31-01-2012

De kolom van de maand

Laatst las ik een leuke, rake kolom die ik met veel plezier heb gelezen. Dit stukje proza was helaas weggestopt op pagina elf van het gratis treinkrantje De Pers van afgelopen vrijdag, waardoor maar weinig mensen het zullen hebben gelezen. Maar ik wel! Voor de verandering laat ik daarom graag iemand anders aan het woord in deze eenmalige rubriek: de kolom van de maand!

Column: Met z’n allen lekker dom doen

De aarde is aan de ondergang ontsnapt. Een geweldige uitbarsting op de zon stuurde een ongelofelijke tsunami van geladen deeltjes richting de aarde. Deze gruwelijke ‘zonnewind’ stortte zich in de nacht van dinsdag op woensdag op ons kleine planeetje. Zoiets kan vreselijke rampen veroorzaken: elektriciteitscentrales komen onder stroom te staan, satellieten vallen stil, en ga zo maar door. Vreselijk! Helaas gebeurde er niks. Maar het had gekund!

Dat was het wetenschappelijk nieuws van de week. En de enige manier om van zoiets te genieten, is net doen of je dom bent. Dat hebben de heren Pauw en Witteman goed begrepen. Dus nodigden ze dinsdag wetenschapsjournalist Govert Schilling uit, om het allemaal langzaam en rustig uit te komen leggen. Schilling speelde die rol met verve. Hij had een gele bal meegenomen (‘Dit is de zon!’) en een kraaltje (‘Dan is dit de aarde...’) en ook nog een tl-buisje om uit te leggen wat noorderlicht is. De beide heren keken hun ogen uit. Schilling had ook een filmpje meegebracht van de zon, gefilmd in uv-licht. Dan kun je zo prachtig die geweldige uitbarstingen op de zon zien. Een toch heel bekend beeld, maar Paul Witteman vraagt op zo’n moment: ‘Is dat een waterverftekening van een depressieve vrouw?’ Haha! Heel goed, Paul! Je moet vooral niet de indruk wekken dat je er iets van weet, van wetenschap. En tot slot wilden de heren ook weten of die zonnewind verband hield met de Maja’s en de ondergang van de aarde. Einde onderwerp.

Waarom toch?! Vanwaar deze georkestreerde stupiditeit? Blijkbaar kan er in dat programma uitgebreid aandacht worden besteed aan de meest subtiele politieke en economische problemen, en doen de heren er dan alles aan om de indruk te wekken er verstand van te hebben. Maar als het om wetenschap gaat, dan moet het niveau teruggeschroefd naar ergens onder dat van het Jeugdjournaal, en gedragen de heren zich spontaan als randdebielen. Verstand van wetenschap hebben is in Hilversum not cool. Wat verwachten we dan nog van gewone Nederlanders?

Martin Hulspas, 2012.

30-01-2012

Tata-Steel: de eindstand

Het Tata-Steel Chess-Tournament heeft zijn verwachte winnaar gekregen. Aronian reeg vanaf het begin de zeges aaneen en won, ondanks een kleine inzinking aan het einde. Dat kwam vooral doordat Carlsen eveneens een inzinking kende, waardoor hij niet verder kwam dan een gedeelde tweede plaats met Carouana en Radjabof.

Hieronder de stand:

1. Aronian 9

Aronian kan tevreden zijn over zijn toernooi. Afbeelding: chessbase.com.

Aronian won meer dan de helft van de partijen en werd met een punt voorsprong kampioen. Met wit was hij moeilijk te bespelen en met zwart gevaarlijk. In deze vorm is hij de sterkste schaker ter wereld, hoewel hij die titel voorlopig niet officieel zal dragen.

2. Carlsen, Carouana, Radjabof 8

Carlsen kon zijn favorietenrol niet volledig waarmaken. Afbeelding: chessbase.com.

Hij speelde geen slecht toernooi, maar toch geraakte Carlsen gedurende het toernooi steeds verder op het tweede plan. Hoewel hij in het onderlinge duel met de koploper de sterkste was, speelde hij te vaak remise om Aronian bij te houden.

Carouana, de vrees van de schaakwereld. Afbeelding: chessbase.com.

De jongste speler in de top 10 timmert hard aan de weg. Zijn rating stijgt het hardst van alle wereldtoppers (>2700) en ook hier pakte hij weer de nodige puntjes mee. Waar gaat dit eindigen? Met acht punten eindigde Carouana in Wijk aan Zee in ieder geval op de gedeeld tweede plaats.

Radjabof: onverslaanbaar. Afbeelding: chessbase.com.

"Hij verliest nooit" was de verklaring waarom Radjabof zo goed is. De Capablanca van het huidige schaken bleef als enige ongeslagen en eindigde dankzij drie overwinning op de gedeeld tweede plaats.

