat boven alles, zelfs boven voortplanten.

Daar zijn we nu dus lekker mee. Geen wonder dat datingsites als paddenstoelen uit de grond schieten. Zelf vind ik een datingsite nog altijd een brug te ver. Het bevalt mij allerminst om ineens met een wildvreemde af te spreken. Nog altijd hoop ik die prinses in het echt tegen te komen, maar ik besef dat mijn mogelijkheden beperkt zijn nu ik in een buurt woon met daarin vooral gezinnen met jonge kinderen en kerels die zich als pubers gedragen.

Op dit moment van mijn leven zou ik graag een deel van mijn toch wel overvloedige vrije tijd willen inruilen voor nieuwe contacten. Helaas zijn de door mij gekozen methodes hiervoor niet bepaald effectief gebleken. Gelukkig zijn er meer mogelijkheden om mensen eventueel te ontmoeten. Het nieuwste wapen in mijn arsenaal was Tinder. Als laatste mens op aarde kwam ik op de hoogte van het bestaan van de app, na het lezen van een column van Hadjar Benmiloud (Lennart kent haar wel). Ik wilde de primitieve dating-app, waarvan de naam iets schijnt te betekenen als licht ontvlambare stof, wel een keer proberen. Tinder leek me laagdrempeliger dan een datingsite en dat beviel me wel, dus trok ik de stoute schoenen aan. Het downloaden ging voorspoedig en ik kon vanuit mijn luie stoel beginnen met mensen beoordelen!

In het begin was ik nog vrij kieskeurig. Griezels met tattoos of piercings liet ik links liggen. Ik knapte ook af op profielen die vol met spelfouten of vileine opmerkingen jegens mannen stonden (ik snap echt wel dat sommige mannen strontvervelend kunnen zijn, maar echt een goede indruk maken zulke teksten natuurlijk niet), maar gemeenschappelijke interesses (vooral Pietitie) leverden bonuspunten op. In ieder geval stond ik versteld van wat voor leuke dames (ja ik weet het, het is maar een erg oppervlakkige eerste indruk) er nog beschikbaar waren en dat moedigde me aan om maar door te blijven gaan. Uren gingen voorbij en inmiddels had ik toch een heel legertje dames de goede kant op geveegd. Maar het bleef stil.

Een veelvoorkomend beeld bij Tinder. Afbeelding: smartphones.wonderhowto.com
De dagen erna had ik nog geen match, dus besloot ik maar wat grover geschut in te zetten. Ik probeerde op allerlei manieren een paar leuke foto’s van mezelf te bemachtigen, zodat ik hopelijk wat meer respons zou krijgen. Ook werd ik wat minder kieskeurig. Ik wilde toch graag een keer een match. Het leek me geweldig om bij iemand in de smaak vallen. Ik wilde een keer een leuk gesprek met een niet onaantrekkelijke dame. Zeggen dat ze lieve ogen heeft, dat haar jas haar mooi staat of gewoon een dubieuze opmerking maken over een van haar foto’s: ik had het wel leuk gevonden om te chatten. De aandacht vasthouden zonder te dwingend over te komen: de lijn tussen succes en een smadelijke afgang is flinterdun. Maar het leren balanceren zou me, ook met het oog op mogelijke toekomstige afspraakjes, wel heel erg van pas kunnen komen.

Het was me echter niet gegund. Ik kreeg welgeteld twee matches die een kilometer of zestig bij me uit de buurt woonden. Het zou niet meevallen om daar nou meteen een heel vuur mee te maken. Tot overmaat van ramp hielden ze het ook heel gauw voor gezien, alsof ze mij per ongeluk naar rechts hadden geschoven. Een jaar geleden had dat mijn zelfbeeld waarschijnlijk zo aangetast dat ik de rest van m’n leven met een zak over m'n apenhoofd zou hebben rondgelopen. Anno 2014 is er geen ruimte meer voor dergelijke zelfkwelling. Ik ging op onderzoek uit en leerde dat meer gebruikers hetzelfde probleem hadden, dus nam ik contact op met Tinder. Ik werd afgescheept met een standaardantwoord en daarmee was de kous wat betreft de Tinder-helpdesk kennelijk af, want een vervolgmailtje werd niet meer beantwoord.

Het lastige bij dit soort situaties is dat je nooit helemaal zeker weet dat de oorzaak echt niet bij jou ligt. Misschien ben ik niet fotogeniek genoeg, of waren mijn foto’s te saai (geen gevangen vissen, ontblote bovenlijven of verdoofde tijgers), maar er zal toch altijd nog wel iemand zijn die het wel kan waarderen? Ik weigerde bij de pakken neer te gaan zitten vanwege zo’n dom stuk technologie. Ik heb de app nog een paar keer in zijn geheel verwijderd en weer opnieuw geïnstalleerd, in de hoop dat-ie het dan wel zou doen, maar het was zonder resultaat. Het aantal matches bleef nul. Het was een Tantaluskwelling: je krijgt zoveel leuke meisjes voorgeschoteld, maar ze zijn allemaal onbereikbaar.

Waar de fout ook lag, het betekende wel dat ik de zoveelste doodlopende straat was ingelopen: ook via Tinder is het me niet gelukt mijn sociale netwerk te verrijken. Het leven is niet makkelijk en de weg naar succes is niet af te snijden. Het moet dus op de ouderwetse, moeilijke manier: in het echt, bijvoorbeeld door dat verlegen meisje in de trein aan te spreken. Een methode die in het verleden echter tamelijk succesvol is gebleken.

