30-11-2015

Het Formule 1-rapport

2015 zal niet de boeken in gaan als het leukste Formule 1-seizoen ooit. Verre van. Al drie jaar op rij wordt de sport gedomineerd door één team (Red Bull in 2013 en Mercedes in 2014 en 2015) en zo’n lange periode is nooit eerder in de sport voorgekomen. Ook van een spannende titelstrijd was geen sprake: al sinds 2008 zijn alleen de kampioenschappen in de even jaren tot de laatste race spannend gebleven. Dit jaar was Hamilton al drie races voor het einde kampioen.

Met het spektakel in de races was het ook droevig gesteld. Hoewel iedereen verwachtte dat de andere teams het gat naar Mercedes zouden dichten, heeft alleen Ferrari dat gedaan. Net als Red Bull in 2014 kaapten de Italianen drie zeges voor de neus van Mercedes weg, maar tot heel veel meer waren ze niet in staat. Tel daarbij op dat Hamilton Rosberg het grootste gedeelte van het seizoen in zijn zak had en je begrijpt dat er vooraan ook weinig gebeurde.

De overige teams hadden helemaal weinig in de melk te brokkelen. Williams was volkomen kleurloos en de Renault-motoren waren dit jaar nog slechter dan vorig jaar, wat vooral bij het team van Red Bull kwaad bloed zette. De Oostenrijkers klopten tevergeefs aan bij de rivalen Mercedes en Ferrari, maar moesten uiteindelijk met hangende pootjes terug naar de Franse motorleverancier. Een nog triester verhaal was de Honda-motor waarmee McLaren hoopte het verloren gegane terrein goed te maken. Het was geen succes en dus kende Britse team het slechtste jaar in hele lange tijd. De middenmoters als Force India en Lotus zaten diep in de financiële problemen en waren het hele seizoen meer bezig met overleven dan met het ontwikkelen van de auto. En tot slot was er nog het team van Manor dat lichtjaren achter de rest aan bleef hobbelen. Het gevolg was dat de posities vaak al snel in de race vastlagen. De banden zorgden nauwelijks voor problemen en de coureurs klaagden om het hardst dat inhalen, zelfs met DRS, nagenoeg onmogelijk was. 2015 was een buitengewoon voorspelbaar en saai jaar. Was het dan echt alleen maar ellende? Gelukkig niet! Dankzij de spectaculaire optredens van Max Verstappen viel er zo nu en dan toch weer wat te genieten. In zijn eentje zorgde de debutant voor het leeuwendeel van de memorabele gebeurtenissen en daar mogen Nederland en België heel trots op zijn.

Mercedes (kampioen met 703 punten)
Met 16 zeges uit 19 races deed Mercedes aan vormbehoud. Sterker nog: het team scoorde dankzij de verbeterde betrouwbaarheid zelfs twee punten meer dan vorig jaar, ondanks dat er dit jaar 43 punten minder voor het oprapen lagen. Vooraf het seizoen had niemand dat verwacht, want na de ingrijpende reglementsveranderingen van vorig jaar zou de concurrentie toch wel langzaam dichterbij komen? Niet dus. Daarom is het ook jammer dat de onderlinge strijd tussen de Mercedes-coureurs niet wilde ontbranden (alleen in Amerika gingen ze elkaar voorbij) en daar zijn de uniforme racestrategieën debet aan. Waarom toch?
9

Lewis Hamilton (Luis) (wereldkampioen met 381 punten)
Het grootste gedeelte van het seizoen was Hamilton onaantastbaar: met elf poles uit de eerste twaalf races liet hij er geen twijfel over bestaan wie de snelste Mercedes-coureur was. Met zijn overwicht in de kwalificaties legde Hamilton de basis voor zijn derde wereldtitel, want in de races wist Rosberg hem eigenlijk nooit te verontrusten. Met een grote voorsprong verliet Hamilton Europa, maar daarna kwam de klad erin. Had het met de bandenspanning te maken, of liet Hamilton de teugels vieren toen de titel hem bijna niet meer kon ontgaan? Professioneel kwam het niet over, maar voor deze keer zie ik het door de vingers.
9

Nico Rosberg (2e met 322 punten)
Vorig jaar waren de races Rosbergs zwakke punt, dit jaar de kwalificaties. Doordat Rosberg de slag op zaterdag steeds verloor, kwam hij er op zondag vaak niet aan te pas. Terwijl hij de Ferrari’s in zijn spiegel in de gaten moest houden, moest hij in Hamiltons zog ook aan de remtemperaturen en de banden denken, waardoor het nooit van een inhaalactie kwam. Door een flinke portie pech zag Rosberg na de zomerstop zijn laatste restje hoop op de wereldtitel vervliegen. Er leek een last van zijn schouders te zijn gevallen en in de laatste races was Rosberg Hamilton steevast te snel af. De roep om hem door een jong talent te vervangen is verstomd en Rosberg staat voor 2016 mentaal op poleposition.
8

Ferrari (2e met 438 punten)
Met drie zeges deed Ferrari wat Red Bull vorig jaar deed: de kruimels opvreten die Mercedes liet liggen. Tot heel veel meer was Ferrari niet in staat, maar met de keurige tweede plaats heeft Ferrari ten opzichte van 2014 een megasprong gemaakt. Vooral op motorisch vlak heeft Ferrari een sprong gemaakt: het gat naar Mercedes lijkt bijna te zijn gedicht. Op aerodynamisch vlak loopt Ferrari nog wel behoorlijk achter en het lijkt erop de rode bolides gedurende het seizoen ook hun bandenslijtagevoordeel ten opzichte van Mercedes zijn kwijtgeraakt. Het betekende dat Ferrari na de overtuigende zege in de straten van Singapore nauwelijks meer een bedreiging voor Mercedes is geweest.
8

Sebastian Vettel (Fattle) (3e met 278 punten)
2014 was dus een incident, want in 2015 was Vettel weer echt de man die tussen 2010 en 2013 vier jaar lang het veld declasseerde, hoewel hij dit jaar slechts de uitdager van de Mercedes was, zoals Schumacher in de jaren 90 de uitdager van de oppermachtige Williams’ of McLarens was. Vettel was ontspannen, reed teamgenoot Räikkönen zoek, won drie races en had zelfs nog even de tweede plaats in het rijderskampioenschap in handen. Dat hadden waarschijnlijk maar weinig mensen voorspeld nadat Ricciardo hem vorig jaar flink de oren had gewassen.
9

