Anderhalve week geleden degradeerde BSG 1 uit de meesterklasse. En dat terwijl dezelfde spelers vorig seizoen bijna kampioen waren geworden. Hoe kon dat toch gebeuren? Was het pure pech, of speelden er andere dingen mee?
Heel groot was het verschil tussen beide seizoenen niet: over 90 partijen pakte BSG vorig seizoen 7 bordpunten meer dan in het net afgelopen seizoen. Het grote verschil zat hem in de matchpunten, want waar BSG in 2014-2015 veel wedstrijden met het kleinst mogelijke verschil won, zat het in 2015-2016 vaak net aan de verkeerde kant van de score. Het resultaat: een teruggang van 14 naar 5 matchpunten.
Maar die mindere resultaten, hadden die met een slechte vorm te maken? Deels, maar er speelden meer factoren mee. Het blijkt dat de meesterklasse iets sterker is geworden: de gemiddelde rating was 2351 in 2014-2015 en 2363 in 2015-2016. BSG kreeg die stijging overigens nog iets sterker te voelen, omdat de tegenstanders in het bijna-kampioensjaar relatief zwak waren (hun gemiddelde rating was 2341, wat betekent dat BSG destijds doorgaans tegen wat verzwakte tegenstanders speelde), terwijl ze in het afgelopen jaar gewoon gemiddeld opkwamen.
Zelf kwam BSG juist iets minder sterk voor de dag. Dat had deels te maken met gedaalde ratings, maar ook doordat het team vaker een beroep moest doen op invallers. Vorig seizoen waren er vier invallers nodig en het afgelopen seizoen acht. Al met al was BSG het afgelopen seizoen 17 punten zwakker dan vorig seizoen.
Het verzwakte team en de toegenomen tegenstand verklaren al twee derde van het verschil in bordpunten tussen beide seizoenen, wat betekent dat het toeval slechts een derde verklaarde. BSG presteerde over beide seizoenen juist opmerkelijk constant. De behaalde TPR's verschilden in beide jaren maar weinig van de gemiddelde rating:
Prestaties van BSG in cijfers. |
In 2014-2015 presteerde BSG als team vrijwel exact volgens verwachting (de score was misschien een halfje beter dan verwacht), terwijl 2015-2016 inderdaad een beetje een tegenvallend seizoen was met een TPR die 14 punten onder de ratings lag, wat betekent dat BSG geacht werd over het seizoen een paar punten meer te sprokkelen. De afwijking valt ruim binnen de statistische marges, maar daar koopt BSG nu natuurlijk weinig voor. Met een beetje meer geluk had BSG wel de punten gescoord om zich voor degradatie te behoeden.
Natuurlijk zijn er elk jaar weer andere spelers in vorm of juist hopeloos uit vorm. De vaste krachten van BSG waren afgelopen seizoen minder in vorm dan de cijfertjes doen vermoeden, omdat de invallers het opmerkelijk goed deden. Het betekende ook dat het gemis van sterspeler Robin van Kampen zich minder deed voelen. De 21-jarige grootmeester was slechts vier keer van de partij en wist maar één keer te winnen. In de eerste wedstrijd, tegen HWP, viel de Australische grootmeester David Smerdon voor hem in en won een goede partij. "Smerdon heeft in twee invalbeurten even vaak gewonnen als Robin in twee seizoenen", schamperde een BSG'er. In ieder geval kan Robin na eerdere degradaties met HSG en de Kennemer Combinatie een derde degradatie aan zijn CV toevoegen.
Robert Ris kende een teleurstellend seizoen. Afbeelding: Chessbase. |
Over beide seizoenen waren Robins prestaties overigens erg constant. Degene die het meest leek te balen van de degradatie was Robert Ris. Vorig seizoen was hij nog de rots in de branding met drie overwinningen en zes remises, maar afgelopen seizoen kreeg hij vijf nullen te slikken. Geen wonder dat hij zich voor een groot deel verantwoordelijk voelde voor de degradatie.
Riemersma was het afgelopen seizoen de rots in de branding. Afbeelding: Amsterdam Chess. |
De rots in de branding van het afgelopen seizoen was Li Riemersma. Hij speelt al jaren oerdegelijk en dit seizoen leek hij ongeslagen te blijven. Helaas was hij in de laatste ronde niet lekker en werd hij door een sterke grootmeester van het bord geschopt. Om het nog leuker te maken haalde juist die partij de schaakrubrieken. Het publiek heeft immers helden en antihelden nodig. Over het hele seizoen haalde de Amsterdamse IM een TPR van boven de 2500, een score die alleen door een paar invallers werd overtroffen.