11-08-2014

De weblogmigratie en de verdwenen reacties

Na bijna acht jaar bloggen ben ik er eindelijk achter: het zijn niet de artikelen, maar de reacties die de sfeer op een weblog bepalen. De interactie, meningsverschillen of humoristische opmerkingen: ze geven een extra dimensie aan een artikel. Een goed overzicht van ongenuanceerde artikelen en botte, maar vaak best humoristische reacties is nog altijd mijn sfeervolle, oude weblog.

Het krijgen van reacties geeft mij een gevoel dat ik ertoe doe. Dat men toch de moeite neemt om op mijn weblog een reactie achter te laten. Ik kan zelfs blij worden van een reactie die niks met het artikel van doen heeft. Daarom heb ik in al die acht jaar geprobeerd om meer reacties te krijgen, bijvoorbeeld door interessantere onderwerpen aan te snijden, of door de kwaliteit van de artikelen te verbeteren. Het hielp helaas weinig. Oude lezers haakten af en nieuwe lezers waren ook gauw weer vertrokken. Het aantal reacties bleef daardoor in ieder geval vrij beperkt.

Sinds ik bij Blogspot zit, is het aantal reacties, zowel in absolute zin als per artikel, gigantisch gekelderd. Daar zijn meerdere oorzaken voor aan te wijzen: zo is het reageren minder makkelijk bij Blogspot dan het bij Web-log ooit was. Ook kunnen er lezers zijn afgehaakt door de noodgedwongen weblogverhuizing en de daarbij behorende radiostilte. Toch had ik nooit gedacht dat dat zoveel zou uitmaken. Of worden de lezers nu afgeschrikt doordat mijn huidige weblog makkelijk via zoekmachines is te vinden? Een belangrijkere vraag is of ik er zelf nog iets aan kan doen om meer reacties los te maken. Kan ik met mijn artikelkeuze het aantal reacties sturen? Daarom is het tijd voor een grondige analyse.

Het probleem is dat het aantal achtergelaten reacties voor een groot gedeelte door toevallige factoren bepaald wordt: het varieert enorm van artikel tot artikel. Daarmee is het aantal reacties per artikel te vergelijken met bijvoorbeeld het aantal inhaalacties per race in de Formule 1 of het autobezit per huishouden in een grote stad: de individuele verschillen zijn enorm, maar op geaggregeerd niveau worden de patronen duidelijk zichtbaar.

Overzicht van het aantal artikelen en reacties van september 2006 t/m augustus 2013.

Hierboven heb ik het aantal artikelen en het aantal reacties op de artikelen per maand weergegeven. De grafiek begint in september 2006 en loopt door tot augustus 2013. Van het huidige weblogjaar (september 2013 t/m augustus 2014) heb ik nog geen definitieve cijfers, maar het ziet er niet naar uit dat de ingezette trend is doorbroken. Te zien is hoe laag het aantal reacties in het Blogspot-tijdperk is (gele achtergrond). De blauwe balkjes (donkerblauw: alle reacties, lichtblauw: alle reacties exclusief mijn eigen reacties) komen soms niet eens boven de gele balkjes (aantal artikelen) uit, wat betekent dat ik tegenwoordig soms gedurende lange periodes nauwelijks reacties krijg.

Het aantal reacties per artikel varieert per jaar. In de onderstaande grafiek staan de verdelingen van het aantal reacties per artikel per weblogjaar. Weblogjaar 4 (2009-2010) en 5 (2010-2011) hadden veel reacties per artikel (gemiddeld ongeveer 10), terwijl het aantal reacties in weblogjaar 6 (2011-2012) en 7 (2012-2013), in het Blogspot-tijdperk dus, meer in de buurt van de 2 lag. Dat is in de grafiek goed te zien: de grafiek ligt in weblogjaar 4 en 5 veel hoger dan in weblogjaar 6 en 7, wat betekent dat de kans om meer dan een willekeurig aantal reacties (n, bijvoorbeeld 5) bij een artikel te krijgen in die jaren veel hoger was.

Verdeling van het aantal reacties per weblogjaar.

Het grappige van de verdelingsfuncties is dat ze bij benadering heel erg lijken op de zogenaamde exponentiële verdeling. Het grappige van deze verdeling is dat-ie geheugenloos is, wat zou betekenen dat de kans op een nieuwe reactie onafhankelijk is van het aantal bestaande reacties op een artikel. De reacties lijken elkaar dus niet te beïnvloeden: daar gaat het hele idee van interactie.

In het tweede weblogjaar (september 2007 t/m augustus 2008) was het aantal reacties per artikel nagenoeg exponentieel verdeeld.

De werkelijkheid zal wel iets gecompliceerder liggen, maar grappig is het wel. Misschien is het geheim van een goed artikel wel om veel mensen aan te spreken, niet om een discussie uit te lokken. Ik ga nog bedenken wat ik met die informatie kan doen.

Analyses
Verdere informatie verkreeg ik door de kwantitatieve data te analyseren. Gecorrigeerd voor tijdtrends en de onderwerpen van de artikelen, bleek het aantal reacties per maand bij mijn huidige Blogspot-weblog bijna 60 procent lager te zijn dan bij Web-log. Die 60 procent is dus verdwenen, opgelost. Uit de resultaten van mijn artikelen van Web-log bleek dat artikelen over het klimaat, de Formule 1, de universiteit (veelal veldwerkverslagen) weinig reacties losmaken. Beter kan ik daarom schrijven over schaken. Opiniestukken, wist-je-datjes en humoristisch bedoelde artikelen doen het doorgaans ook beter. En als dat nog niet werkt, kan ik altijd nog over politiek schrijven of een poll houden.

Hoe denkt u dat Jespers weblog meer reacties kan krijgen?
Door leukere artikelen te schrijven
Door makkelijkere artikelen te schrijven
Door kortere artikelen te schrijven
Door het reageren makkelijker te maken
Door de artikelen vaker aan te prijzen op Twitter of Facebook
Door meer plaatjes toe te voegen
Door zelf vaker te reageren
Door gastauteurs artikelen te laten schrijven
Anders (graag specificeren)
Poll Maker

*Meerdere antwoorden zijn mogelijk!