Kimi Räikkönen (4e met 150 punten)
Met 150 punten ten opzichte van de 55 van vorig jaar toont Räikkönen aan welke sprong Ferrari dit jaar heeft gemaakt. Toch werd Räikkönen voor het tweede jaar op rij door een wereldkampioen als teammaat verpulverd. Dat de van Red Bull overgekomen Vettel hem in de kwalificaties meestal de baas was bijna twee keer zo veel punten scoorde, doet Räikkönens reputatie geen goed. De Ferrari was goed genoeg om bijna in elke race op zijn minst een vierde plaats te scoren, maar al te vaak was Räikkönen zelfs daartoe niet in staat. Soms door pech (Räikkönen viel twee keer buiten zijn schuld uit), maar vaak ook door onkunde in de vorm van spins en botsingen. Dat Bottas de vierde plaats in het kampioenschap lange tijd in handen had, pleit niet voor hem.
4

Williams-Mercedes (3e met 257 punten)
Net als in 2014 is Williams derde geworden. Toch zal de kleine Britse renstal er niet al te enthousiast de champagne voor ontkurken, want waar de witte bolides vorig jaar de ene na de andere podiumplaats behaalden en het de Mercedes heel lastig makten, was daar in 2015 helemaal niks meer van te zien. Het was aan de wanprestatie van Renault te danken dat Red Bull dit jaar werd verslagen, want naast Mercedes was ook Ferrari dit jaar te sterk voor Williams. Een te conservatief ontwerp was er debet aan, want net als vorig jaar vraten de Williams’ hun banden sneller op dan de concurrentie en waren ze in de regen onherkenbaar. Voor 2016 moet Williams dringend uit een ander vaatje tappen.
7

Valtteri Bottas (5e met 136 punten)
Vier podiumplaatsen en 50 punten minder dan vorig jaar: erg tevreden zal Bottas niet zijn over zijn seizoen. Waar hij teamgenoot Massa vorig jaar met gemak versloeg, zaten er dit jaar maar 15 punten tussen de Williams-coureurs. De cijfers bedriegen hierbij wel een beetje, want Bottas verloor door pech de nodige punten, zoals in België, waar zijn team een verkeerde band monteerde en in Rusland, waar Räikkönen hem in de laatste ronde van de baan kegelde. Daarnaast moest hij de eerste race nog door rugklachten laten schieten. Bottas’ seizoen was dus beter dan het leek, maar niet echt sprankelend.
7

Felipe Massa (6e met 121 punten)
Als er bij de laatste race van 2014 geen dubbele punten waren toegekend, dan had Massa dit jaar meer punten gescoord dan vorig jaar. En dat met een auto die ontegenzeggelijk minder goed was. Het verschil was dat Massa dit jaar bij heel wat minder ongevallen betrokken was. Goed, de start in Amerika was een smetje, maar de raceongelukken in Singapore en Japan waren niet echt zijn fout. Al met al verspeelde Massa weinig punten met botsingen. Wel werd Massa in de kwalificatie door Bottas geklopt en bleef hij in de races vaak erg lang in de middenmoot steken, zijn sterke Mercedes-motor ten spijt.
6

Red Bull-Renault (4e met 187 punten)
Een misverstand? Of een gemene valstrik? Hoe dan ook, Red Bull tuinde er met open ogen in. In de veronderstelling een motorendeal met Mercedes te hebben, stuurden de Oostenrijkers het op een breuk aan met Renault. Nou hadden ze ook wel een punt: de Renault-motor was nog slechter dan die van vorig jaar, waardoor de wereldkampioenen van 2010 tot en met 2013 helemaal niet meer in het stuk voorkwamen. Net nadat de breuk met Renault definitief leek, meldde Mercedes doodleuk dat ze Red Bull helemaal niet van motoren gingen voorzien. Ferrari had er ook geen trek in om motoren aan de grote rivaal te leveren. Puur om te jennen bood Honda Red Bull zelfs hun diensten aan, voordat ze door Ron Dennis werden teruggefloten. Dus moest Red Bull maar met hangende pootjes terug naar Renault, dat aankondigde dat Red Bull ook nog eens extra voor de motoren moest betalen. Al met al een vernederend en succesarm jaar voor Red Bull dat er, op een opleving in de zomer na, nauwelijks aan te pas kwam.
6

Daniïel Kwjat (7e met 95 punten)
Hoewel hij de uitstraling heeft van een dooie vis, is er met zijn rechtervoet weinig mis. Dat bewees Kwjat wel door het duel van de Dany’s te winnen. De Rus had een beetje meer mazzel met de betrouwbaarheid van zijn Red Bull, maar dat hij Ricciardo versloeg, die op zijn beurt Vettel versloeg, zal hem heel goed hebben gedaan. Hoewel Red Bull zijn slechtste seizoen in lange tijd meemaakte, maakte Kwjat een solide indruk en bewees dat het wel snor zit met het talentenprogramma van Red Bull.
7

Daniel Ricciardo (8e met 92 punten)
Na zijn fantastische derde plaats in 2014 was 2015 een stapje terug voor de vrolijke Australiër, die dit jaar in Hongarije en Singapore op het podium stond. In Hongarije profiteerde hij van een offday van Mercedes en de (ook door hemzelf veroorzaakte) chaos, terwijl hij in de straten van Singapore profiteerde van een offday van Mercedes en het superieure Red Bull-chassis. “He got lucky, didn’t he?”, riep hij na afloop over zijn ex-teammaat, die hij dankzij de twee ongelukkig getimede safetycarfases niet meer te pakken kon krijgen. Op de snellere circuits kwamen de Red Bulls er niet echt aan te pas en was Ricciardo vooral veldvulling.
7

Force India-Mercedes (5e met 136 punten)
De titel voor het meest verbeterde team gedurende het seizoen gaat zonder twijfel naar Force India. Het voormalige team van Spyker kende met de B-spec een spectaculaire tweede seizoenshelft, waarin het de aanval op de voor het team zo bijzondere vijfde plek in het kampioenschap afsloeg. Hoewel Force India in 2014 19 punten meer scoorde dan dit seizoen, eindigde het financieel geplaagde team dit seizoen voor het eerst in de top 5. Als Force India de lijn van dit seizoen door kan trekken, mogen Williams en Red Bull hun borst alvast natmaken.
8

Sergio Pérez (Chicko) (9e met 78 punten)
De man van de tweede seizoenshelft, waarin hij vijf keer zo veel punten pakte als in de eerste seizoenshelft. Hoewel Pérez over één ronde vaak wat trager is dan Hülkenberg, compenseert de Mexicaan dat weer met uitmuntende races. Foutloze optredens kenmerkten Pérez’ seizoen en dat was ook het verschil met vorig seizoen, toen hij bij menig incident was betrokken. Het podium in Rusland maakte het feest compleet.
8