5. Ivantsjouk, Nakamoura 7½
7. Kamsky 7
8. Karjakin 6½
9. Van Wely

King Look was het spelletje nog niet verleerd. Afbeelding: chessbase.com.

Na een jaartje pokeren is de nieuwe King Look opgestaan. Hij is nu niet meer de speler die soms wint en vaak verliest. Nee, in Wijk aan Zee won hij geen partij. Wel scoorde hij elf remises, ongekend degelijk, hoewel het geen hoge klassering opleverde.

10. Gasjimof, Gelfand, Topallof 5

Dan nu twee spelers die door het ijs zakten: Gelfand en Topallof.

Gelfand wist het hoofd niet koel te houden. Afbeelding: chessbase.com.

Wereldkampioenschapsuitdager Gelfand maakte weinig indruk. Anand zal zich hebben verkneukeld om de vele nederlagen die zijn uitdager leed. Misschien probeerde hij zijn kruit niet voor de match te verschieten, maar nu zal zijn deelname aan Tata-Steel hem weinig plezier hebben verschaft.

Topallof: veel openingskennis, weinig schaakkracht. Afbeelding: chessbase.com.

In Wijk aan Zee raakte Topallof de aansluiting met de wereldtop volledig kwijt. De wereldkampioenschapsuitdager van 2006 en 2010 wist slechts één partij te winnen, terwijl hij er vier verloor. Aan zijn openingen lag het niet, maar het lukte de Bulgaar maar niet om zijn goede stellingen om te zetten in resultaten, waardoor hij verbannen werd naar de onderste regionen.

13. Giri, Navara 4½

Giri werd ontgroend. Afbeelding: chessbase.com.

Het toernooi begon nog goed voor het grootste Nederlandse schaaktalent ooit, maar het eindigde in mineur. In de tweede helft van het toernooi begon hij belachelijk te spelen. Tegen King Look kwam hij nog weg met remise, maar daarna was zijn geluk op. Zijn tegenstanders roken bloed, wat resulteerde in vijf (!) nullen op rij. Je kunt het niets anders dan een ontgroening noemen. Zelfs De Pers lichtte de lage klassering uit. Toch gaat Giri's ontwikkeling nog altijd erg snel en is het slechts een kwestie van tijd voordat hij echt iedereen van het bord blaast. Volgend jaar in de B-groep wellicht?

In de B-groep won Sissel 2 met eveneens 9 uit 13. Hij werd echter op de voet gevolgd door Brouzon en Motyleëf. Erwin L'Ami en Sergey Tiviakof eindigden als gedeeld vierde, slechts een puntje achter de winnaar. Dimitri Reinderman had net als Tiviakof een sterke eindsprint, die hem op 7½ uit 13 bracht. Slechtste Nederlander werd Sipke Ernst met vijf punten, nog achter de Overgrootopa.

In de C-groep ging de winst uiteindelijk nog naar Tourof. Hij liet maar 2½ punt liggen, hoewel zijn spel ook niet altijd even indrukwekkend was. Dat was eigenlijk het hele verhaal van de C-groep, die lang niet meer zo sterk was als voorheen. De Nederlanders eindigden allemaal in de achterhoede. Met 5 uit 13 kon Eugene Riaan d'or nog terugkijken op een redelijk toernooi, voor Large en de meisjes verliep het toernooi teleurstellend. De teleurstelling van het toernooi was evenwel MadU Sadler, voor wie de C-groep eigenlijk nog te laag zou zijn gegrepen. Hij moest tien keer genoegen nemen met remise, won twee partijen en verloor er een, waardoor hij in de middenmoot bleef steken.

Pentala Harikrishna, ofwel Sissel 2, won de B-groep. Afbeelding: 123people.nl.

MadU Sadler kon zich niet onderscheiden in de C-groep. Afbeelding: chessbase.com.

Tourof won daarentegen onbedreigd. Afbeelding: chessbase.com.

Large scoorde maar drie remises. Tegen de "kleintjes" liet hij het liggen. Afbeelding: bsg-bussum.nl.

Wel zette hij Tania Sagdef in haar hemd. Afbeelding: chessbase.com.

28-01-2012

Terugblik: De superkwalificatie

Sinds het verbod op bijtanken in 2010 is het niet ongewoon om formule 1-wagen tijdens de eerste ronden van de race over het circuit te zien kruipen. De rondetijden liggen in de openingsfase van de race vele seconden boven de kwalificatieronden. De komst van de snel slijtende Pirelli-banden en het ongelimiteerde DRS-gebruik in de kwalificatie, heeft dit snelheidsverschil in 2011 alleen nog maar groter gemaakt. Een hrt in "kwalificatietrim" zou iedere race fluitend hebben gewonnen.

