Na de ontberingen in Suzuka wilde de Formule 1 maar één ding: een rustige, incidentloze race. Dat gebeurde: de eerste Russische Grand Prix was er een om gauw te vergeten. Er gebeurde nauwelijks wat, dus stonden de gebruikelijke drie weer op het podium. Luis won, voor Rosberg en Bottas.
Na de Olympische Winterspelen had Vladimir Poetin ook het Formule 1-circus naar de Russische stad Sotsji gelokt. Daar moesten de bolides over een bijna zes kilometer lang parcours om de ijshallen slalommen. Het circuit had wat weg van het stratencircuit van Valencia, maar dan beter. Het circuit was ruim opgezet, met veel uitloopstroken, en de coureurs vonden het beter dan de simulatie. De veel te krappe pitsstraat was het enige minpuntje.
De race werd voorafgegaan door een minuut stilte voor Bianchi. Daarna werden de motoren gestart. Luis op pole voor Rosberg: dat beloofde een spannend gevecht tussen de Mercedes-coureurs te worden. Bij de start greep Rosberg ook zijn kans. Hij slipstreamde zich naast zijn teamgenoot. Een spannende race leek in de maak, maar in een oogwenk was het gevecht tussen de grijze bolides voorbij toen Rosberg zich verremde. Hoewel hij nog wel de leiding pakte, kon hij er maar heel kort van genieten: aan het eind van de ronde kwam hij naar de pits om zijn vierkante banden te vervangen. Tot overmaat van ramp moest hij ook nog wachten op Massa, die na een mislukte kwalificatie (zijn auto kwam niet op gang door een probleem met de brandstofdruk) eveneens in de eerste ronde naar de pits kwam. Vanuit de achterhoede kon het duo het veld weer proberen op te rollen.
Vooraan hadden Luis en Bottas het rijk alleen. De Williams-coureur bleef in de openingsfase bijzonder goed bij. Achter hem werden Button en Alonso al gauw op achterstand gereden en na een paar ronden kristalliseerde de race al uit. Slechts in de achterhoede zorgden Rosberg en Massa voor wat inhaalacties. Voor de rest gebeurde er weinig, vooral ook doordat er van de gebruikelijke pitstopchaos geen sprake was. Net als tijdens de Grand Prixs van India en Amerika in 2012 sleten de banden niet. De race had daardoor veel weg van de races in 2010, toen Bridgestone voor onverwoestbare banden zorgde. Een conservatieve bandenkeuze van Pirelli? De bandenfabrikant had de twee middelste samenstellingen meegenomen. Feit was dat zowel de zachte als de medium band het goed uithielden, dus waarschijnlijk had een andere bandenkeuze weinig uitgemaakt. Kennelijk was het Russische asfalt gewoon bijzonder lief voor de banden.
In ieder geval kon er gewoon geracet worden, omdat de coureurs niet op hun banden hoefden te letten. Of toch niet? Het brandstofverbruik was een groter probleem. Verscheidene teams hadden het te kwaad met de brandstoflimiet van 100 kilogram brandstof voor de hele race en het grootste slachtoffer daarvan was wel het team van Toro Rosso. Hoewel het zusterteam van Red Bull in de kwalificatie hoge ogen had gegooid, kwam hun potentieel er in de race geen moment uit. De Italiaanse rode stieren hadden last van een dusdanig hoog brandstofverbruik dat ze in de race met een baksteen onder het gaspedaal moesten rijden en ver terugvielen. Het was vooral een hard gelag voor Kwjat, die zich voor eigen publiek als vijfde had gekwalificeerd, maar uiteindelijk slechts als veertiende zou finishen.
Voor de Russen viel er weinig meer te lachen, zeker niet toen Chilton, in de enige Marousja, de strijd als eerste moest staken. Het was alweer zijn derde uitvalbeurt van het jaar, maar hij leek er niet echt mee te zitten. In deze donkere dagen zijn er belangrijkere dingen dan over een circuit scheuren. Uiteindelijk zou alleen Co Biaggi hem als uitvaller vergezellen. De Japanner werd opnieuw enorm afgetroefd door teamgenoot Ericsson, die als enige van de clowns bleef rijden en als laatste aan de finish kwam.
Ondanks de geringe bandenslijtage moesten er nog wel pitstops gemaakt worden (vanwege die afgrijselijke two-compound rule) en dus werden de pitstops op vrij willekeurige momenten ingeroosterd. Verliezer bij de pitstops is Alonso, die een trage stop heeft en terugvalt tot achter Magnussen. Rosberg rukt daarentegen op tot de tweede plaats, ver achter Luis. Om onduidelijke redenen besluit Massa nog een tweede pitstop te maken, waardoor hij weer terugvalt. In de slotfase zit hij vast achter Pérez, een geduchte tegenstander.
De Saubers lieten zich weer een keertje zien. Subtiel kwam in aanraking met Grosjean en spinde, waarna de Fransoos volkomen onterecht een tijdstraf kreeg, terwijl Gutiérrez zijn pitstop lang uitstelde en nog even in de punten reed. Maar dat was het dan wel. Vooraan wisselen Luis, Rosberg (op "oude" banden) en Bottas snelste raceronden uit. Luis wint onbedreigd voor Rosberg en Bottas, die in de laatste ronde nog even de snelste ronde van de race rijdt. Een terneergeslagen Button wordt vierde (hij heeft kennelijk de zak gekregen), teamgenoot Magnussen vijfde. Alonso houdt Ricciardo in de slotfase van het lijf en wordt zesde. Ex-wereldkampioen Fattle komt niet verder dan een achtste plaats, voor Räikkönen en Pérez, die Massa zonder problemen achter zich houdt en het laatste punt pakt.
Bij Mercedes wordt feest gevierd. Waar het team twee jaar geleden nog het lachertje van de paddock was, is het met nog drie races te gaan constructeurskampioen. Een volledig verdiend kampioenschap natuurlijk. Zo viel er toch nog wat te vieren na een toch wel erg saaie race. In ieder geval was het gejuich van de Mercedes-monteurs een welkome afwisseling van de zwaarmoedige sfeer van de afgelopen week. Belangrijker dan het constructeurskampioenschap was het rijderskampioenschap. Winnaar van de dag was Luis, die zijn negende overwinning van het seizoen scoorde en regelrecht op de titel lijkt af te stevenen. Sinds de botsing in België heeft hij geen race meer verloren. Teamgenoot Rosberg weet dat hij in de laatste drie races van heel goede huize moet komen om de titel nog te pakken.