Nico Hülkenberg (10e met 58 punten)
Dankzij pech, botsingen en een slechte timing van zijn goede momenten is Hülkenberg door Pérez verslagen. Waar Hülkenberg in de eerste seizoenshelft beter, of effectiever was, was Pérez in de veel lucratievere tweede seizoenshelft beter. Botsingen in Singapore en Amerika (waar hij achteraf gezien weinig aan kon doen) kostten hem punten, net als het technische defect in België, maar Hülkenbergs grootste teleurstelling moet Rusland geweest zijn, waar hij voor Pérez was gestart, maar al in de eerste bocht dwars ging en uit de race werd gereden. Na 96 races is Hülkenberg nog steeds zonder podium.
7

Lotus-Mercedes (6e met 78 punten)
Financieel was het een roerig jaartje voor Lotus. Halverwege het seizoen was het voormalige team van Renault platzak en dus wilde het heel graag weer door de Franse fabrikant overgenomen worden. Of dat gaat gebeuren is niet bekend, maar het is wel hard nodig, want gedurende het seizoen was er geen geld om de auto verder te ontwikkelen. Het gevolg was dat Lotus overtuigend het slechtste Mercedes-team werd en dat biedt weinig hoop voor de toekomst, als het team weer met die krachteloze Renault-motoren moet rijden.
5

Romain Grosjean (First Lap Nutcase) (11e met 51 punten)
Het indrukwekkendst aan Grosjeans seizoen was de manier waarop hij teamgenoot Maldonado in de kwalificatie helemaal scheel tikte. Ook in de races was Grosjean op dreef, want mede dankzij een podiumplaats in België scoorde hij het leeuwendeel van de punten voor Lotus. Het hadden er nog meer kunnen zijn als de auto wat betrouwbaarder was geweest of als Grosjean zelf wat minder fouten had gemaakt: in Rusland zette hij zijn wagen krachtig tegen de muur, terwijl hij zowel in Engeland en Italië bij de start zijn teamgenoot tegenkwam.
7

Pastor Maldonado (Pastoor) (14e met 27 punten)
Hoewel hij er in de kwalificatie totaal niet aan te pas kwam, was Maldonado in de races beter dan de cijfertjes deden vermoeden. Hoewel hij zo nu en dan de architect van zijn eigen ongeluk was, zoals in België, waarin hij zijn auto beschadigde toen hij te vol over een curbstone ging, kon hij vaak niks aan zijn uitvalbeurten doen. Drie keer gaven de remmen voortijdig de geest en vier keer was hij bij de start net op het verkeerde moment op de verkeerde plaats. Zou startnummer 13 dan toch echt ongeluk brengen?
5

Toro Rosso-Renault (7e met 67 punten)
Dankzij de zwakke Renault-motor kwam het enorme potentieel van de Toro Rosso er eigenlijk geen moment echt uit. Op de rechte stukken werden de paarsblauwe bolides om de oren gereden door de Ferrari’s en de klantenteams van Mercedes. Maar dat was niet het hele verhaal: ook op operationeel gebied liet het team zo nu en dan flinke steken vallen. Maar al te vaak verloren de Toro Rosso’s plekken via de pitstops, soms doordat de bandenwissels slecht werden uitgevoerd, maar meestal doordat de stops slecht waren getimed. Dat zelfs de zesde plaats bij de constructeurs te hoog gegrepen was, moet een bittere teleurstelling zijn geweest voor Franz Tost en de zijnen, maar hopelijk is dat snel vergeten als het team het volgend met de Ferrari-motoren een stuk beter doet.
8

Max Verstappen (Max) (12e met 49 punten)
Het is dat Max dit jaar meedeed, anders was het Formule 1-seizoen het aanzien echt niet waard geweest. Met inventieve inhaalmanoeuvres zette de tiener zichzelf op de kaart. Doordat hij niet de luxe had van een krachtige motor, moest Max voor iedere inhaalactie keihard werken. Vaak moest hij toeslaan op plekken waar zijn rivalen het niet verwachtten, bijvoorbeeld buitenom in een snelle bocht. In dat opzicht was Toro Rosso een prima leerschool. Ondanks de risico’s die hij nam, eindigden zijn acties maar zelden in tranen. Met tien puntenfinishes snoerde Max al zijn criticasters de mond. Sterker nog: hij wordt al een potentiële wereldkampioen genoemd. Niet slecht voor iemand die pas 18 is.
8

Carlos Sainz (Science) (15e met 18 punten)
Hoewel Sainz in de kwalificatie vaker de betere was, liet hij in de races lang niet zoveel zien als zijn teamgenoot. De snelheid zat er vaak niet zo in, de inhaalmanoeuvres zagen er wat minder gelikt uit en tot overmaat van ramp liet de betrouwbaarheid hem danig in de steek. Door vier uitvalbeurten op rij verloor Sainz het momentum en de aansluiting met Max. Uiteindelijk bleef Sainz met maar 18 punten toch wel erg ver achter.
6

Sauber-Ferrari (8e met 36 punten)
Na een erg fortuinlijke seizoenstart kwam Sauber er in de tweede seizoenshelft nauwelijks meer aan te pas. Punten waren vaak al te hoog gegrepen voor de geel-blauwe bolides. Net als vorig jaar speelde het rijdersduo weinig klaar, maar wat wil je ook met twee paydrivers? Desondanks scoorde het team 36 punten meer dan vorig seizoen, maar als de trend van dit seizoen indicatief is voor de toekomst, dan gaat Sauber barre tijden tegemoet.
5

Felipe Nasr (13e met 27 punten)
Echt heel slecht heeft Nasr het dit jaar niet gedaan, want met zijn 27 punten scoorde hij drie kwart van de punten van Sauber. Maar er is ook niemand die teamgenoot Ericsson als een supertalent zal omschrijven. Hoewel Nasr halverwege het seizoen een mindere fase kende, was hij redelijk attent bij de demolition derby’s in Rusland en Amerika, waardoor hij nog een paar belangrijke punten scoorde.
7

Marcus Ericsson (18e met 9 punten)
Hoewel hij Nasr in de kwalificatie geregeld de baas was, was Ericsson in de races vaak de mindere. Het grootste gedeelte van het seizoen reed hij in de staart van de middenmoot rond en daarmee was Ericsson de grootste grijze muis van het seizoen.
5

McLaren-Honda (9e met 27 punten)
Elk woord dat over de hernieuwde samenwerking van McLaren en Honda geschreven wordt, is er een te veel. De Japanse powerunit schoot op alle vlakken ernstig te kort en dus beleefde McLaren zijn slechtste seizoen sinds 1980. McLaren nam een risico en moet nu met de consequenties verder zien te leven.
1