Toch is het verschil tussen race- en kwalificatiesnelheid van alle tijden. Over het algemeen wordt er in de kwalificatie sneller gereden dan in de race, tenzij de weersomstandigheden in de kwalificatie slechter zijn. Dit kwalificatiesurplus is echter sterk afhankelijk van de kwalificatieopzet.

De afgelopen jaren is de kwalificatieopzet in de formule 1 keer op keer veranderd. Tot en met 2002 kreeg iedere coureur één uur en twaalf rondjes tot zijn beschikking om een zo snel mogelijke tijd te rijden, in 2003 werd dat veranderd tot één alles-of-niets-ronde. Dat systeem ging in 2005 op de schop. Toen moest men ineens twee kwalificatieronden rijden en telde de totaaltijd. Al na enkele races had men daar genoeg van. Vanaf 2006 tot heden is er een soort "eliminatiekwalificatie", waarbij er drie sessies zijn, waarbij steeds de traagsten afvallen. De snelste tien rijders strijden dan in de laatste sessie om de tien beste startplaatsen.

Zelf vond ik interessant om te analyseren in hoeverre het kwalificatiesurplus afhankelijk is van door het reglement geïntroduceerde variabelen. Men kan denken aan:
  • Kwalificatie over één ronde of over een hele sessie
  • Kwalificeren met weinig benzine of met de hoeveelheid waarmee de race wordt aangevangen
  • Aanwezigheid van twee concurrerende bandenleveranciers
  • Levensduur van de motoren
Voor deze rubriek heb ik de seizoenen 1999 tot en met 2008 uitgekozen voor de analyse. Dat is niet helemaal toevallig, omdat ik van die seizoenen de jaaroverzichten in mijn bezit heb. Daardoor kon ik eenvoudig de snelste kwalificatietijd vergelijken met de snelste raceronde. Wel heb ik bewust gekozen om de afgelopen twee seizoenen niet te gebruiken.

Het kwalificatiesurplus was heel simpel de snelste raceronden (in seconden) gedeeld door de tijd van de polesitter (ook in seconden) maal 100 %. Een bedrag boven de honderd procent betekent dat de kwalificatieronde sneller was dan de snelste raceronde, wat de normale gang van zaken is.

Toch zijn er ook een heleboel uitzonderingen. Daar de kwalificatie korter duurt dan de race, is de sessie vatbaarder voor verstoringen door veranderend weer. In andere woorden: het komt geregeld voor dat de kwalificatie regenachtig verliep, terwijl de race droog was. Deze observaties zijn uit de dataset gegooid. Omgekeerd kan de kwalificatie droog zijn verlopen, terwij de race (deels) nat verliep. Goede voorbeelden zijn regenkwalificaties als Frankrijk 1999, België 2001 en China 2006. Het omgekeerde was te zien bij de regenrace van Groot-Brittannië in 2008. Het moge duidelijk zijn dat deze observaties een nauwkeurige schatting naar wat het kwalificatiesurplus veroorzaakt, vertroebelen. Deze observaties zijn dus verwijderd.

Zoals hierboven aangegeven, heb ik vier factoren kunnen bedenken die het kwalificatiesurplus kunnen verklaren. Ik zal ze hier nog even toelichten:

Kwalificatie over één ronde of over een hele sessie
In 2003 werd besloten om de kwalificatie (niet alleen de sessie zelf, maar ook de startopstelling) spannender te maken door de rijders maar één kans op een snelle ronde te gunnen. Een stuurfout betekende dan onmiddellijk een verbanning naar de achterhoede. Doordat die ene kwalificatieronde vaak niet perfect was, werd het potentieel van de auto's niet volledig benut. In 2006 werd het systeem overigens weer afgeschaft.

Kwalificeren met weinig benzine of de hoeveelheid waarmee de race wordt aangevangen
Tot en met 2002 reed iedereen de kwalificatie met precies genoeg brandstof om één snelle ronde te rijden. In de jaren daarna moest je met de hoeveelheid brandstof rijden waarmee je de race wilde aanvangen. Er moest dus een compromis gemaakt worden tussen kwalificatiesnelheid en de beste tactiek voor de race. Dit resulteerde erin dat men zich met een aanzienlijke hoeveelheid brandstof kwalificeerde, wat natuurlijk ten koste ging van de kwalificatiesnelheid. Toen de eliminatiesessie in 2006 werd geïntroduceerd, waren de rijders eveneens verplicht om met de hoeveelheid brandstof te starten waarmee ze de race zouden aanvangen. Tussen de kwalificatie en race mocht de verstookte hoeveelheid brandstof echter worden bijgevuld, zodat de wagens in de kwalificatie lichter waren dan in het begin van de race, wat de rondetijden natuurlijk ten goede kwam. In 2008 werd dit echter weer verboden.