Tot slot bleek ook dat geduld in mijn Web-log-tijd beloond werd: iedere dag dat een volgend artikel op zich liet wachten, leverde weer een extra reactie op. Als dat voor Blogspot ook zou gelden, zou ik gemakkelijk aan 365 reacties per jaar moeten komen. Iets om filosofisch over na te denken…

Een voorbeeld van een deel van het databestand.

04-08-2014

Formule 1: midterm-reports

Een nieuwe formule

Voor het eerst sinds 1988 worden de Formule 1-wagens weer door turbomotoren aangedreven en dat leidde meteen tot verontwaardigde reacties bij de fans, die het beschaafde turbogebrom maar niks vonden. Ze wilden het geschreeuw van de V8-motoren weer terug. Om over de V10’s en V12’s maar te zwijgen. Maar de Formule 1 gaat met zijn tijd mee. Het is indrukwekkend dat het brandstofverbruik dit jaar met meer dan een derde is afgenomen: alleen in het begin van het seizoen leek de brandstoflimiet van 100 kg per race een hindernis. Daarnaast had Pirelli de banden aangepast na de aanhoudende bandenproblemen van vorig jaar. Hoewel het eindproduct nog steeds verre van volmaakt is (veel coureurs klaagden erover dat de banden veel te hard en te traag waren), spelen de banden dit jaar lang niet zo’n (negatieve) hoofdrol en dat komt de spanning op de baan ten goede: de coureurs zijn in ieder geval niet het grootste gedeelte van de race hun banden aan het sparen. De Formule 1 is na het desastreuze 2013 weer op de weg terug. Daarom is het ook jammer dat de FIA met allerlei kunstgrepen als foevoezela-uitlaten (voor het geluid), titanium skidblocks (voor vonkenregens) en een dubbeltellende seizoenafsluiter het spektakel probeert te vergroten. Een overzicht van de eerste seizoenshelft:

Australië
Rosberg wint nadat Hamilton al vroeg in de race uitvalt. Ricciardo finisht als tweede, maar wordt gediskwalificeerd, zodat Magnussen doorschuift naar de tweede plaats. Button wordt derde, voor Alonso en Bottas, die na een stuurfout een geweldige inhaalrace rijdt. Kwjat pakt bij zijn debuut meteen zijn eerste punten.
Stand: Rosberg-Alonso-Hamilton: 25-12-0

Maleisië
Hamilton wint onbedreigd. Rosberg kan Vettel maar net voorblijven en finisht op grote achterstand als tweede. Alonso wordt vierde, Ricciardo valt uit door een verprutste pitstop.
Stand: Rosberg-Hamilton-Alonso: 43-25-24

Bahrein
De Mercedes’ rijden op zevenmijlslaarzen bij de rest van het veld weg, maar dat weerhoudt ze er niet van om heel hard tegen elkaar te vechten. Uiteindelijk houdt Hamilton Rosberg achter zich. Pérez houdt Ricciardo achter zich en rijdt zich verrassend naar het podium.
Stand: Rosberg-Hamilton-Alonso: 61-50-26

China
Hamilton wint weer gemakkelijk, terwijl Rosberg na een moeilijke race met pijn en moeite tweede wordt. Alonso verslaat de Red Bulls en is best of the rest. Ricciardo finisht ver voor Vettel.
Stand: Rosberg-Hamilton-Alonso: 79-75-41

Spanje
Hamilton wint de vierde race op rij en is de nieuwe koploper. Wel moet hij de hele race de druk weerstaan van Rosberg, die in de slotfase gevaarlijk dichtbij komt. Ricciardo wordt derde, voor Vettel die vanaf de vijftiende startplaats een wereldrace rijdt. Alonso wordt zesde achter Bottas.
Stand: Hamilton-Rosberg-Alonso-Vettel-Ricciardo: 100-97-49-45-39

Monaco
Rosberg pakt op een controversiële manier de pole en wint de race probleemloos. Een mokkende Hamilton wordt tweede, voor Ricciardo. Alonso wordt vierde, Vettel valt uit en Marousja pakt zijn eerste punten.
Stand: Rosberg-Hamilton-Alonso-Ricciardo-Vettel: 122-118-61-54-45

Canada
Problemen voor Mercedes: halverwege de race verliezen beide bolides veel vermogen. Voor Hamilton is het snel einde oefening, Rosberg haalt de finish nog. Wel wordt hij in de slotfase gepasseerd door Ricciardo. Vettel wordt derde en mag van geluk spreken dat hij in de laatste ronde niet betrokken raakt bij het ongeluk van Massa en Pérez.
Stand: Rosberg-Hamilton-Ricciardo-Alonso-Vettel: 140-118-79-69-60

Oostenrijk
De Mercedes-coureurs hebben geen vlekkeloze kwalificatie: Rosberg is derde, Hamilton is slechts negende na twee fouten. In de race zetten ze weer orde op zaken: Rosberg wint en Hamilton wordt tweede. De Williams’ zetten hun eerste startrij om in een derde en vierde plaats aan de finish. Alonso wordt vijfde.
Stand: Rosberg-Hamilton-Ricciardo-Alonso: 165-136-83-79

Groot-Brittannië
Opnieuw geen goede kwalificatie voor Hamilton, die door een opdrogende baan verrast wordt en slechts als zesde mag starten. In de race, die door een heftig ongeluk van Räikkönen een uur wordt stilgelegd, heeft hij meer geluk, want ditmaal gaat Rosbergs auto kapot. Vanuit de middenmoot werkt Bottas zich op naar de tweede plaats, voor Ricciardo en Button. Vettel verslaat Alonso in een zenuwslopend gevecht om de vijfde plaats.
Stand: Rosberg-Hamilton-Ricciardo-Alonso: 165-161-98-87