Jenson Button (16e met 16 punten)
Alsof hij zich het hele seizoen tegen straaljagers moest verdedigen, zo voelde 2015 voor Button. Aan het eind van de lange rechte stukken waren de McHonda’s zo ongelooflijk traag dat iedereen ze met een noodgang voorbij kwam scheuren. Moedeloos werd Button ervan dat hij constant op de rechte stukken met boter en suiker werd ingemaakt. Door een bekeken zesde plek in Amerika versloeg Button Alonso in het kampioenschap en dat was wel een applausje waard.
7

Fernando Alonso (17e met 11 punten)
“Weinig bijzonder” vond Alonso zijn prestaties in 2015. Hoewel hij zijn best deed om positief te blijven, kwamen de frustraties er tegen het eind van het seizoen wel uit. In Japan wist hij de technici van Honda tot op het bot te beledigen door de powerunit een GP2-motor te noemen. Na afloop van het seizoen kwam er een gerucht de wereld in dat Alonso er volgend jaar eventueel een jaartje tussenuit zou knijpen, wat door Alonso niet direct met klem ontkend werd. Geef hem eens ongelijk. Net als in 2007 bracht het huwelijk tussen Alonso en McLaren alleen maar ellende.
6

Manor-Ferrari (10e met twee 12e plaatsen)
Het was niks, het werd niks en het zal ook niks worden. Het hele seizoen sukkelden de Manors mijlenver achter de rest aan, zodat er eigenlijk maar 18 auto’s meededen.
4

Roberto Merhi (19e met een 12e plaats)
Een beetje triest is het wel: nadat hij meestal het onderspit moest delven ten opzichte van Stevens, bleek debutant Alexander Rossi nog een stuk beter te zijn dan Stevens.
4

Alexander Rossi (20e met een 12e plaats)
Hoewel hij maar vijf races van de partij was, liet Rossi in de korte tijd die hem gegund was er geen misverstand over bestaan wie de beste Manor-coureur was. Indrukwekkend. Of waren Stevens en Merhi echt zo slecht?
7

Will Stevens (21e met een 13e plaats)
Een beetje triest is het wel: toen Rossi het stoeltje van Merhi overnam, was hij al gelijk sneller dan Stevens.
5

29-11-2015

Formule 1 sluit af in stijl

Het Formule 1-seizoen van 2015 is in Abu Dhabi op een gepaste manier afgesloten. Rosberg completeerde zijn hattrick en het publiek wachtte tevergeefs op het gevecht om de leiding dat nooit kwam.

Echt veel om voor te vechten was er niet meer toen het Formule 1-circus in het Midden-Oosten aankwam. De titelstrijd was al lang en breed beslist en ook de overige plaatsen lagen wel zo'n beetje vast. Alleen de Finnen Bottas en Räikkönen hadden een vinnig gevecht om de vierde plaats in het rijderskampioenschap, terwijl Toro Rosso nog een kansje had om Lotus van de zesde plaats in het constructeurskampioenschap te verdringen. De druk was er dus af en misschien was dat ook wel de reden dat Luis zich in de kwalificatie voor de zesde keer op rij door Rosberg liet kloppen, ondanks dat de Finse Duitser door een geplofte motor in Italië met een oudere en dus zwakkere motor reed. Ook Ferrari was niet helemaal bij de les toen ze Fattle een snelle ronde lieten afbreken omdat ze dachten dat hij wel snel genoeg zou zijn. Dat was hij niet en dus mocht hij vanuit de achterhoede starten. Niet erg slim en ook niet de eerste keer dat Ferrari op die manier blunderde.

Het betekende dat Räikkönen direct achter de grijze bolides mocht starten, met naast hem een uitmuntend rijdende Pérez. Achter hen stonden de Red Bulls, Williams' en Hülkenberg in de tweede Force India. De Toro Rosso's hadden zich net wel (Science) en net niet (Max) in de top 10 gekwalificeerd en stonden daarmee voor de Loti van Pastoor en Grosjean (die stilviel in de kwalificatie).

Bij de start werd het zwart-gouden gevaar verder gemarginaliseerd toen Alonso en Fattle Nasr samenknepen. Alonso raakte daardoor uit balans en beukte Pastoor uit de race. "Als het andersom was, was het wereldnieuws", merkte de geplaagde Venezolaan op, die ditmaal echt onschuldig was. Alonso kwam aan het eind van de eerste ronde naar de pits en zou de rest van de race in de achterhoede slijten, ook omdat hij merkwaardig genoeg nog een drivethroughpenalty van de wedstrijdleiding kreeg.

Fattle was niet van plan om in de achterhoede te blijven ploeteren, maar echt snel is zijn progressie niet. Het had er ook mee te maken dat de Duitser als een van de weinigen op de hardere banden was gestart. Pas toen de zachtere banden begonnen te slijten wist hij Max, die hem in de openingsronde nog even een braketest had gegeven, voorbij te komen. De eerste serie pitstops is dan echter al in volle gang. In de subtop is het een komen en gaan van coureurs en dat levert de nodige winnaars en verliezers op. Zo verliest Science een hoop tijd door weer een verknoeide stop, terwijl Bottas een ronde later in het pad van Button wordt weggestuurd. De Williams-coureur verspeelde zijn voorvleugel en kon een ronde later opnieuw binnenkomen, waardoor ook hij naar de achterhoede werd verbannen.

Opnieuw een pitblunder van Williams. Afbeelding: Sky Sports.

Door de pitstops rukt Fattle zelfs even op naar de tweede plaats, tussen de Mercedes. Luis gaat de Ferrari makkelijk voorbij en even later moet Fattle ook van het gas voor teamgenoot Räikkönen. De Fin kan de Mercedes zowaar een beetje volgen, maar niet bedreigen. Fattle valt na zijn late pitstop terug naar de zesde plek, achter Pérez en Ricciardo, die niet veel later alweer voor de tweede keer de pits indoken.

Voor Max was de race inmiddels al behoorlijk het putje in gegaan. Niet lang nadat het team Science had gesommeerd plaats voor hem te maken, verremde Max zich hevig, waarna hij meteen naar de pits moest voor een nieuw setje banden. Het betekende dat zijn strategie meteen naar de vaantjes was en hoewel Max het genoegen smaakte de lompe Saubers allebei in de haarspeldbocht de oren te wassen, won hij het verloren terrein nooit meer terug.

Aan kop voert Luis ineens de spanning op. Hij brengt zijn achterstand terug van zes naar anderhalve seconde, waarna Rosberg zijn derde setje banden haalt. Luis rijdt nog heel lang door. Hij hoopt in de slotfase weer op de superzachte banden te kunnen overschakelen, om zodoende Rosberg het vuur aan de schenen te leggen. Het gebeurt niet. Luis krijgt bij zijn laatste stop gewoon weer de gele banden gemonteerd. Hoewel hij in de slotfase sneller is dan Rosberg, is het niet genoeg om het gat dicht te rijden en dus moet hij voor de derde keer op rij met een tweede plek genoegen nemen.