Het was echter niet genoeg om BSG in de meesterklasse te houden. BSG ontbeerde wat geluk en was niet vaak genoeg op volle oorlogssterkte om zich in de sterker geworden meesterklasse te handhaven. Het team is in de huidige samenstelling sterk genoeg om spoedig weer in de meesterklasse terug te keren.
BSG 2 kent abominabel seizoen
BSG 2 wist zich wel te handhaven, maar dat was ook wel het enige positieve van het afgelopen seizoen. Het op één na oudste team van de KNSB-competitie eindigde na drie tweede plaatsen troosteloos als zevende, tussen teams die gemiddeld zo'n 140 ratingpunten zwakker waren. Gemiddeld verloren de spelers drie ratingpunten per partij, ofwel ruim 200 punten over het gehele seizoen. Die daling is goed te zien in de gemiddelde rating van de basisspelers van het team:
Gemiddelde rating van de vaste spelers van BSG 2. |
Het is goed te zien hoe de goede prestaties in de KNSB-competitie er aanvankelijk voor zorgden dat de ratings omhoog gingen, maar het afgelopen seizoen (na de stippellijn) heeft er een kentering plaatsgevonden en verliezen de spelers in een rap tempo hun zuurverdiende ratingpunten.
Het seizoen begon al moeizaam voor het tweede en helaas ging het daarna van kwaad tot erger. Na tegen de uiteindelijke kampioen ZSC-Saende met 5½-2½ op de broek te hebben gekregen, gingen de wedstrijden tegen Wageningen 2 en Oud Zuylen ook met grote cijfers verloren. Waren die teams zo goed dan? Dat viel wel mee. Alleen Fischer Z (4-4) en Oud Zuylen (2-6) waren op papier iets sterker, maar tegen de andere teams had er toch wel gewonnen moeten worden. Dat gebeurde amper en met 8 matchpunten en maar 33 bordpunten presteerde BSG 2 beneden alle verwachtingen. Statistisch gezien zou een team een dergelijk rampjaar eens in de 500 jaar meemaken, wat betekent dat dergelijke rampjaren in de hele KNSB-competitie ongeveer eens in de 3-4 jaar voorkomen.
Waar het misging? Eigenlijk overal. Opmerkelijk was dat er vaker van een op papier zwakkere dan een op papier sterkere tegenstander werd verloren, maar dat kwam vooral doordat de meeste tegenstanders zwakker waren. Zowel tegen sterkere als zwakkere tegenstanders scoorde BSG 2 0,13 punten per wedstrijd minder dan verwacht. Positieve uitschieters waren er nauwelijks. Ik wil alleen de solide invalbeurten van Timon Brouwer en Iskander Schrijvers even aanstippen. Zij konden meteen al goed mee in de derde klasse.
Waarom het afgelopen jaar zo uitzonderlijk slecht verliep, weet ik niet. De ouderdom zal wel een rol hebben meegespeeld en misschien dat sommige spelers na een paar buitengewoon goed verlopen seizoenen ook wel wat overrated waren. Toch denk ik dat we veel beter kunnen dan we afgelopen jaar hebben laten zien. Hopelijk komt dat er volgend seizoen ook uit. Dan hebben we dit jaar alvast wat punten voor dan opgespaard.
Het verschil tussen een tweede en een negende plaats is dus vooral het pieken op de juiste momenten. Winnen bij een 4½-4½-tussenstand is natuurlijk veel waardevoller dan bij bijvoorbeeld een 8-1-voorsprong. In 2014-2015 was Ton de nuttigste speler: hij scoorde 3 extra matchpunten voor het team. Thomas scoorde eveneens drie nuttige punten, maar verloor ook een cruciale wedstrijd. Lars was in twee wedstrijden nuttig.
BeantwoordenVerwijderenIn 2015-2016 was er geen enkele speler die het team echt punten opleverde. Alexander en Ewoud verloren helaas driemaal een partij in een wedstrijd die met 4½-5½ verloren ging. Van Roberts vijf nederlagen kwamen er twee op een moment dat het team ze slecht kon gebruiken.