Duitsland
Door een defecte rem duikt Hamilton in de kwalificatie de muur in, waarna hij vanuit de achterhoede naar het podium rijdt. Bottas krijgt hij niet meer te pakken, evenals Rosberg, die de race gemakkelijk wint. Vettel wordt vierde, voor Alonso en Ricciardo.
Stand: Rosberg-Hamilton-Ricciardo-Alonso: 190-176-106-97

Hongarije
Ditmaal verpest een olielek Hamiltons kwalificatie. Rosberg heeft in de race ook niet echt het geluk aan zijn zijde: door een safetycarfase verliest hij een aantal plekken. Ricciardo profiteert er het meest van en hij wint zijn tweede race van het seizoen. Alonso houdt de Mercedes’ achter zich en wordt tweede, terwijl Hamilton Rosberg nog van het podium verdringt.
Stand: Rosberg-Hamilton-Ricciardo-Alonso: 202-191-131-115

De huidige stand in het WK.

Midterm-reports
Mercedes (1e met 393 punten)
Een revolutionaire motor en een puik chassis: Mercedes had het dit jaar duidelijk het beste voor elkaar en dat leidde tot het ene na het andere dominante optreden. De vergelijking met McLaren in 1998 dringt zich echter op, want terwijl de grijze bolides langzaam hun snelheidsvoordeel op de concurrentie verliezen, steken de betrouwbaarheidsproblemen steeds meer de kop op. Een verontrustende trend. Mercedes zal de zomerstop hard nodig hebben om het verval een halt toe te roepen. Maar toch: het constructeurskampioenschap kan ze al bijna niet meer ontgaan en dat had twee jaar geleden niemand verwacht.
9
6 Nico Rosberg (1e met 202 punten)
Een redelijke coureur die weinig fouten maakt: die eigenschappen maken Nico Rosberg de ideale coureur voor het dominante Mercedes. Door vrijwel iedere race netjes aan de finish te komen, is Rosberg de trotse klassementsaanvoerder. Toch kwamen zijn zwakke plekken in de eerste seizoenshelft aan het licht: Hamilton is doorgaans net een paar tienden sneller en veel sterker in de duels. Vooral dat gebrek aan slagkracht kan Rosberg dit seizoen nog lelijk gaan opbreken. In Hongarije kregen we daar al een voorproefje van.
7

Tot en met Monaco een gebruikelijk beeld: de Mercedes' aan kop. Afbeelding: Telegraph.

44 Lewis Hamilton (2e met 191 punten)
Kop dicht en rijden. Dat zou het devies moeten zijn voor Lewis Hamilton. Psychologische spelletjes spelen met iemand die drie keer zo intelligent is als hijzelf is vragen om moeilijkheden, zoals hij in Monaco ondervond. In alle opzichten is Hamilton de betere van de Mercedes-coureurs, maar door een chronisch gebrek aan geluk (je zou bijna aan een complot gaan denken) en gepruts op de momenten dat het er echt om gaat, blijft Hamilton maar achter de feiten aan lopen. Dat hij al zes races niet van pole is gestart, is in dat opzicht veelzeggend. Dat moet in de tweede seizoenshelft toch beter.
8
Red Bull-Renault (2e met 219 punten)
Ontwenningsverschijnselen? Na vier kampioenschappen op rij moest Red Bull een stapje terug doen. Gelijk begon het team om zich heen te slaan. Ontwerper Adrian Newey vond dat hij bij de huidige regels het verschil niet meer kon maken, terwijl teambaas Christian Horner uithaalde naar Renault. Natuurlijk zijn de Renault-motoren de zwakste van het spul, maar bij een teamsport win je en verlies je als een team. Niet bij Red Bull. Als ze winnen, komt het door henzelf, als ze verliezen, komt het door de motoren. Toch verdient het team lof hoe het zich heeft gerevancheerd voor de knullige seizoenstart. De twee overwinningen die het team heeft geboekt, zijn er twee meer dan ze vooraf hadden verwacht.
8
3 Daniel Ricciardo (3e met 131 punten)
Voor het seizoen vroeg iedereen zich af of Daniel Ricciardo niet, zoals zijn landgenoot Webber de afgelopen vijf jaar, met boter en suiker zou worden ingemaakt door Vettel. Het omgekeerde is echter het geval: waar Ricciardo al twee overwinningen en vijf podiumklasseringen achter zijn naam heeft staan, staat de teller bij de viervoudig wereldkampioen vooralsnog op twee lullige derde plaatsen. En dan zou je nog bijna vergeten dat Ricciardo in Australië door een reeks stommiteiten van zijn team een tweede plaats kwijtraakte. Ricciardo’s derde plaats in het kampioenschap is ook allesbehalve geflatteerd.
10

"Is it normal that I have no power?" Vettel (links) had veel last van motorstoringen, zoals hier in de openingsrace in Australië. Afbeelding: Skysports.