Aanwezigheid van twee concurrerende bandenleveranciers
De bandenoorlog tussen Michelin en Bridgestone van 2001 tot en met 2006 zorgde voor zachtere bandensamenstellingen, die in de kwalificatie meer grip gaven en in de race harder sleten. Hierdoor zou de bandenoorlog een positief effect moeten hebben op het kwalificatiesurplus. Een uitzondering was overigens 2005, want toen waren bandenwissels tijdens de race niet toegestaan, waardoor de bandenfabrikanten duurzamere banden moesten leveren.*

Levensduur van de motoren
In de tweede helft van het afgelopen decennium werd een begin gemaakt met de verduurzaming van de sport. Eén belangrijke maatregel was dat de motoren steeds langer mee moesten gaan. In 2004 moest een motor verplicht één weekend meegaan en vanaf 2005 zelfs twee weekenden. Tot die tijd stond er geen straf op het wisselen van een motor. ot en met 2002 zullen er (bij de topteams) wel speciale kwalificatiemotoren zijn gebruikt. In 2003 was dat er niet meer bij door de veranderde kwalificatieopzet, waardoor de teams tussen de kwalificatie en race niet meer aan de auto's mochten prutsen.

Resultaten
Gewapend met het gemiddelde kwalificatiesurplus per seizoen en de destijds geldende reglementen, heb ik Stata een simpele lineaire regressie laten uitvoeren. De impliciete aanname is wel dat de verandering van de formule 1-kalender geen invloed heeft gehad op het kwalificatiesurplus, wat misschien een vrij gewaagde assumptie is, aangezien het kwalificatiesurplus per circuit verschilt en de formule 1-kalender juist in het afgelopen decennium op de schop is gegaan.

Bij dit soort analyses speelt het gevaar voor multicollineariteit (de verklarende dummyvariabelen zijn lineaire combinaties van elkaar) een rol. De uitkomsten zijn daarom niet geheel betrouwbaar. In ieder geval waren dit in grote lijnen de resultaten:

Kwalificatiesurplus:

Kwalificatieopzet
Eén ronde -1,259 (0,095)
Volledige sessie is de referentiecategorie

Brandstofniveau
Minimum 0,970 (0,202)
Racebrandstof -0,713 (0,095)
Tussenvorm is de referentiecategorie

Levensduur motor
Geen restricties 0,537 (0,095)
Eén weekend 0,836 (0,095)
Twee weekenden is de referentiecategorie

Bandenoorlog 1,007 (0,171)

Constante 100,943 (0,095)

R² = 0,9941

(De effecten van verschillende variabelen op het kwalificatiesurplus. Tussen haakjes staat de standaardfout.)

Het blijkt dus dat de kwalificatie over één ronde het kwalificatiesurplus met ruim een procent vermindert. Blijkbaar is dat de prijs van het rijden van een niet helemaal perfecte ronde met een misschien niet helemaal perfecte afstelling. Verder scheelt het rijden met bijna lege tanks nog bijna twee procent ten opzichte van het rijden met de hoeveelheid brandstof waarmee de race moest worden aangevangen. Dit is geen gekke uitkomst, want in 2003 en 2004 werd vaak met tien à twintig ronden brandstof gekwalificeerd, wat inderdaad een snelheidsverlies in de orde van grootte van (iets meer dan) een seconde gaf, wat omgekeerd één à twee procent in rondetijd is.**

Verder lijkt het effect van de verduurzaming van de motoren niet heel erg realistisch en dat komt doordat het effect op het vergelijken van de omstandigheden gedurende slechts twee seizoenen is gebeurd. Waarschijnlijk is het kwalificatiesurplus afgenomen door de verduurzaming, maar dat is niet met grote zekerheid te zeggen.

De bandenoorlog lijkt wel een duidelijk positief effect te hebben op het kwalificatiesurplus. Doordat de snelste raceronden tot het bijtankverbod eigenlijk altijd aan het eind van een stint werden neergezet, geeft het aan in hoeverre de bandenslijtage is toegenomen door de zachtere banden. Hoewel nieuwe banden altijd meer grip geven dan oudere banden, is het verschil door de bandenoorlog nog een procent groter geworden. De bandenslijtage is dus groter geworden, waardoor het kwalificatiesurplus is toegenomen.

Al met al geeft dit wel een beeld over het snelheidsverschillen in de race en de kwalificatie. Het verklaart waarom de wagens tot en met 2002 in de kwalificatie zo'n drie procent sneller gingen dan in de race. De bandenslijtage (de coëfficiënt voor het minimumbrandstofniveau plus die van de bandenoorlog) verklaart bijna twee procent, daarbij aangetekend dat de kwalificatiemotor ook een deel kan verklaren. Daarnaast verklaart het soepele motorreglement ook ongeveer een half procent. Het intrinsieke kwalificatiesurplus blijkt ongeveer een procent te zijn, mogelijk doordat de motoren in de kwalificatie agressiever zijn afgesteld.