Achter Räikkönen neemt Fattle de vierde plaats van Pérez over. De Mexicaan, die een uitmuntende tweede seizoenshelft kende, weet Ricciardo zonder veel problemen achter zich te houden en finisht als vijfde als best of the rest. Hülkenberg ontworstelt zich in de slotfase een beetje aan het groepje met Kwjat en Massa. De Rus is aan het eind van de race traag en ziet Massa nog voorbijzeilen. Vervolgens meldt Science zich aan zijn staart, terwijl achter hen Grosjean opdoemt. De Zwitserse Fransoos zat op dezelfde strategie als Fattle en was aan het eind van de race onmiskenbaar in het voordeel. Zonder al te veel tegenstand gaat hij in de slotfase voorbij Science en Kwjat, waardoor hij met een negende plek de zesde plek van Lotus in het constructeurskampioenschap veiligstelde.

Achter hem knokte Max zich over de uitloopstroken langs Button, waarna hij Luis nog een tijdje in de weg zat. Voor beide vergrijpen kreeg hij nog straf, waardoor hij de race slechts als zestiende zou finishen. Hij sloot een mooi seizoen dus af met een dieptepunt. Button had daarentegen meer reden tot lachen: ondanks een enorm tekort aan topsnelheid wist hij Bottas tot aan de finishvlag achter zich te houden. De Fin kwam na zijn akkefietje met Button geen barkruk meer voorbij en moest met lede ogen toezien hoe hij de vierde plaats in het kampioenschap verloor aan degene met wie hij dit seizoen al twee keer gebotst was.

Met zijn derde podiumplaats van het jaar stelde Räikkönen dan alsnog de vierde plek in het kampioenschap veilig, maar het gelukkigste man op het podium moet Rosberg zijn geweest. Als toegift trakteerde hij het publiek nog op doughnuts na afloop, zoals wel overigens wel meer rijders deden. Het seizoen is voorbij en dus konden de auto's nog even voor de show worden afgebeuld. De komende maanden houdt de Formule 1 zijn winterslaap, om op 20 maart in een hopelijk zonnig Australië te ontwaken.

17-11-2015

Licht aan het einde van de tunnel?

Wat is vorm? Soms heb je periodes dat alles wat je aanraakt in goud verandert (wat overigens ook best vervelend kan zijn) en soms lukt werkelijk waar niks. Voor een belangrijk deel zal het toeval zijn. Soms spelen tegenstanders gewoon echt goed en valt er weinig te halen, terwijl ze op andere dagen fout op fout stapelen. Deze toevallige schommelingen kunnen vervolgens worden versterkt doordat je extra zelfvertrouwen van je overwinningen krijgt, of juist je zelfvertrouwen verliest na een reeks nullen. Dit geldt waarschijnlijk niet alleen voor een individuele sport als het schaken, ook in teamsporten komt het voor. Het Nederlands Voetbalelftal vertoont deze grilligheid bijvoorbeeld al enkele jaren in extreme mate.

In ieder geval ging ik na mijn ontluisterende nederlaag in Groningen een zwakke fase in qua schaken. Geen flair, geen durf, geen overtuigingskracht: ineens klopte er helemaal niks meer aan mijn spel. Afgelopen zaterdag kwam voor mijn gevoel de kentering: nadat ik in het begin van het toernooi veel halfjes had gemorst door slecht te spelen, lang na te denken of een combinatie van beiden, kwam ik op het eind weer een beetje terug in mijn spel. De bravoure kwam weer een beetje terug en ik keek ernaar uit om iemand flink de patat op de bakkes te geven. Hieronder twee partijen die ik aan de uiteinden van de zwakke periode in de interne competitie tegen mijn teamgenoten heb gespeeld. De namen van de tegenstanders heb ik uit respect weggelaten.


Een maand later ging het heel wat beter:



De partijen worden mede mogelijk gemaakt door Knightvision.

De geheimen van Phobos

Angstige tijden voor Marsmaan Phobos. Afbeelding: ZME Science.
Het gaat niet goed met de Marsmaan Phobos. Onlangs werd bekend dat het object langzaam maar zeker door de rode planeet aan stukken wordt gescheurd, om uiteindelijk verzwolgen te worden. Als door planeten gefascineerd jochie vind ik zulke berichten altijd reuze interessant, dus hierbij een stukje over Mars en zijn manen.

Tja, onze kleine buurplaneet heeft twee manen en wij maar één. Jaloersmakend? Nou nee. Waar de Aarde al miljarden jaren wordt vergezeld door een kleine planeet, heeft Mars twee aardappelvormige brokstukken om zich heendraaien, genaamd Phobos en Deimos. Enig sarcasme klinkt wel door in die namen, die "angst" en "paniek" in het Grieks schijnen te betekenen, want de brokstukken zijn slechts enkele tientallen kilometers groot, vele ordes van grootte kleiner dan de Aarde en Mars:

Relatieve grootte van de Aarde en Mars en hun manen.
De Aarde is ongeveer 7 keer zo groot en 9 keer zo zwaar als Mars, die op zijn beurt 7 keer zo groot en 9 keer zo zwaar als de Maan is (rechtsboven). De maantjes van Mars zijn echter tientallen miljoenen keer kleiner dan Mars en bevinden zich helemaal in de linkerbenedenhoek van de grafiek.

Over de herkomst van de maantjes zijn vele theorieën bedacht. Zo zouden het ingevangen asteroïden zijn. Maar hoe een kleine, eenzame planeet als Mars zoiets voor elkaar gekregen zou moeten hebben, werd niet duidelijk. Vooral Phobos was een rare maan. Het object staat dicht bij Mars en spiraliseert langzaam naar de planeet toe, waaruit de conclusie werd getrokken dat het object door Mars' ijle atmosfeer werd afgeremd. Dat moest dan ook betekenen dat het object hol was. Misschien was het wel een door Marsmannetjes achtergelaten ruimteschip!