1 Sebastian Vettel (6e met 88 punten)
Wat was Sebastian Vettel woest toen zijn zegereeks in Australië ten einde kwam. Het zou niet de enige race zijn waarin de Duitser een technisch probleem had: in Monaco was zijn motor al even levenloos en in Oostenrijk viel hij ook ineens stil. Aan overwinningen hoeft Vettel in ieder geval niet meer te denken: teamgenoot Ricciardo finishte, op de Grand Prix van Duitsland na, altijd hoger dan Vettel. Is Ricciardo zo goed? Was Webber zo slecht? Of heeft Vettel de turbomotoren nog altijd niet goed onder de knie? Vooralsnog is het in ieder geval gissen naar zijn traagheid.
5
Ferrari (3e met 142 punten)
Het is hard maar waar: na het vertrek van Schumacher en zijn vertrouwelingen is Ferrari in een neerwaartse spiraal terechtgekomen. Toch wil het team nog steeds bewijzen dat het ook met een stel chaotische Italianen de top kan bereiken. Hoe ze dat doen? Door bakken met geld uit te geven. Massa werd op straat gezet en Räikkönen werd voor veel geld als een verloren zoon teruggehaald. Het hielp niet. Datzelfde kan gezegd worden van de aanstelling van Marco Mattiacci als teambaas. Het team wil laten zien dat er iets gebeurt, voordat stercoureur Alonso zijn heil bij een ander team zoekt, want dan is Ferrari nog verder van huis.
5
14 Fernando Alonso (4e met 115 punten)
Fernando Alonso zal vaak met weemoed terugdenken aan die twee wereldtitels die hij bijna een decennium geleden behaalde. Toen hij nog een winnende auto onder zijn kont had. Waar is het misgegaan? Dat McLaren-avontuur heeft hem geen goed gedaan en als hij in 2010 in de laatste race niet zo door het ijs gezakt was, had de wereld er misschien ook heel anders uitgezien. De tijden zijn veranderd en van meest gehate coureur is Alonso de meest gerespecteerde coureur geworden. Iedereen gunt die man nog een wereldtitel. Of in ieder geval een zege en dat is dit jaar al te veel gevraagd, al zat Alonso er in Hongarije nog verdomd dichtbij. Het is tekenend voor de man die alles uit zijn auto haalt en nauwelijks fouten maakt.
9

Räikkönen is de weg kwijt in 2014: zijn onnozele crash in Engeland had veel erger kunnen aflopen. Afbeelding: This is F1.

7 Kimi Räikkönen (12e met 27 punten)
Van tevoren werd er reikhalzend uitgekeken naar de confrontatie tussen Kimi Räikkönen en Alonso. De een voorspelde dat Räikkönen Alonso eindelijk eens zou laten zien wat echt racen inhield. De ander voorspelde dat Alonso Räikkönen gigantisch in zou maken. Dat laatste is ook gebeurd. Räikkönen kon zelden aan Alonso’s tempo tippen. Bovendien maakte hij geregeld vreemde uitglijders. Kan hij niet met de turbomotoren overweg? Of is de auto te veel op Alonso’s rijstijl aangepast? Räikkönen oogt gedesillusioneerd en dat hij heeft aangegeven om eind volgend jaar te stoppen, zal zijn motivatie ook geen goed doen. Toch reed hij in Hongarije ineens zijn beste race van het seizoen: hij werd zesde.
4
Williams-Mercedes (4e met 135 punten)
Het is ongelooflijk, maar Williams is weer terug. Na een dramatisch slecht 2013, waarin de auto zo slecht was dat Maldonado het team zelfs beschuldigde dat ermee geknoeid was, zijn de witte bolides dit jaar weer vooraan te vinden. Natuurlijk heeft het team geprofiteerd van de sterke Mercedes-motoren, maar dat de teams van McLaren en Force India met dezelfde motor steeds overtuigender verslagen worden, zegt iets over hoe goed het chassis is. Zelfs de oppermachtige Mercedes’ worden zo nu en dan aan de tand gevoeld. De snelheid is er, nu nog de topteammentaliteit. Veel goede resultaten werden door gepruts in de pits, te grote voorzichtigheid of rijdersfouten in de prullenbak gegooid.
8
77 Valtteri Bottas (5e met 95 punten)
Na een zwaar debuutjaar heeft Valtteri Bottas nu een auto onder zijn kont waarmee hij wel elke race punten kan scoren en dat doet hij dus ook. Alleen in Monaco kwam hij niet aan de finish door een opgeblazen motor. Waar iedereen verwachtte dat Williams gedurende het seizoen zou terugzakken, blijkt het tegenovergestelde het geval. Hoewel Bottas in Australië door een stuurfout een mogelijke podiumklassering verspeelde, maakte hij dat ruimschoots goed door in Oostenrijk, Engeland en Duitsland drie podiums op rij te scoren.
8

Een gebruikelijk beeld in 2014: Massa die weer eens uitvalt door een botsing. Afbeelding: Daily Mail

19 Felipe Massa (9e met 40 punten)
Het was een noodgedwongen overstap, maar Felipe Massa heeft voor het juiste team gekozen. Na jarenlang bij Ferrari als tweede coureur naast Alonso te hebben gediend, was Massa maar al te blij dat hij bij Williams een frisse doorstart kon maken. En laat de Williams dit seizoen zelfs nog beter zijn dan de Ferrari. Zie Räikkönen daar eens wegkwijnen. Gelijk had Massa zijn praatjes weer terug. Hij haalde vooral verbaal hard uit naar degenen die hem uit de race hadden gereden: in elf races raakte Massa, al dan niet buiten zijn schuld, bij vier (!) botsingen betrokken. Toch kan hij zijn energie beter richten op het behalen van goede resultaten, want zijn score van één vierde plaats (nota bene behaald na vanaf pole te zijn gestart) steekt schil af bij de bekers die Bottas al behaald heeft.
5
Force India-Mercedes (5e met 98 punten)
Force India is heel hard toe aan de zomerstop. Het team heeft met de superconstante Hülkenberg en de grillige Pérez een interessant rijdersduo, maar de laatste races zijn de resultaten flink verslechterd: zo kwam er in Hongarije kwam er een eind aan Hülkenbergs reeks puntenfinishes. Bahrein, waar Pérez nog op het podium stond, lijkt inmiddels alweer heel lang geleden. De gebreken van de auto komen steeds beter aan het licht: vooral op circuits waar de aerodynamica een grote rol speelt, zakken de zwart-wit-oranje bolides door het ijs, wat doet vermoeden dat de Mercedes-motor lange tijd veel gebreken heeft verhuld.
6
27 Nico Hülkenberg (7e met 69 punten)
Na een jaartje Sauber is Nico Hülkenberg weer terug bij Force India en dat doet hij helemaal niet verkeerd: hij heeft nu al meer punten dan de afgelopen jaren aan het eind van het seizoen. Het is te danken aan een karrevracht aan vijfde plaatsen. Echte uitschieters zitten er helaas niet tussen en dus moet het Hülkenberg pijn hebben gedaan dat Pérez wel het podium haalde. Vanaf de Grand Prix van Oostenrijk kwam Hülkenberg er echter nauwelijks meer aan te pas en dat in Hongarije zijn reeks puntenfinishes ten einde kwam, zal hem een flinke kater hebben bezorgd.
7