De analyse vertelt helaas niks over het kwalificatiesurplus per circuit. Het surplus verschilt namelijk flink per circuit. Zo is het verschil groot bij bijvoorbeeld de Grand Prix van Spanje (Circuit de Catalunya) en Frankrijk (Magny-Cours), maar laag op Albert Park (Australië) of de A1-Ring (Oostenrijk). Als vermoedelijke oorzaak kan ik alleen de bandenslijtage aanwijzen: Spanje staat bekend om de hoge bandenslijtage, terwijl Frankrijk een van de weinige circuits is waar tot en met 2002 driestopstrategieën werden toegepast, terwijl men in Oostenrijk en Australië meestal maar één pitstop maakte. Veel pitstops duiden op een hoge bandenslijtage.

Tegenwoordig is de bandenslijtage eveneens een beperkende factor in de race. Doordat er bovendien twee soorten banden zijn (een harde en zachte soort), komen de rondetijden in de race niet in de buurt van de rondetijden in de kwalificatie. De race en de superkwalificatie zijn eigenlijk twee totaal verschillende disciplines. Wel jammer eigenlijk, hoewel er in dat opzicht weinig is veranderd ten opzichte van vroeger. Maar vroeger had men geen kunstgrepen nodig om in de kwalificatie zoveel sneller te gaan.

*Vanwege multicollineariteit was dit effect helaas niet te meten.
**Doordat de sterkere kwalificatiemotor (met waarschijnlijk enkele lichtere, minder duurzame onderdelen) in dezelfde periode (tot 2002) als de 12-rondenkwalificatie was, is het afzonderlijke effect hiervan niet te meten. Mogelijk droeg de kwalificatiemotor wel bij aan het grote kwalificatiesurplus tot en met 2002.

27-01-2012

De week van de slapeloze nachten

Vorige week rond deze tijd overleed Sheba. Nog steeds heb ik het er moeilijk mee. Talloze gedachten spookten de afgelopen dagen door m'n hoofd. Hoewel ik de afgelopen week een beetje kon bijkomen van vorig weekend, werd ik vandaag weer met de leegte geconfronteerd. Voor het eerst lag Sheba niet bij thuiskomst op me te wachten.

De afgelopen week heb ik me veel dingen afgevraagd. Soms zijn het gewoon details en wetenswaardigheden die ik nog wil weten, maar soms probeer ik mezelf te evalueren. Terugkijkend naar de vele foto's die ik de laatste vier jaar van Sheba heb gemaakt, merkte ik tot mijn schrik op, dat ik eigenlijk helemaal geen foto's had van de laatste maanden. Ook kan ik me niet herinneren dat ik Sheba extra veel aandacht heb gegeven in de laatste weken van haar leven. Waarom, vraag ik me nu af. Wilde ik niet meer voor haar zorgen toen ze overal tegenaan liep? Wilde ik niet meer voor haar zorgen toen ze steeds in huis pieste? Ben ik zo slecht? Of kon ik het niet meer aanzien?

Als ik nu terugkijk, zie ik pas goed wat voor vrije val Sheba d'r gezondheid heeft gemaakt in het laatste jaar. Van een gezond diertje op leeftijd takelde ze af naar een doof en blind diertje, dat broodmager was en moeite had zich voort te bewegen. En dat gebeurde eigenlijk allemaal in haar zeventiende levensjaar. Eigenlijk ging haar conditie er met de dag op achteruit. Daarom verbaast het me dat ik haar einde niet heb zien aankomen. Met een beetje extrapoleren was ik vast heel ver gekomen. Ik vraag me soms af wie er nou blinder was: die kat of ik.

Ik wist dat Sheba wel een heleboel "ouderdomskwaaltjes" had, maar ik dacht dat haar gezondheid nog wel redelijk was. Daarom schrok ik me een ongeluk toen ik vorige week kreeg te horen dat het heel slecht met d'r ging. Toen ik eindelijk thuis was, was ik wel weer tot bedaren gekomen. Het zien van Sheba maakte me ook rustiger. Over de laatste dag van ons samenzijn ben ik ook niet echt trots. Nu heb ik spijt dat ik haar niet de hele dag heb vastgehouden en geknuffeld. Dat ik die laatste dag had gebruikt om nog oude herinneringen op te halen. Nee, in plaats daarvan heb ik haar alleen gelaten, wetende dat het einde naderde. Hoewel ze mijn aanwezigheid anders amper gemerkt zou hebben, had het vooral mezelf een beter gevoel gegeven.

Pas toen ze was overleden, kwamen de herinneringen. Ik bekeek m'n oude foto's en daarmee herleefden de oude tijden weer een beetje. Ik besefte hoe goed ik het vroeger met Sheba had (voordat haar gezondheid achteruit ging) en wat ik nu kwijt was. Ik snapte niet dat ik vroeger ooit ongelukkig kon zijn. Ik besefte hoe bijzonder en onvervangbaar Sheba was. Ze was immers de enige kat die mij tijdens m'n jeugd had zien opgroeien.

