Wat er al een tijdje aan zat te komen, is eindelijk ook gebeurd: BSG 1-speler Leon Pliester is vanochtend overleden. Hij kampte al enige tijd met een leveraandoening. Twee weken geleden ging hij naar Rotterdam voor een nieuwe lever, maar was zijn gezondheid zo ver heen dat alle hulp vergeefs was.
In de jaren tachtig was Leon Pliester een van de sterkere schakers van Nederland. In 1982 werd hij Internationaal Meester en in 1990 deed hij mee aan het Nederlands Kampioenschap. Hij wist het schaken aan zijn studie psychologie te koppelen door de ontdekking van het post-titelsyndroom. Ook ontdekte hij veel toepasselijke anagrammen voor bekende schakers. Je kunt wel zeggen dat schaken zijn leven was.
In het begin van het competitieseizoen 2004-2005 hadden Ptr, Ewood en ik in de benedenverdieping van het Denksportcentrum een eerste kennismaking met onze nieuwe trainer. BSG 1-teamleider Theo Slisser was in zijn nopjes met de sterke speler die hij bij HSG had weggehaald. Naast zijn inbreng als speler zou Leon ons, de enige jeugdspelers die BSG nog had, trainen. Het doel voor BSG 1 voor dat seizoen was niet bescheiden: in de top drie eindigen en eventueel promoveren. We weten inmiddels hoe het gelopen is: BSG degradeerde dat jaar naar de tweede klasse. Het verblijf in de hoogste achttallenklasse zou uiteindelijk twee jaar duren en geregeld moest Leon zijn klasse laten zien. Een goed voorbeeld was de wedstrijd tegen Hardenberg, waar hij bij een 4-3-achterstand na zes of zeven uur bikkelen het laatste matchpunt veilig wist te stellen. Volgens Emile Wüstefeld, die toen in de vorm van zijn leven verkeerde, was Leon "veel sterker" dan hij. Een frappante uitspraak vond ik dat, hun ratings scheelden maar vijftig punten of zo.
In ieder geval ging ik door Leon wel anders naar het schaakspel kijken. Hij benaderde het spel veel professioneler dan ik, hij was veel perfectionistischer. Daarnaast was hij een echte doorzetter, die het graag op een eindspel aan liet komen. Vaak wist hij na vele uren ploeteren een miniem voordeeltje om te zetten in een vol punt. Geduldig loerde hij op een kansje, om dan opeens genadeloos toe te slaan. Jammer genoeg zat er ook een mindere kant aan Leons fanatisme: zo foeterde hij Emile Wüstefeld na het verloren kampioenschap in 2006 zo uit, dat Emile daarna amper meer een schaakstuk durfde aan te raken. We raakten hem in 2008 ook kwijt aan BSG 2 en in 2010 aan SOPSWEPS.
Het hoogtepunt van de trainingen kwam in het seizoen 2006-2007, toen naast de Oetoes ook Sissel en de witte profiteerden van de trainingen. Het was een mooie periode voor BSG, dat ineens een hele kluit jongeren in de interne competitie had meespelen. Het kan niet anders of ik moet ook iets van mezelf in dit overzicht laten zien: een partij in de interne dan maar. Het is geen karakteristieke partij voor Leon, maar de partij heeft voor mij veel waarde: het was de eerste keer dat ik een halfje pakte tegen een IM.
Aan het eind van het seizoen waren de rollen omgedraaid:
Stelling na 54.g5.
54...Txh4? 55.Tb7+ Kg8 56.Tc7 Tb4 57.b7 1-0.
Door die nederlaag eindigde ik als vijfde in de interne competitie en haalde ik de kampioensvierkamp dus niet. Daarna ben ik nooit meer in de buurt geweest...
Er brak een succesvolle periode aan voor BSG 1, dat tweemaal achter elkaar promoveerde. Het kon niet op met BSG, zo leek het. Toch werd in 2009, na een moeizaam jaar in de meesterklasse, gestopt met de trainingen. Het leek erop dat Large het meest had geleerd van de trainingen, want in de zomer van dat jaar verraste hij vriend en vijand (heeft hij die?) met dodelijk precies schaak. Met drie IM-normen en twee NJK-titels op zak is hij vooralsnog de beste leerling van het stel.
Ook in de nadagen van zijn carrière kon Leon nog verbazingwekkend fel van zich afbijten. Zo scoorde hij in het seizoen 2010-2011 7½ uit 9 aan de hoogste borden in de eerste klasse. Hij had een ideale setup gevonden: met zwart speelde hij vaak Berlijns en won hij praktisch altijd het eindspel. Met wit zette hij de zaken rustig op en wachtte hij op een foutje van de tegenstander. Het werkte in ieder geval perfect in de eerste klasse. In de meesterklasse kwam hij er vaak niet aan te pas. Dit jaar begonnen zijn gezondheidsproblemen hem echt parten te spelen. Tijdens het Pinkstertoernooi ging het al niet best. Naast het schaakbord had hij de nodige galgenhumor en zelfspot, maar op het bord wilde hij graag nog vlammen. Zelfs toen het niet meer kon. Iedereen schrok zich kapot toen hij zich vorige maand meer dood dan levend naar de wedstrijd BSG - De Stukkenjagers sleepte. Hij gaf zijn laatste schaakpartij ooit na tien zetten remise. Verstandig. Toch kon hij het niet nalaten om zich na afloop met mijn partij te bemoeien. Fanatiek tot het einde, gevochten voor wat hij waard is. Nu kan hij eindelijk uitrusten.
Gecondoleerd! Jammer dat het zo moet eindigen met een schaaktalent. Gelukkig heb je zijn partijen nog;)
BeantwoordenVerwijderen