Met een derde en vijfde plaats was Bahrein het hoogtepunt van het seizoen voor Force India. Afbeelding: Force India F1.

11 Sergio Pérez (11e met 29 punten)
Eén keer niet gestart en drie keer uitgevallen: Sergio Pérez heeft de finishvlag dit jaar nog niet al te vaak gezien. Daarbij moet echter wel worden aangetekend dat die uitvalbeurten geen technische oorzaak hadden: in Monaco en Canada werd Pérez uit de race gebeukt en in Hongarije crashte hij uit zichzelf. Des te opmerkelijker is daarom zijn podiumplaats in Bahrein. Zijn beste wedstrijd was evenwel de Grand Prix van Oostenrijk, waarin hij gestart vanaf de zestiende plaats zelfs even naar de leiding oprukte, om uiteindelijk als zesde te finishen. Helaas is het bij die twee uitschieters gebleven.
5
McLaren-Mercedes (6e met 97 punten)
Het is bijna niet te geloven, maar McLaren is dit jaar zelfs nog slechter dan vorig jaar. Teambaas Martin Whitmarsh eruit, Éric Boullier erin: het heeft niets uitgemaakt. Zelfs Ron Dennis is weer terug. Zijn taak lijkt te zijn om Jenson Button middels gepeperde uitspraken in de media te motiveren. Hoewel McLaren in Australië op het podium stond, was dat het enige goede nieuws van het seizoen. De auto komt neerwaartse kracht tekort en is vaak maar net goed genoeg voor een paar WK-puntjes. Tel daar nog wat slechte racestrategieën en een weerman die de plank constant misslaat bij op, en je begrijpt dat McLaren ondertussen is afgezakt naar de zesde plaats in het constructeurskampioenschap. Daarmee is McLaren het slechtste Mercedes-team en dat is voor een Ron Dennis een onacceptabele zaak.
3
22 Jenson Button (8e met 60 punten)
Als Jenson Button eind 2011 met pensioen was gegaan, was hij de geschiedenisboeken ingegaan als een groot wereldkampioen, die zich zelfs tegen Hamilton staande wist te houden. Drie jaar later is er van die goede reputatie weinig meer over. Button krijgt het kwakkelende McLaren niet uit het slob. Hij is een grijze muis geworden, een coureur die niks spectaculairs laat zien, geen risico’s neemt en geregeld punten pakt. Helaas levert het Button niet veel meer op dan hier en daar een vierde plaats kan McLaren onmogelijk blij zijn. Nu Ron Dennis weer terug is, lijkt een onvrijwillig vertrek voor Button nabij.
6

De oorzaak voor de slechte optredens van McLaren blijft in nevelen gehuld. Afbeelding: RTR Sports.

20 Kevin Magnussen (10e met 37 punten)
In Australië leek het erop dat Kevin Magnussen in de voetsporen van Hamilton zou treden, die zeven jaar eerder bij zijn debuut bij McLaren meteen een podiumplaats behaalde. Daar hielden de gelijkenissen echter op, want waar Hamilton meteen nog acht keer op het podium stond, kwam Magnussen niet verder dan twee zevende plaatsen en een aantal knullige aanrijdingen. Misschien was de druk na de vliegende start te groot, maar het roept de vraag op of Magnussen nou echt beter is dan zijn voorganger Pérez.
6
Toro Rosso-Renault (7e met 17 punten)
Het is niet moeilijk te raden wat de zwakke plek is van de Toro Rosso. Wat het nog eens extra pijnlijk maakt, is dat het zusterteam van Red Bull juist van Ferrari naar Renault was overgestapt. Een pijnlijke fout. Met negen uitvalbeurten, waarvan vijf gerelateerd aan de motor, behoort Toro Rosso samen met Lotus, Sauber en Caterham tot de teams die hun betrouwbaarheid niet op orde hebben. Desondanks heeft het Italiaanse team in de meerderheid van de races punten gescoord en met een zevende plaats in het constructeurskampioenschap doet Toro Rosso het helemaal niet verkeerd.
7
25 Jean-Éric Vergne (13e met 11 punten)
Terwijl oud-teamgenoot Ricciardo bij Red Bull om de overwinningen vecht, moet Jean-Éric Vergne het doen met de kruimels. Bovendien heeft hij in Kwjat een jonge, talentvolle teamgenoot. Kortom: Vergne zit niet bepaald in een benijdenswaardige positie. Vergne laat zich echter niet uit het veld slaan. In de zes keer dat hij de finishvlag zag, scoorde hij vier keer punten en dat is voor een Toro Rosso een zeer goed rendement.
7

Naast motorproblemen heeft Toro Rosso ook last van andere vreemde defecten. Afbeelding: Autosport.