In die tijd dat Sheba bij ons woonde, ben ik natuurlijk enorm veranderd. Het is bijna niet meer voor te stellen hoe de wereld was in 1995. Niet zo gek natuurlijk, want inmiddels zijn we één zesde eeuw verder en dat is een behoorlijk lange periode. In die tijd heb ik de basis- en middelbare school doorlopen, gevolgd door mijn studie. Het waren geen makkelijke jaren voor me, maar gelukkig kon ik dan nog terugvallen op de gezelligheid van een kat. Ben ik wel dankbaar genoeg geweest voor die mooie jaren?

In ieder geval kwelden die gedachten me het afgelopen weekend wel. Alles speelde mee om me ellendig te laten voelen: het gure weer, de bouwput die van het huis was gemaakt en dan dus het gemis van m'n kat. Het was om alle redenen kil in huis. Doordat ik ook nog verkouden werd, kon ik amper slaap vatten.

Nieuwe start
Maandag ging ik naar Amstelveen, waar het zowaar zonnig was. Ik kon me enigszins bevrijden van mijn sombere gemoed. Ik voelde dat die dag, 23 januari, de start was van een nieuw leven. Een leven waarin ik een "beter" mens wil zijn, een leven waarin ik meer plezier wil hebben, een leven waarin ik meer activiteiten wil ondernemen. Het leven is te mooi om je door kleine tegenslagen dwars te laten zitten. Elke dag in het leven is weer uniek. De wereld wordt iedere dag door andere mensen bewoond. Iedere dag maakt deel uit van het langzame ontwikkelingsproces van de mensheid en ik kan daar m'n steentje aan bijdragen.

Die nacht sliep ik als een roos. Mijn treurige gevoelens waren verdrongen door de vele mooie herinneringen aan Sheba. Dat kwam vooral doordat ik veel foto's kon herinneren waar ze lekker lag te genieten. Ze had toch maar een mooi leven gehad. Dat gaf mij ook weer een dusdanig goed gevoel, dat ik fijn kon slapen.

Gedurende de rest van de week borrelden de schuldgevoelens weer op. Ook het besef dat ik Sheba nooit meer kan voelen, maakte me verdrietig. Toch vond ik het vooral voor Sheba zelf zielig dat ze er niet meer was, hoewel ze zelf misschien blij was dat ze niet meer hoefde te lijden. Maar het leven dat ze begin vorig jaar nog leidde, dat was toch nog prima? Hadden we haar niet iets adequater kunnen behandelen, zodat ze nu nog redelijk gezond op deze wereld had kunnen ronddarren? Als we vaker langs de dierenarts waren gegaan, hadden ze het dan die nierproblemen niet eerder ontdekt? Natuurlijk zijn het maar hypothetische vragen, maar ze kunnen me wel aan het denken zetten om in de toekomst (met Bonnie bijvoorbeeld) niet dezelfde "fouten" te maken.

Vandaag kwam ik dus weer thuis. Sheba d'r urn was al afgeleverd. Het was confronterend om haar in deze gedaante te zien. Het is altijd zielig als een lid van het gezin overlijdt. Bijna tien jaar was Sheba één van de zes in ons gezin en nu waren er slechts wat koolstofmoleculen van haar over, een schraal aandenken van de prachtige poes met haar complexe vlekkenpatroon die ze ooit was.

Al met al heb ik wel veel geleerd van Sheba d'r dood. Ik hoop dat ik de op een pijnlijke manier verworven inzichten kan gebruiken om in de toekomst een beter en waardevoller leven te leiden. Jammer genoeg kan Sheba dat niet meer meemaken en daar voel ik me ernstig schuldig over. Daarom hoop ik dat we haar niet zullen vergeten.

Rust zacht beertje!

Om haar niet te vergeten, hier nog een oud filmpje:

23-01-2012

Tata-Steel: midterm-reports

De eindstreep komt in zicht. Na acht van de dertien ronden is het wel duidelijk tussen welke spelers het zal gaan voor de eindzege. In de A-groep gaan Aronian en Carlsen gelijk op. Met wit winnen ze bijna altijd en met zwart houden ze in ieder geval gemakkelijk remise. Desondanks hebben ze maar een halfje meer dan Radjabof, het donkere paard.
In de middenmoot vertoeven de Nederlanders. King Look is nog steeds solide, maar Anus speelt bij vlagen ronduit belachelijk, wat hij met een ultrakorte nederlaag tegen Gasjimof moest bekopen, de slapende leeuw van het toernooi.
Onderin vinden we een paar grote namen: wereldkampioenschapsuitdager Gelfand speelt als een leeuw zonder tanden, terwijl Topalof hopeloos uit vorm is. Gasjimof heeft alleen tegen Giri zijn tanden laten zien, terwijl Navara vooral kanonnenvoer is.