Zoals gewoonlijk was er een veel elegantere verklaring voorhanden: Phobos valt langzaam naar Mars toe door de getijden die het maantje bij Mars opwekt. Dat zit zo: op Aarde worden veel satellieten in een geostationaire baan gebracht, wat betekent dat ze altijd boven hetzelfde punt op het aardoppervlak staan. Dat is voor communicatie natuurlijk reuze handig. Voor natuurlijke satellieten is het zelfs van levensbelang. Manen die boven de zogenaamde synchronisatiehoogte staan, zoals onze eigen Maan, draaien langzamer om hun moederplaneet heen dan deze om haar as draait. Hierdoor tapt de maan via getijden rotatie-energie van de moederplaneet af. Het gevolg is dat de planeet minder hard om haar as draait en de maan zich langzaam van de planeet verwijdert. Zo verwijdert de Maan zich ieder jaar zo'n 4 centimeter van de Aarde. Bij Phobos is het omgekeerde het geval: het maantje vliegt met een noodgang om Mars heen (ongeveer drie keer per Marsdag) en komt daardoor ieder jaar zo'n 2 centimeter dichter bij Mars te staan. Ook in de planetenwereld geldt dat hardlopers doodlopers zijn.

Het mag dan ook geen verwondering wekken dat de getijdenkrachten van Mars Phobos langzaam uit elkaar aan het rukken zijn. Op dit moment zijn de getijdenkrachten van Mars op het punt van de maan dat naar Mars is gericht al ongeveer een derde van de zwaartekracht van de maan zelf. De alsmaar toenemende getijdenkrachten zullen Phobos steeds verder vervormen, waardoor de getijdenkrachten nog groter worden totdat het maantje uit elkaar valt. Interessant genoeg staat Phobos nu al binnen de zogenaamde Rochelimiet voor vloeistoffen, wat betekent dat als Phobos alleen door de zwaartekracht bij elkaar gehouden zou worden, de getijdenkrachten van Mars al groot genoeg zouden zijn om het maantje aan stukken te scheuren. Dat dat nog niet is gebeurd, suggereert dat Phobos nog iets aan treksterkte heeft, ondanks dat men vermoedt dat Phobos niet veel meer is dan een berg puin die door een korst een beetje bij elkaar gehouden wordt.

Hoewel de toekomst er voor Phobos buitengewoon slecht uitziet, is er ook nog wat goed nieuws: als het maantje tot een ring uit is gesmeerd, zijn er geen getijden meer en zal de ring tot in lengte van dagen om Mars heen blijven draaien. Dat moet voor de toekomstige Marsbewoners een hele opluchting zijn. Ook kunnen ze genieten van een prachtig ringensysteem zoals Saturnus nu heeft.

Dat Phobos juist "in onze tijd" bezig is aan de laatste fase van zijn duikvlucht, is waarschijnlijk enorm toeval. Het roept wel de vraag op hoe Phobos en Deimos zijn ontstaan. In het verleden moeten de twee maantjes veel dichter bij elkaar hebben gestaan. Aan de hand van Shi et al. (2013) heb ik zelf een heel simpel model gemaakt van de baanevolutie van Phobos en Deimos.

Evolutie van de banen van Phobos en Deimos.
Hoewel mijn model niet helemaal overeenkomt met het veel ingewikkeldere model van bovengenoemd artikel, komt er wel uit naar voren dat de Marsmaantjes in het verleden (net na het ontstaan van het Zonnestelsel) veel dichter bij elkaar hebben gestaan. Maakten ze deel uit van hetzelfde object? Of had Mars in het verleden meer brokstukken om zich heendraaien? Dat laatste is goed mogelijk. Mars kan, net als de jonge Aarde, door een groot object getroffen zijn. Anders dan bij de Aarde klonterden deze brokstukken niet samen tot één maan, maar behielden ze om de een of andere reden hun eigen identiteit. Waarschijnlijk zijn de meeste maantjes (ver) boven de synchronisatiehoogte ontstaan. Door hun geringe massa hoefden ze maar weinig rotatie-energie van Mars af te tappen om aan de greep van Mars te ontsnappen. Phobos en Deimos ontstonden toevallig bijna precies op de synchronisatiehoogte, waardoor hun banen lange tijd nauwelijks veranderden. Phobos had de pech om net onder de synchronisatiehoogte te ontstaan en dat betekende dat het maantje een vier en een half miljard jaar durende duikvlucht tegemoet ging.

Hoewel de theorie over het ontstaan van Phobos en Deimos niet volmaakt is, vind ik het wel wat plausibeler klinken dan ingevangen asteroïden of een door Marsmannetjes gemaakt ruimteschip. Heeft de lezer nog andere theorieën?

15-11-2015

Rosberg wint slaapverwekkende Braziliaanse Grand Prix

Een kort circuit met hoogteverschillen en gele curbstones: Interlagos is een welkome afwisseling op de saaie 13-in-een-dozijn-circuits die de huidige Grand Prix-kalender domineren. Alles gaat ook even anders dan anders: Luis is er nooit op zijn best, net als de Pirelli-banden: de eerste interessante droge Braziliaanse Grand Prix in het Pirelli-tijdperk moet nog gereden worden.

Dat de ijle lucht de turbomotoren wel beviel, dat was al langer dan vandaag bekend. Vorig jaar gingen de turbo's al supersnel nadat het circuit opnieuw geasfalteerd was en nu konden er weleens ronderecords gaan sneuvelen! Nou nee. Doordat de curbstones in sommige bochten waren veranderd en de coureurs niet constant alle bochten konden afsnijden, waren de rondetijden juist beduidend trager geworden: Rosbergs poletijd van 1:11,282 was ruim een seconde trager dan de 1:10,023 die hij vorig jaar uit zijn Mercedes perste.

Het zei misschien ook wel iets over het ontwikkelingstempo in de Formule 1 van de afgelopen jaren. Hier en daar worden wat dingen bijgeschaafd, maar echt radicale veranderingen zijn er niet te bespeuren. Het team van Red Bull is een van de teams die dit jaar alleen maar achteruit zijn gegaan. Hoewel de breuk met Renault weer enigszins gelijmd lijkt te zijn, gaf het weekend in São Paulo het team weer genoeg munitie om op de geplaagde motorbouwer af te vuren, toen bleek dat Ricciardo met de geüpgradede motor geen klap sneller was dan teamgenoot Kwjat. Om het nog leuker voor de Australiër te maken, kon hij vanwege de motorwissel wel tien plekken op de startopstelling inleveren, zodat een plek op de laatste startrij hem ten deel viel. Daarmee deed hij het overigens nog altijd beter dan Alonso, die in de kwalificatie stilviel en als laatste moest beginnen.

McLaren-coureur anno 2015: je moet er maar het beste van maken. Afbeelding: Twitter.
Ricciardo en Alonso kregen in de race nog wel een plaatsje cadeau van Science, die zijn auto op weg naar de startopstelling bij een proefstart liet afslaan en uit de pits moest starten. Vervolgens kwam hij in de race nog geen halve ronde ver omdat de motor de geest gaf.