26 Daniïel Kwjat (15e met 6 punten)
Dat Daniïel Kwjat snel is, daar was iedereen al gauw van overtuigd. De Rus had bij zijn debuut al meteen een record te pakken: door zijn negende plaats werd hij de jongste coureur aller tijden die in de punten eindigde. Dat hij in de slotfase van de race teamgenoot Vergne zat op te jagen, maakte het extra knap. Dankzij de slechte betrouwbaarheid en wat beginnersfoutjes is de glans er wel een beetje af, maar zes WK-punten is zeker niet verkeerd voor een debutant.
7
Lotus-Renault (8e met 8 punten)
Dat was schrikken: in Australië stonden de gevorkte bolides helemaal achteraan en dat zette de toon voor het seizoen. Aanvankelijk kon alles nog op de motor afgeschoven worden, maar waar de andere Renault-teams hun problemen langzaam oplosten, was daar bij Lotus nauwelijks sprake van. De Lotus E22 blijft een zorgenkindje en dus moet het team na twee vette jaren, waarin het op te grote voet leefde, ineens een sprong terug doen. Door twee achtste plaatsen van Grosjean is de nul in ieder geval van het scorebord, maar nu het team ook nog eens de grootste verliezer van het FRIC-verbod lijkt, zullen er waarschijnlijk niet veel punten meer bij komen.
4
8 Romain Grosjean (14e met 8 punten)
2013 was het jaar van eerherstel voor Romain Grosjean. Aan het eind van het seizoen vocht hij leuk tegen de Red Bulls en dus werd hij na het vertrek van Räikkönen de onbetwiste kopman van het team. Helaas is er dit jaar weinig eer met de Lotus te behalen. Zodra de circuits ook maar een paar rechte stukken hebben, zijn de goud-zwarte bolides gezien. Dat het ontwerp van de bolide echter niet zo slecht is, bewees Grosjean door in Spanje, waar de aerodynamica een hoofdrol speelt, in de subtop mee te blèren. Helaas bleef het bij twee achtste plaatsen en een sullige uitglijder achter de safetycar.
7

Door een gebrekkige betrouwbaarheid zagen we Maldonado in 2014 niet vaak. Bahrein was een uitzondering. Afbeelding: Reddit.

13 Pastor Maldonado (19e met 2 12e plekken)
Voor Pastor Maldonado verliep 2013 precies omgekeerd als voor zijn teamgenoot: hij scoorde slechts één punt en verliet het team van Williams met slaande deuren. Daar zal hij inmiddels wel spijt van hebben gehad, want waar de Williams’ om de podiumplaatsen strijden, is de Lotus met startnummer 13 nog geen enkele keer in de punten geëindigd. Maldonado zou Maldonado niet zijn als hij niet een coureur op een lompe manier uit de race zou helpen: de manier hoe hij Gutiérrez in Bahrein ondersteboven kegelde, leverde hem een recordaantal strafpunten op zijn superlicentie op.
5
Marousja-Ferrari (9e met 2 punten)
Hoera! Het is Marousja gelukt! Bianchi’s negende plaats in Monaco leverde het team de eerste punten op, iets wat Caterham en HRT, de andere teams die in 2010 debuteerden, niet voor elkaar hebben gekregen. Of het nou komt doordat Lotus en Sauber er dit jaar een potje van maken, feit is dat Marousja dit jaar dicht in de buurt van het middenveld zit. Ook hebben ze Caterham meestal in hun zak. De betrouwbaarheid van de Marousja is bovendien in orde en dat is misschien wel het belangrijkste voordeel van hun overstap naar de Ferrari-motoren.
8
17 Jules Bianchi (16e met 2 punten)
Zal Jules Bianchi niet dit jaar al het stoeltje van Räikkönen overnemen? Waar de Fin een uitgebluste indruk maakt, zit het met de gretigheid van de Ferrari-protegé wel goed. Een agressieve race in Monaco leverde Bianchi en zijn team de eerste waardevolle punten op. De kansen grijpen wanneer ze zich aandienen: daar herken je een groot coureur aan. Bianchi is duidelijk toe aan een stapje hogerop en voor zijn ontwikkeling zou het goed zijn om een teamgenoot te krijgen die iets sneller is dan Chilton.
8

Marousja heeft Caterham dit jaar duidelijk in zijn zak. In Monaco pakte Bianchi de eerste punten voor het team. Afbeelding: Crash.net.

4 Max Chilton (21e met 2 13e plaatsen)
Een inschattingsfout bij de start van de Canadese Grand Prix zorgde er hoogstwaarschijnlijk voor dat Max Chilton niet voor de 26e keer op rij aan de finish kwam. Wat de actie nog minder geslaagd maakte, was dat hij uitgerekend teamgenoot Bianchi in zijn ondergang meenam. Net als vorig jaar maakt Chilton weinig indruk: als er een Marousja zich door een Caterham laat ringeloren, dan is het steevast de Marousja die door Chilton wordt bestuurd. Ontsnapte in Engeland ook nog aan een groot ongeluk.
5
Sauber-Ferrari (10e met 2 11e plaatsen)
Een te zware auto, twee tamelijk zwakke coureurs en een zwakke motor: niets klopt bij Sauber. De auto is onvoorspelbaar, de coureurs maken te veel fouten en verder heeft het team meer dan de andere door Ferrari aangedreven teams te kampen met motorstoringen. Na elf races staat de teller nog altijd op nul punten: Sauber is bezig aan het slechtste jaar van z’n 22-jarige bestaan. Net als Red Bull heeft Sauber vorig jaar de fout gemaakt te laat de bakens te verzetten naar 2014 en daar betaalt het team nu een hoge prijs voor.
4
99 Adrian Sutil (17e met 2 11e plaatsen)
Wat was hij lekker op dreef in Monaco: na in de achterhoede al drie man te hebben ingehaald, vergooide hij alles door opeens hard de vangrails in te vliegen. Bianchi, die voor hem reed, finishte uiteindelijk in de punten. Geen goede beurt dus van Adrian Sutil, die alleen in Hongarije in de buurt van de punten kwam. Misschien is hij toch te veel een wildebras om in een slechte auto punten te scoren.
5

De Grand Prix van Monaco was het dieptepunt van een dramatisch seizoen voor Sauber. Afbeelding: Auto 123.