In de B-groep is nog niks beslist. Aan kop gaat Sissel 2, voor de goed spelende Motyleëf. Ratingkanon Brouzon is na zijn slechte start ook weer lekker opgeklommen. Erwin L'Ami staat eveneens in de subtop met zijn oerdegelijke spel. Sipke Ernst bivakkeert in de middenmoot met zijn rare fratsen. Hoewel hij vaak belabberd komt te staan, redt zijn tactische vernuft hem er vaak weer uit, ook tegen sterke spelers. Dimitri Reinderman heeft eveneens vijftig procent, een score waar de Nederlanders patent op lijken te hebben. Tiviakof bakt er niet erg veel van en voor Jan Timman, die liefkozend "overgrootopa" wordt genoemd, duurt het toernooi waarschijnlijk acht ronden te lang.

In de C-groep zijn de Nederlanders allemaal wel kanonnenvoer voor de boze buitenlanders. Slechts Daan Brandenburg kan aardig meekomen, hoewel hij vrij bleek speelt. De vernederlandste Brit Sadler speelt ook niet al te veel klaar, want ook hij staat op maar één overwinning. De koplopers zijn Tikkanen, een in Nederland onbekende Zweed, en Tourof.
Onderin staan Hopman Breedborst en Anne Haast met twee punten. Large staat maar een puntje boven de rodelantaarndragers. Na een ingecalculeerde, doch onnodige nederlaag tegen Tourof, produceerde hij een lelijk eierenrekje. Door een bemazzelde overwinning tegen Hopman ging hij de rustdag echter nog positief in en dat is ook wat waard.

Tijd voor de partijfragmenten!


Lahno-Motyleëf (5). In deze stelling staat wit wat onplezierig, maar verder is er niet veel aan de hand. De witspeelster vond echter een manier om alsnog snel te verliezen: 53.Kf4? Ld4! De koning zit gevangen en nu gaat het hard: 54.Ke4 Td2 55.Kf4 Kh6 56.Db5 f5 57.Dxf5 e5+! 0-1.


Gelfand-Nakamoura (6). Na de lelijke dekkingsfout 35.Tc2?? scoorde zwart met 35...Ted4! een doelpunt. Heel wat taaier was 35.Td6.


Heel wat leuker was Radjabof-Karjakin (6). Hoe maakt wit een eind aan zwarts gespartel? Juist: 62.Tc4+!


Heel erg getruct werd Vladimir Potkin in zijn partij tegen Sipke Ernst. Na 26...Td2? vond Ernst 27.Dxh7+ Kf8 28.Pxe6+! fxe6 29.Dh6+ Ke7 30.Dxd2, die het eindspel door een matdreiging ook nog eens in zijn voordeel besliste.


Eenzelfde truc dacht Daan Brandenburg te hebben tegen Elizabeth Pets. Hij begon goed: 36...Txc2+ 37.Kxc2 Dh2+ 38.Kc1 Dxe5 39.Dxa6 Df4+ 40.Kc2 Dc4+? en dat had hij nou niet moeten doen. Na 41.Pc3! verloor hij zijn pluspion weer en moest knarsentandend in remise berusten.


Tegen Karjakin leek Topalof in de zevende ronde op weg naar een puntje. Met drie pionnen voor de kwaliteit staat hij vorstelijk, maar in plaats van met 34...Dxe4 35.Tfe1 Dg6 36.Txe7 Lc6 recht op het doel af te gaan, besloot hij zijn actie voor te bereiden met 34...Kf8? Na 35.Txa7 raakte hij het spoor volledig bijster, getuige het vervolg: 35...b4 36.Tb7 Te2? 37.Df3 Tc2 38.Txb4 en hij was twee pionnen armer. Op zet 99 gaf hij zich eindelijk gewonnen.


Loek van Wely baalde als een stekker na zijn partij tegen Anish Giri. Na de hele partij overwegend te hebben gestaan, dacht hij het even uit te maken met 59.Pg7+ Ke5 60.Kg4. Giri verraste hem met 60...f5+ 61.Pxf5 Lxh4!! 62.Pxh4 Kd4 en maakte verrassend remise.


Navara dacht de geweldige reputatie van het Berlijns een keer in zijn voordeel te laten werken, maar faalde hopeloos. Wit (Kamsky) staat natuurlijk al geweldig en wellicht dat dat bijdroeg aan de volgende grafzet: 36...c5?? Na 37.Kc4 Kc6 38.Td1 Lc7 39.Td5 moest Navara een kansloos eindspel toestaan.