Opmerkelijk genoeg zou Science de enige uitvaller van de verder wel erg bloedeloze race worden. Rosberg komt bij de start goed weg en vanaf dat moment kan Luis hem alleen maar volgen. De rest van het veld lijkt amper mee te doen. De Ferrari's kunnen het tempo van de grijze bolides nog een béétje volgen, maar achter hen wordt de rest van het veld, onder aanvoering van de als een raket gestarte Bottas, al gauw op grote achterstand gezet.

Het enige wat Rosberg van zijn vijfde zege van het seizoen kan afhouden is een windvlaag of een verprutste pitstop. De drie bandenwissels verlopen zonder problemen en doordat Luis steeds een ronde na Rosberg stopt, blijft de volgorde ongewijzigd. Alleen Räikkönen vindt zichzelf door een alternatieve pitstopstrategie even tussen de Mercedes in, maar echt snel is de man die acht jaar geleden op dezelfde plek zijn enige wereldtitel won niet. Aan de finish moet hij ruim een halve minuut toegeven op Fattle, die de Mercedes de hele race net niet kon bijbenen.

Achter de topteams gebeurde meer. In de middenmoot was het een drukte van jewelste. Rondenlang zat publiekslieveling Max in de sandwich tussen Pérez en Grosjean. Zijn inhaalactie op Pérez buitenom in de eerste bocht was het moment van de race. Pérez zag meteen ook nog Grosjean passeren. Grosjean zou later in de race Max nog te pakken krijgen. In de slotfase kon Max nog net een puntje veiligstellen door Pastoor de oren te wassen. De Venezolaan zat op een afwijkende pitstopstrategie en was daardoor bijna de hele race in gevechten verwikkeld. Een wat lompe inhaalactie op Ericsson, waarbij hij de Sauber-coureur achterstevoren tikte, leverde hem wel een tijdstraf van vijf seconden op, zodat het uiteindelijk ook niet meer uitmaakte dat Max hem de tiende plek ontfutselde.

Heel veel meer gebeurt er niet in de anderhalf uur durende Braziliaanse optocht. Rosberg wint, voor Luis, Fattle en Räikkönen. Op een ronde achterstand komt Bottas over de finish hobbelen, gevolgd door de sterk rijdende Hülkenberg en Kwjat, die met de oude motor nog redelijk competitief was. Voor eigen publiek kwam Massa niet verder dan een beschamende achtste plaats en daar was hij allerminst tevreden mee. De laatste punten waren er dus voor Grosjean en Max.

Door zijn overwinning stelde Rosberg zijn tweede plaats in het rijderskampioenschap veilig. Hij had ook geen goede verklaring voor het feit dat hij de laatste races Luis om de oren rijdt. Het zal er ongetwijfeld mee te maken hebben dat de drievoudig wereldkampioen de laatste tijd vooral aan het feesten is. Hopelijk kan Rosberg de lijn van dit seizoen doortrekken, zodat 2016 dit suffe seizoen kan doen vergeten. Over twee weken is het slotstuk in Abu Dhabi en daarna is de winterslaap.

Naschrift:
Massa werd na afloop van de race gediskwalificeerd vanwege te hoge bandentemperaturen. Grosjean werd dus achtste, Max negende en Pastoor tiende.

14-11-2015

Wel viskraam, geen sardientjes

Het SGS-snelschaakkampioenschap voor clubteams haalt bij mij altijd weer mooie herinneringen naar boven. Zoals die keer in het Visnet in Huizen, toen we van het kampioenschap droomden en netjes in de subtop eindigden. Of wat te denken van die laatste plaats in Giessenburg? Ondanks dat de resultaten niet altijd even goed waren vermaakte ik me die middagen wel, ook vanwege het vechtschaak dat ik bij die gelegenheden tentoonspreidde. Dit keer werd het toernooi weer gewoon bij En Passant in Bunschoten gespeeld, net zoals de afgelopen jaren.

Het animo op de club voor het toernooi was niet heel groot en dus kon BSG één team samenstellen. Het was wel een mooi gebalanceerd team met zelfs een reserve. Nou ja, dat was in ieder geval de bedoeling, want op de dag voor de wedstrijd kwam het bericht binnen dat Eddy of Squares was aangereden en een aantal botten had gebroken. Beterschap Eddy! Natuurlijk stelde het ongerief, net als de pech dat iemand in de supermarkt de laatste zes (!) croissantjes voor m'n neus wegkaapte, vergeleken de drama's in Parijs natuurlijk helemaal niets voor. Maar je koopt er, behalve een koffiebroodje als niet helemaal volwaardig substituut, verdomd weinig voor.

Hoewel ik vrij vaak aan het toernooi heb meegedaan, kan ik me niet herinneren dat ik ooit in de subgroep heb gespeeld. Doordat we niet zo'n heel sterk team hadden en iedereen liever 10-minutenpartijen dan 5-minutenpartijen speelde, kozen we er bewust voor om niet in de hoofdgroep mee te spelen. Ik moest ook behoorlijk aan de nieuwe gezichten wennen. In de top van de Nederlandse schaakwereld ken ik alle gezichten en bijbehorende namen wel, maar op de lagere niveaus is het met mijn kennis droevig gesteld. Wie ik wel kende, waren de spelers van Baarn. Hun zestal zou, met onder anderen Pascal, Sizzel en Yme, in de hoofdgroep niet hebben misstaan. Ze waren verrast dat wij ook in de laagste groep zouden spelen, maar dan niet echt op een blije manier, want nu hadden ze er een stevige concurrent bij. Toch bleef de sfeer altijd gezellig en daar draait het in deze barre tijden natuurlijk om.

In het ruime muziekgebouw begon het toernooi voor ons met twee makkies: in de eerste ronde versloegen we Hoogland met 5-1 en daarna werd Nijkerk, dat in de eerste ronde vrij was en daardoor kennelijk omhoog werd ingedeeld, met dezelfde cijfers verslagen. Vervolgens viel het dubbeltje in de moeilijke wedstrijden steeds de goede kant op. Dankzij een onvervalste schwindel van FM Henk wonnen we de topper tegen Zeist en na de pauze werden ook Amersfoort en Woerden met het kleinst mogelijke verschil geklopt. Zo waren we na vijf ronden al goed op weg om ons te plaatsen voor de finalepoule. Eén gelijkspel in de laatste twee ronden zou daarvoor genoeg zijn.

Tegen Baarn kwam dat gelijke spel er niet. Hoewel ik nog een roteindspel tegen Sizzel wist te houden, verloren we de wedstrijd wel nipt. Het gevolg was dat we in de laatste ronde tegen het derde team van Paul Keres mochten. "Van Zeist verloren we ook met 6-0" was het commentaar van de Utrechtenaren nadat het 5½-½ was geworden.

Het betekende dus dat we ons glansrijk voor de finalepoule hadden geplaatst. In de play-offs van drie wedstrijden streden de vier sterkste teams van de subgroep om de toernooioverwinning. Wij mochten eerst tegen Baarn, maar nu met verwisselde kleuren. Opnieuw kwam ik er tegen Sizzel nauwelijks aan te pas en dus mocht ik blij zijn dat ik een halfje aan het avontuur overhield. Ook nu wonnen Henk (van Pascal) en Tom (van Yme) en door de overwinning van Daniël was dat nu wel genoeg voor de zege.

Tegen Amersfoort ging het minder, ondanks dat ik voor het eerst in het toernooi het gevoel had een fatsoenlijke partij te hebben gespeeld. Naast me verloor FM Henk van degene tegen wie ik eerder in het toernooi een goede stelling in de soep had laten lopen. Henk, die tot dat moment alles had gewonnen, merkte beteuterd op dat hij eerder mat in drie had kunnen geven. In ieder geval zat BSG nu precies aan de verkeerde kant van de score. Zodoende gingen Zeist en Amersfoort met 3 punten de laatste ronde in, voor BSG met 2 en Baarn met geen punten.

In de laatste ronde was Zeist dus de tegenstander. Ik had zelf nog even een plaspauze genomen en toen ik terugkwam zag ik dat mijn tegenstander mijn klok al had aangezet en dat ik een halve minuut van mijn bedenktijd kwijt was. Daar was ik natuurlijk niet zo blij mee. Doordat mijn tegenstander (een man met een wit baardje, maar ik weet echt niet wie het was) maar snel bleef zetten, had ik ook geen schijn van kans om mijn tijdsachterstand in te lopen. Gelukkig wist ik met veel pijn en moeite een verraderlijk eindspel te winnen. Naast me had Henk weer gewonnen, terwijl Tom tegen een dame (waar hij eerder in het toernooi al van had verloren) een toreneindspel met drie minuspionnen remise hield. De staart haalde echter geen punten meer (Sicco had het over een toernooi dat als een nachtkaars uit was gegaan) en dus won Zeist de wedstrijd en het kampioenschap. Amersfoort eindigde in de finale gelijk, maar legde het af vanwege de slechtere score in het reguliere toernooi. BSG werd derde, Baarn werd vierde.

In de hoofdgroep was Paul Keres de sterkste, ondanks dat thuisploeg En Passant de topscorers van het toernooi had (Hans Böhm scoorde geloof ik 18 uit 20 en Jan Willem van de Griendt, de man van het dame-eindspel, scoorde zelfs 18½ punt in de 20 5-minutenpartijtjes). FM Henks score van 9 uit 10 werd in de prijsuitreiking ook nog even genoemd, waarna een speler van Paul Keres een digitale schaakklok in ontvangst mocht nemen. Ook werd de viskraam, die er dit jaar weer bij was (zo'n regionaal kampioenschap moet immers financieel worden uitgebuit) nog even genoemd. De gefrituurde vis vond in ieder geval gretig aftrek. Terwijl de duisternis langzaam inviel, liepen we weer terug de regen in. En dat was het.

Uitslagentabel van het toernooi.

09-11-2015

Held op sokken

Terwijl de regen op de stoeptegels tikt en het heerlijk clubavondje weer is aangebroken, zit ik achter mijn bureau deze partijbespreking te typen. Echt heel erg naar schaken staat mijn hoofd vandaag niet en met het SGS-snelschaakkampioenschap voor clubteams voor de deur leek het me een goed moment om even een avondje over te slaan. Alles is immers beter dan met ongeïnspireerd spel een kostbare witbeurt verkwanselen.

De nederlaag van afgelopen zaterdag zit me nog steeds diep. Natuurlijk is het fijn dat we ons de rest van het seizoen geen zorgen meer over het kampioenschap hoeven te maken, maar ik moet zeggen dat ik er weinig voor voel om nu nog zes wedstrijden voor spek en bonen te spelen. De komende wedstrijden zullen vooral in het teken staan van schadebeperking. Eerst maar klassebehoud veiligstellen.

Waar is het misgegaan? Ik heb geen idee. Op de clubavonden zijn er nog geen tekenen van verval: de zeven spelers van het tweede die in de interne spelen staan gewoon in de top 10, maar misschien is de interne geen goede graadmeter. Misschien was de oefenwedstrijd tegen het derde in het begin van het seizoen wel een teken aan de wand, want die wedstrijd werd maar heel nipt gewonnen. De toevalsfactor kan in die minimatch natuurlijk een rol hebben gespeeld, maar daar kan het tweede zich niet achter blijven verschuilen. In de eerste wedstrijden van het seizoen had het team over geluk niet te klagen. Het spel is gewoon ondermaats.

Daar kan ik over meepraten. Al vanaf de zomer ziet mijn spel er niet goed uit. Vooral in snelschaakpartijen kom ik geen barkruk voorbij. Gelukkig gaat het in de gewone partijen wat beter en vallen de resultaten alleszins mee (ik verbrak deze maand zelfs nog mijn vorige ratingrecord), maar het vertoonde spel geeft minder reden tot optimisme. De vorm is er niet, er worden geen kansen afgedwongen en het spel is ondermaats. Zaterdag droeg ik mijn steentje bij aan de grote nederlaag die het team kreeg te slikken.

Door een speling van het lot werd ik aan de op papier zwakste speler van de thuisclub gekoppeld. In teamwedstrijden moet je dan gewoon winnen, of je nou met wit of met zwart speelt. Hoewel de opening nog goed verliep, maakte ik daarna geen progressie meer en werd ik zelf nog bijna onder de voet gelopen. Op de staartborden bleek iets soortgelijks gebeurd te zijn, dus kon ik in een wat mindere stelling gaan proberen er ergens alsnog een winst uit te peuren. Als een held op sokken haalde ik nog wat rare fratsen uit in de hoop dat het evenwicht verbroken werd. Uiteindelijk mocht ik van geluk spreken dat dat niet gebeurde, maar aan de remise had het team niks. Een schrale troost: een overwinning had achteraf gezien ook niet uitgemaakt.

Maar goed, uiteindelijk had een overwinning er nooit echt in gezeten, daarvoor speelde tegenstander Yuri Eijk veel te solide. Wie weet zullen we hem nog vaker op een hoog bord tegenkomen. In ieder geval gebeurde er niet echt veel en dus werd het remise:



Deze partij wordt mede mogelijk gemaakt door Knightvision.

Over vijf weken mogen we trouwens tegen Fischer Z, de huidige nummer 2 in de poule. Dat is dus een uitgelezen kans om aan eerherstel te doen.