21 Esteban Gutiérrez (20e met 1 12e plaats)
Ook Esteban Gutiérrez faalde in Monaco: in het zicht van de haven maakte hij een beginnersfout, waardoor hij en zijn team nog steeds met lege handen staan. Viel verder in het seizoen alleen op door zijn twee botsingen met Maldonado, waarbij in beide gevallen aan het kortste eind trok.
5
Caterham-Renault (11e met 1 11e plaats)
Tony Fernandes eruit, Christijan Albers erin: dat werd tijd. Nu pas wordt goed duidelijk hoezeer Caterham de afgelopen jaren in zijn ontwikkeling is blijven stilstaan. Marousja was vorig jaar vaak al sterker en dit jaar is dat meer regel dan uitzondering. Dat het Russisch-Engelse team bovendien twee WK-punten heeft gescoord, maakt de zaken er niet bepaald beter op. Caterham is nog steeds puntloos en dreigt miljoenen mis te lopen.
3
9 Marcus Ericsson (18e met 1 11e plaats)
Het kan een voordeel zijn om bij het slechtste team te debuteren: er is geen druk en je kunt je ontwikkelen zodat je ooit klaar bent voor een beter team. Voor Marcus Ericsson gaat die vlieger niet bepaald op: hij wordt vrijwel altijd afgetroefd door teamgenoot Kobayashi. Bovendien smeet hij zijn wagen geregeld in de muur. Toch was hij in Monaco dicht bij een punt en met een elfde plaats evenaarde hij het beste resultaat ooit van Caterham.
6

Caterham bouwde een afzichtelijke auto die ook nog eens hopeloos traag was. Afbeelding: F1 Fanatic.

10 Kamoej Kobayashi (22e met 2 13e plaatsen)
Na een jaar uit de Formule 1 te zijn geweest, kreeg Kamoej Kobayashi het in 2014 voor elkaar om zich dankzij zijn fans bij Caterham in te kopen. Veel waar voor hun geld hebben ze niet gekregen: de Caterham is ongeveer net zo traag als dat hij lelijk is. “Een conservatief ontwerp” noemde Kobayashi het. Toch had hij nog wel wat lol dit seizoen: zo reed hij in Maleisië even in de top 10 rond en smaakte hij in China het genoegen Vettel in te halen. Dat waren de hoogtepunten ook wel en het is te hopen dat een van de andere teams de avontuurlijke Japanner bij Caterham uit zijn lijden komt verlossen.
7

01-08-2014

Een tussendoortje

Tijd om maar weer eens een stukje over schaken te schrijven. Vandaag is een echte schaakdag: de nieuwe ratinglijst kwam uit en ik haalde een nieuw persoonlijk record: 2185! Niet slecht voor iemand die slechts af en toe een partijtje speelt. Daar wilde ik echter niet al te lang bij stilstaan. Een tijd geleden ontdekte toevallig wat filmpjes van partijen tussen sterke schaakengines. Ik had niet gedacht dat er zo'n krachtsverschil tussen kon zitten: bij het analyseren van een partij stellen verschillende engines doorgaans dezelfde zetten voor. Hier en daar zullen wel nuanceverschillen zitten, maar in grote lijnen komen de zetten wel overeen. Daarom kon ik mensen ook glazig aankijken als ze beweerden dat engine x "veel beter" was dan engine y, of dat engine z moeite had met een bepaald stellingstype of zo. Voor mij speelden computers allemaal nagenoeg perfect schaak.

Het probleem is dat schaakpartijen tussen menselijke schakers doorgaans van een dusdanig laag niveau zijn, dat het niet zo veel uitmaakt door welke engine je ze laat fileren. Als je ergens een stuk wegblundert, ziet Rybka of Houdini dat, maar Fritz ook nog wel. Pas als je de engines tegen elkaar laat spelen, komen de onderlinge verschillen duidelijk aan de oppervlakte. Als ze geen blunders meer kunnen afstraffen, komt het op geheel andere kwaliteiten aan: plannen maken, stukken beter neerzetten. Veel schaakprogramma's beginnen dan te klooien en gaan dan hun stukken doelloos heen en weer spelen. Houdini blijkt daar echter totaal geen last van te hebben: zelfs het alom gerespecteerde programma Rybka werd in de meeste filmpjes zonder problemen van het bord geschoven.

Daarom vond ik het leuk om mijn Houdini tegen een andere engine te laten spelen. Helaas had ik niet veel beter dan Fritz 6. Dat was (zoals verwacht) een nog ongelijkere strijd, wat ik ook probeerde om het sprekende schaakprogramma sterker voor de dag te laten komen: meer geheugen vrijmaken, hem wat verdedigender laten spelen, het hielp allemaal niet. Beter dan af en toe een halfje werd het niet. Een paar dagen later kreeg ik de kans om mijn Houdini tegen Ewoods Rybka te laten spelen. Het was meer een soort centaur chess: de computer rekende wat zetten door en ik koos dan de zet die mij een beetje logisch leek. Het werden twee interessante partijen:



Ik meende dat ik met zwart ook wel kon winnen, dus begon ik goedgemutst aan de tweede partij...



Het werd dus 1½-½ in het voordeel van Houdini, die zijn reputatie als boeienkoning weer volledig had waargemaakt. Wat een match!