Mooier was de stelling van Nietsjnik tegen Vocatouro. Na 16.e5 kwam deze stelling op het bord. Niet altijd is een zet zo goed als-ie lijkt, maar nu toch zeker wel. De zwartspeler probeerde het vege lijf te redden met 16...dxe5, maar na 17.d6 liep wit met gemak door de zwarte stelling heen, hier en daar een pionnetje ophalend.


Met een geweldige blunder wist Sergey Tiviakof het Groningse onderonsje met Sipke Ernst in zijn nadeel te beslissen. Hier ontglipte hem het zwakke 35.De4? Dxe4 36.Txe4 Pd3. Ineens is het goed mis voor wit: hij verliest een pion. In plaats van een langzame dood te sterven, koos Tiviakof voor 37.b5?? Pf2+ en kassa.


Kwaad op zichzelf zal de witspeler zijn geweest in Timman-Reinderman. Hij zag een fata morgana: 29.Lxh7+?? Zwart kwam met het ontnuchterende 29...Kxh7 30.Dh3 Th8 en de stukken konden weer in de doos.


Gelfand liep in de achtste ronde tegen Kamsky op zijn laatste benen. Zijn koning staat op de tocht en na 34...Dc7+ 35.Kf2 Dh2! is zwarts aanval inderdaad van orkaankracht. Hij speelde echter 34...Te4? en na 35.Df6 ging zijn aanval langzaam over tot een depressie en werd er tot remise besloten.


Onze overgrootopa was tegen Brouzon met zwart al snel in ernstige moeilijkheden geraakt. Na 23.Td3! Tg8 24.cxd5 had hij het kunnen opgeven. Er volgde echter 23.cxd5 Dd6 24.h3? Tc4 25.a4? Slaan op a4 en b4 is uit den boze, maar 25...T8c8 is prima. 26.axb5 axb5 27.Ta1 Td4 28.Tdc1 Tc4 29.Txc4 dxc4 30.Ta7 Kg8 31.b5. Wit heeft zijn voordeel bijna verspeeld en na 31...e4 zou hij nog een lange strijd voor de boeg hebben. Er volgde echter 31...c3?? 32.Ta4! en opgegeven: het mat is niet meer te pareren.

Tot slot nog een paar aardige potjes:




21-01-2012

Sheba in foto's

Vanochtend hebben we Sheba naar het crematorium gebracht. Aangezien ik haar nooit meer zal zien, moet ik het maar doen met de foto's die ik van d'r heb gemaakt. Hieronder een chronologische reeks met foto's van Sheba. Ik heb zelf slechts foto's van Sheba van na 2007 (waarvan een aantal op m'n eigen verrotte PC), dus de oudste foto's zijn door anderen gemaakt.

Sheba: van baby tot hoogbejaarde

1995: het begin van een mooi kattenleven


Gezellig met z'n allen bij elkaar...


Moeder met kinderen


De kleine Sheba


De eerste kennismaking


De jonge Sheba bij ons thuis


Sheba en Muis

2001: volwassen


Een foto van Sheba op het konijnenhok van Sneeuwbeertje (winter 2000-2001)

2006: Koningin Sheba


Tijdens WK Voetbal (met wuppie)

2008-2011: lief oudje


Lekker uitrusten... (Juni 2008)


Gespot op het schuurtje! (Oktober 2008)


Samen met Bonnie op Ewoods bed (zie postkratten!) (Februari 2009)


Op m'n bureau (Februari 2009)


Befaamde scène in het handdoekenrek (April 2009)


Op de tuintafel (Mei 2009)


In het gras (Mei 2009)


Op m'n schoolspullen (Juni 2009)


Op de dikzak (Juli 2009)


Lekker in de zon (September 2009)


Een close-up (Oktober 2009)


Sheba in de herfst van haar leven (Oktober 2009)


In de kerstboomdoos (December 2009)


Bietsen bij de koelkast (December 2009)


Bij Jean Loulou (Oudjaarsavond 2009)


Samen met Bonnie op de stoel (Januari 2010)


Nog een close-up (Januari 2010)


In de krantenbak (Maart 2010)


Op de tuinstoel (Maart 2010)


15 jaar! (Mei 2010)


In de tuinstoel (Mei 2010)


Samen met Bonnie op bed (Juni 2010)


Bij de gieter (Juli 2010)


Op de trap (November 2010)


Met Bonnie op de bank (December 2010)


Met Bonnie zoeken naar oude Donald Ducks (April 2011)


Laatste verjaardag (Mei 2011)


Nog steeds vitaal (September 2011)


Het dekentje likken (Oktober 2011)


Nog een laatste foto van Sheba en Bonnie op bed (November 2011)

2012: het einde

Haar laatste uurtje (gisteravond)

Sheba op Youtube


Sheba schaakt (November 2008)


Sheba met framboos (Maart 2010)