Al in het begin van de competitie werd er zowel bij BSG als HSG reikhalsend uitgekeken naar het onderlinge treffen in de slotronde van de meesterklasse. BSG wist dat dit HSG, dat zijn sponsor en een hoop sterke spelers was kwijtgeraakt, te verslaan was. Een unieke kans. En BSG moest ook een keer wat laten zien in de familie. Vorig seizoen was "het kleine zusje" SOPSWEPS al te sterk en tegen de (groot)meesters van HSG werden de competitie- en bekerwedstrijden steevast verloren. Het werd tijd om "de grote broer" een keer terug te pakken. Helaas begon BSG zo slecht aan het competitiejaar, dat het onderlinge duel slechts een treurig degradatieduel leek te worden. Na de harde nederlaag in Groningen gingen nog vier duels kansloos verloren. "Desnoods verliezen we de resterende duels ook, als er tegen HSG maar gewonnen wordt", droomde heel BSG toen mismoedig.
Gelukkig keerden de kansen. Tegen Apeldoorn werd een puntje gepakt, waarna de verrassend sterke Stukkenjagers werden geklopt. Mooi, maar niet meer dan dat. Toen het sterke Utrecht opeens werd verslagen, kon er echt gedroomd worden van handhaving. De theoretische kans daarop werd reëel: BSG moest winnen van HSG en dan moest LSG verliezen van Apeldoorn.
Misschien maakte dat vooruitzicht speciale krachten los bij BSG, dat vastberaden was om in de meesterklasse te blijven na de bekeruitschakeling tegen LSG. HSG had z'n krachten ook gebundeld: het team trad met vier (!) grootmeesters aan, om zodoende de kleine buurman te verdelgen. Alleen tegen Groningen kwamen ze dit seizoen sterker op.
De wedstrijd
In Rosmalen bleek BSG bestand tegen de druk. De middag begon rustig met de remise van Ewood tegen Robin van Kampen. In een kansrijke stelling zwichtte hij voor het remiseaanbod van de jonge grootmeester. Misschien had hij door moeten spelen, maar nu was in ieder geval één grootmeester aan Hilversumse zijde geneutraliseerd.
Interessanter waren de ontwikkelingen bij Robert Ris, die aan bord één met zwart tegen Daniel Stellwagen speelde. In de opening haalde hij de zetten door elkaar, maar dat bleef zonder gevolgen. In de partij offerde wit twee pionnen voor gevaarlijk spel, maar Robert wist te consolideren en won. Een geweldig punt en opnieuw werd er een HSG-grootmeester uitgeschakeld.
Ondertussen had Leon aan bord drie verloren van de sterkste speler van HSG, Nikolietsj, terwijl Lenaard in een vreemde partij won van Johan Lindeman, de zwakste speler aan HSG-zijde. Dat hield elkaar dus wel in evenwicht. Op de resterende borden stond BSG er ook goed voor, maar vervolgens ging het in tijdnood mis op de lagere borden. Zo verknolde Ton zijn voorbeeldige stelling in de tijdnood van zijn tegenstander. Hij ging in een penning staan, waarna Henk Vedders slechte stelling opeens achter elkaar won. Een vrijpion leverde de IM tegen wil en dank een nauwelijks verdiend punt op. Ook bij Behirder ging het in tijdnood goed mis, waardoor hij na de veertigste zet eigenlijk geen stelling meer had.
Beter verging het Frans Borm, die in een ingewikkelde theoretische variant een stuk won tegen veel aanval. Tegenstander John Markus gooide de zetten aanvankelijk nog vlug en vastberaden op het bord. Daarna ging hij nadenken en miste hij de boot, waarna hem slechts een verloren eindspel restte. BSG stond dus met 3½-2½ voor.
Degradatiespook waart rond in Leiden
Daarmee kwam de teamoverwinning in zicht, want Large stond gewonnen, terwijl Grote Beer en FM Henk remise moesten kunnen maken. LSG ging op dat moment verliezen, dus daarmee was de veilige achtste plaats ineens wel heel dichtbij. Large won ook zoals verwacht, ditmaal van Jop Delemarre. Met zwart had hij al gauw praktisch spel en dat resulteerde in pion- en partijwinst. FM Henk had inderdaad de remise binnengehaald, terwijl ondergetekende had verloren. Dus moest Grote Beer in een ongelijkelopereindspel met een minuspion de remise binnenhalen tegen Jasser Seirawan. Dat was wel aan hem besteed, dus won BSG de match met 5½-4½, genoeg om nog een jaar in de meesterklasse te blijven. De droom werd werkelijkheid.
Ondertussen kwam het nachtmerriescenario uit voor LSG. Voor de Leidenaren zijn de druiven heel zuur: in de hele competitie hadden ze vijf bordpunten meer gescoord en ook in de onderlinge wedstrijd (6½-3½) waren ze duidelijk de betere. Maar doordat LSG naast de overwinningen tegen BSG en HSG alleen HMC aan de zegekar bond, speelt het volgend jaar slechts in de eerste klasse.
BSG (2313) - HSG (2363) 5½-4½
1. R Ris m (2385) - D Stellwagen g (2624) 1-0
2. A Berelowitsch g (2575) - J Seirawan g (2636) ½-½
3. L Pliester m (2366) - P Nikolietsj g (2652) 0-1
4. E de Groote (2327) - R van Kampen g (2570) ½-½
5. La Ootes (2350) - J Delemarre m (2414) 1-0
6. Le Ootes (2196) - J Lindeman (1992) 1-0
7. T van der Heijden (2278) - H Vedder m (2369) 0-1
8. J Groote (2140) - K Nagtegaal (2172) 0-1
9. H van der Poel f (2265) - W van der Wijk (2121) ½-½
10. F Borm m (2248) - J Markus (2081) 1-0
BSG (2313) - HSG (2363) 5½-4½
1. R Ris m (2385) - D Stellwagen g (2624) 1-0
2. A Berelowitsch g (2575) - J Seirawan g (2636) ½-½
3. L Pliester m (2366) - P Nikolietsj g (2652) 0-1
4. E de Groote (2327) - R van Kampen g (2570) ½-½
5. La Ootes (2350) - J Delemarre m (2414) 1-0
6. Le Ootes (2196) - J Lindeman (1992) 1-0
7. T van der Heijden (2278) - H Vedder m (2369) 0-1
8. J Groote (2140) - K Nagtegaal (2172) 0-1
9. H van der Poel f (2265) - W van der Wijk (2121) ½-½
10. F Borm m (2248) - J Markus (2081) 1-0
Domper op de feestvreugde van de overwinning op de grote broer was het vertrek van Lenaard naar het kleine zusje. Daarom een oproep aan alle 2200+-spelers in de regio die in de meesterklasse willen spelen: kom naar Bussum en u wordt met open armen ontvangen!