01-05-2014

Twintig jaar geleden

Hij was een van de grote namen in de Formule 1. Een echte superheld. Iemand over wie altijd met veel bewondering werd gesproken. Over zijn fenomenale wagenbeheersing. Over zijn menselijke kant. Het was een coureur die alle talenten van de wereld leek te hebben en wat was het toch een enorm gemis voor de sport dat zijn leven tegen een betonnen muur moest eindigen.

Doordat ik de Formule 1 pas een aantal jaar na die fatale dag begon te volgen, heb ik hem nooit in het echt zien rijden. Voor mij was Ayrton Senna altijd de man van het verleden. Hij kwam uit een ander tijdperk, hij zat voor altijd gevangen in het jaar 1994. Over Senna wist ik lange tijd niet veel meer dan dat hij drie keer wereldkampioen was geworden en dat hij verongelukte in de wagen die hij zo graag had willen besturen. Hoe tragisch.

Senna vierde zijn grootste successen aan het eind van de jaren 80 en het begin van de jaren 90 bij het team van McLaren. Dat team degradeerde echter in korte tijd van topteam tot droevige figurant. Williams was het te kloppen team en Senna had er alles voor over om daar een zitje te bemachtigen. In 1992 werd Nigel Mansell met overmacht kampioen, waarna hij het team verliet en Alain Prost de kans gaf in 1993 kampioen te worden. De inmiddels 38 jaar oude Fransman kondigde zijn pensioen aan en dus kreeg Senna in 1994 EINDELIJK de kans om in de beste auto te laten zien wat hij waard was.

Het ging niet als gehoopt. Eigenlijk was Senna’s tijd bij Williams een aaneenschakeling van teleurstellingen en ontgoochelingen. Doordat allerlei elektronische snufjes als tractiecontrole en actieve ophanging per ingang van 1994 werden verboden, kwamen de tekortkomingen van de bolide opeens duidelijk aan de oppervlakte. In een vreselijk onvoorspelbare bolide werd Senna geacht de vloer aan te vegen met de concurrentie, maar hij had in ene Michael Schumacher een geduchte concurrent getroffen. Schumacher en het Benetton-team haalden alle denkbare trucs uit de kast om Williams te verslaan, waarvan de geheime tractiecontrole wel de beruchtste was.

Hoe dan ook: waar Schumacher twee zeges boekte, ging Senna voor eigen publiek in de rondte en werd hij in de tweede race bij de start door ex-teamgenoot Häkkinen uit de race gebeukt. Senna’s gemoed was dus al niet te best toen het Formule 1-circus het Autodromo Enzo e Dino Ferrari, een bloedsnelle baan met amper uitloopstroken, aandeed. Geen prettig vooruitzicht in een seizoen waarin de auto’s bij het minste of geringste van de baan vlogen. Dat kon niet goed gaan en inderdaad, het ging ook niet goed: het raceweekend werd een inktzwarte nachtmerrie.

In de vrije training liep een koprol van Rubens Barrichello nog net goed af, maar daarmee was ook al het geluk verbruikt: een dag later vloog Roland Ratzenberger met een noodgang de muur in en kon dat niet navertellen. Senna was in alle staten door het voorval. Misschien wist hij wel dat hij de volgende was. Misschien wist hij dat zijn tijd gekomen was. En dus startte hij de race. De race die hij per se wilde winnen. Niet alleen voor zichzelf en het kampioenschap, maar ook voor Ratzenberger, die hij in de uitloopronde wilde eren. Hij kwam echter niet verder dan de uitloopstrook. We zullen nooit weten wat Senna dacht toen hij in de aanloop naar de gevaarlijke Tamburello-bocht zijn stuurwiel ineens in zijn schoot had bungelen. Misschien vertrouwde hij erop dat hij zijn bolide op wilskracht wel de bocht om zou krijgen. Of dat god hem zou helpen. Het gebeurde allebei niet. Op het slechtst denkbare moment brak de stuurstang in tweeën en dus koerste de Williams met startnummer 2 in volle vaart op een onbeschermde betonnen muur af. Het rechter voorwiel knalde tegen Senna’s gele helm en overal in de wereld werd het stil.

De nasleep van het ongeluk was enorm. De circuits en bolides werden veiliger gemaakt om dergelijke tragedies in de toekomst te voorkomen. Martin Brundle, Luciano Burti, Robert Kubica, Felipe Massa en noem ze maar op: allemaal hebben ze in de jaren daarna flinke klappers overleefd. Senna’s dood markeert het twintigste jaar zonder dodelijke ongelukken in de Formule 1 – als je de dood van een aantal marshalls langs de baan niet meerekent. De coureur is in ieder geval veilig en dat kunnen maar weinig andere sporten zeggen. Als een echte held heeft Senna zijn leven gegeven om dat van anderen te redden.

Ayrton Senna
1 mei 1994
1 mei 2014

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Heeft u vragen en/of toevoegingen, laat dan hier een reactie achter: