30-12-2014

Kerstvakantie

2014 is weer bijna voorbij. Zoals gewoonlijk werd het jaar afgesloten door de kerstvakantie. De kerstvakantie vind ik vaak een beetje een treurige vakantie. Vaak ben ik aan het eind van het jaar door m’n energie heen en dan is die vakantie er alleen om weer langzaam een beetje op te laden. Toch heb ik me wel vermaakt.

Zo leerde ik het spel Town of Salem kennen, een soort onlineversie van Weerwolven, maar dan luguberder en ingewikkelder. Het voordeel van zo’n spel op internet is dat je complexere rollen kunt uitvoeren en dat je het met mensen from all over the world kunt spelen, in plaats van dat je op je eigen kennissenkring bent aangewezen. Tot de kerstvakantie had ik eigenlijk alleen met mijn studiegenoten geweerwolfd. Dat ging dan ongeveer zo:
De lamp werd uitgedraaid, zodat het lekker donker was en we konden beginnen. In het eerste potje was ik burger en werd ik tegen het einde van het spel verslonden. De weerwolven deden het die avond sowieso nogal goed. Dat kwam vooral omdat een groot aantal burgers liever elkaar uit het spel haalde dan de weerwolven. Bij de stemmingsronden werd steevast een burger naar de brandstapel verwezen. Verder had Cupido twee burgers aan elkaar gekoppeld, waarvan de ene meestal jager was, die dan nog een burger doodschoot, waardoor er meteen drie burgers minder waren. Het eerste potje werd dan ook eenvoudig gewonnen door de wolven.
Nu was het nog moeilijker, omdat er meer rollen waren die informatie en desinformatie konden geven over de rollen van de andere deelnemers. Voor mij, als Mr. Gullible, was het allemaal te moeilijk om te ontcijferen. Steevast richtte ik mijn pijlen op de verkeerde, waardoor het me maar zelden lukte om het spel te winnen, ondanks dat ik tot diep in de nacht bezig was een grain of truth te vinden in het web of lies.

Met kerst heb ik lekker bij mijn ouders gegeten. Op tweede kerstdag was er bovendien een soort familiedag bij de slotraceclub van mijn vader. Ineens stonden allerlei n00bz zoals ikzelf in de schakelaars te knijpen. We gingen zelfs een wedstrijdje houden, inclusief kwalificatie. Paul, de opofferingsgezinde organisator van de dag, ging meteen een heel schema maken van wie wanneer moest rijden. Zelf was ik in de kwalificatie niet zo op dreef, waardoor ik in de tweede race moest starten. Ik besloot een beetje als een Alain Prost te rijden: langzaam van start gaan en vooral geen fouten maken. Dat eerste lukte zeker, maar het tweede lukte niet, al maakte ik minder uitglijders dan mijn concurrenten, waardoor ik de wedstrijd uiteindelijk nipt won. In de derde en laatste wedstrijd mocht Ewood. Hij had zich als tweede gekwalificeerd en eindigde ook op die plek in een spannende race van een opmerkelijk hoog niveau. Het leek Paul wel leuk om als toegift de nummers 1 en 2 tegen elkaar te laten racen met echt snelle wagens. Ewood raakte gedurende de middag steeds beter op stoom en de finale was een fraai schouwspel. Ewood was de snellere van de twee, maar maakte ook wat meer foutjes. De eerste race won hij nipt, de tweede race was een prooi voor Jeroen, die nu met de wat snellere auto reed. Uiteindelijk won hij met bijna een ronde voorsprong. Het publiek was onder de indruk, en anders Jean Loulou wel. Hij glom als een trotse vader. Daarna gingen we weer gauw naar huis, waar mijn moeder een heus kerstdiner voor de familie had gekookt. De sfeer was anders dan anders, want het was de eerste kerst zonder oma. Sindsdien is mijn opa vooral nederiger geworden. De smaakmakers van de avond waren Ewood en onze tante Erna, die elkaar verbaal probeerden af te troeven. Tot slot gingen we nog Yahtzee (hoe hebben ze toch zo’n lelijke naam kunnen bedenken voor dat spel?) doen, een spel dat zoals gebruikelijk door de grootste n00bz gewonnen werd.

Op zondag gingen we met de hele familie uit eten ter ere van mijn opa’s verjaardag: op oudjaarsdag hoopt hij 90 te worden. Het was een verrassingsfeest en dus wist het feestvarken van niks. In het restaurant waarvan de naam een fenomeen was op Trolshol werd hij toegezongen en kreeg hij als speciale traktatie een brandend nagerecht. Zelf was ik meer met het jonge grut in de weer (de “Ukyo’s” plus aanhang). We gingen Take 10 spelen, een spel dat ik eerder dit jaar had aangeschaft, maar nog nooit had gespeeld. Daarom wist ik ook niet hoe het precies ging. Toen we eindelijk de spelregels doorhadden, werden de voorgerechten al geserveerd…

Afgelopen maandag stond in het teken van het jaarlijkse oliebollentoernooi. Sicco R. was ditmaal de spelleider en legde op zijn eigen, onnavolgbare, manier de spelregels uit. Volgens mij was ik de enige die de bedoeling begreep. De opzet had veel gelijkenissen met die keer dat de lange barman het oliebollentoernooi een andere wending gaf. We werden opnieuw ingedeeld in teams, wat betekende dat ik weer kop van Jut werd van mijn team. Maar de vreemde spelvormen dan? Zouden die mijn redding worden? Daar hoopte ik maar op…

In de eerste ronde speelde ik tegen het team van FM Henk en deden we iets met een paard in de zak, net als vier jaar terug, maar dan anders. In beide partijen had ik het beste van het spel, maar scoorde ik door een schrijnend gebrek aan routine maar een half punt.

Daarna mocht ik tegen Ewood. We deden nu Berlijns schaak. Vier jaar geleden heette het nog iets met dronken pionnen. Ik kan me niet herinneren dat het spel toen ook zo moeilijk was. Misschien had het met de beginzet van de pionnen te maken: die mochten nu ook twee stappen schuin. Dat is ook gemakkelijk te missen. Zo dacht ik in de eerste partij bijna mat te geven, toen er opeens een pion voor m’n dame verscheen. Het was eigenlijk meteen uit. In de tweede partij gaf ik ineens een stuk weg doordat ik dacht dat een paard door een pion was gedekt, wat niet zo was. Later gaf ik nog een toren weg doordat het omgekeerde het geval was. In ieder geval was ik hard toe aan een oliebol

In de derde ronde mocht ik tegen het team van Tom de Ruiter. Met het torenloze schaak nestelde ik mijn dame al gauw in zijn stelling en dat was voldoende voor de overwinning. Met het drie keer schaak duurde het heel erg lang voordat ik eindelijk een schaakje had gegeven, maar toen ik eindelijk schaak gaf, ging het ook gelijk mat. Hoewel het spel volgens de kenners enorm gunstig was voor de witspeler, bleek daar in de praktijk weinig van: naast me verloor Coen al snel toen Theo op f2 een stuk kon offeren voor een heleboel schaakjes.

De eindstand werd opgemaakt en daaruit bleek dat we waren geëindigd zoals we begonnen waren: team 1 had de meeste punten en team 4 de minste. Dus speelde ik in de finale ook tegen het team van Tom; een ware kwelling voor de beste man. Tot overmaat van ramp gingen we ook nog doorgeefschaak doen, een spel dat mijn teamgenoot Coen, noch Tom, noch Theo bleek te kennen. Het gevolg was dat de stukken amper werden doorgegeven… Uiteindelijk won ik beide potjes, waardoor we de troostfinale nipt wonnen van team 4.

Het was het sein voor de meeste spelers om zich snel uit de voeten te maken, waardoor er nog een hele schaal oliebollen overbleef. Dus offerde ik me maar op om er een paar op te eten. De bollen waren smakelijk en zeker niet te vet; ik ben benieuwd wat mijn moeder er vandaag van bakt. En of de oliebollen vrijdag net zo goed zullen zijn…

In ieder geval kon ik mijn stalen ros weer de sporen geven en fietste ik in het holst van de nacht door het niemandsland tussen Bussum en Hilversum. Volgende week staat me die reis weer te wachten, want dan heb ik bardienst. En volgende week donderdag mag ik leuk een presentatie geven. 2015 had weinig beter kunnen beginnen…

14-12-2014

Een koude Berlijnse kermis

Gisteren mocht ik weer eens een partijtje in de meesterklasse meespelen. Ik had grote schoenen te vullen, want ik had de invalbeurt te danken aan het niet-meespelen van Robin Oscar van Kampen. Ofwel: de ene remiseschuiver erin voor de ander. Toch was het een groot wonder dat de partij nog in remise eindigde en dat terwijl het allemaal zo veelbelovend begon toen Behirder de Berlijnse Muur op het bord toverde, het remisewapen waardoor de wereldtop eigenlijk geen 1.e4 meer durft te spelen. Maar in de handen van het Apenhoofd is het altijd een krachtig wapen voor de tegenstander: nooit won hij er een partij mee. Ook tegen Sebastian Halfhide (2017) werd hij regelrecht naar een nederlaag gespeeld. Een zetje was de witspeler verwijderd van de overwinning. In tijdnood zag hij de winst niet en bood hij remise aan, wat dankbaar werd aanvaard.

Hoe waardevol het halfje was, bleek na afloop: het team won met 5½-4½ en ik werd door iedereen gefeliciteerd. Met een beetje minder geluk was het "gewoon" 5-5 geworden en had ik ongetwijfeld een invalverbod gekregen. Nou ja, soms zit het mee en daar moet je dan even van genieten. En vervolgens hard werken om een herhaling te voorkomen...


De partij wordt mede mogelijk gemaakt door Knightvision.

BSG temt de "igrheseend" van Utrecht

"BSG Europa in dankzij Ris", grapte Thomas na de zwaarbevochten overwinning op Utrecht. Na vier wedstrijden heeft BSG alweer 6 matchpunten en daarmee is de score van vorig seizoen al geëvenaard. Maar overtuigend ging het niet.

Was het een geheime code? Of was het slechts een omslachtige manier om de bordnummers aan te duiden? De i van irste, de g van... De Rummikub-letters zagen er behoorlijk mysterieus uit. Erg veel aanknopingspunten waren er niet om de betekenis ervan te achterhalen. Uiteindelijk bleken de steentjes slechts als consumptiebonnen te dienen. Weg mysterie, maar de speurtocht om van de willekeurige letters een mooi anagram te maken ging gewoon door. Tja, was Leon Pliester (1954 - 2012) nog maar onder ons. Hem was het vast gelukt om de tien letters op een leuke manier te rangschikken.

Aan alles was af te leiden dat dit een wedstrijd voor Leon was. Met Leon de "kindermoordenaar" had BSG het ook vast beter gedaan tegen het erg jonge team van Utrecht, dat op papier het zwakste team van de meesterklasse is. Desondanks stond het team na drie ronden in de subtop, net als BSG. Beide teams traden aan met een invaller: bij Utrecht was Menno Okkes verhinderd en bij BSG Robin Oscar van Kampen. De invallers van beide clubs speelden op het laatste bord tegen elkaar.

Aan het hoogste bord, bord i dus, was Large gezet. Hij speelde tegen "vaste klant" Jelmer Jens, tevens de teamleider van de thuisploeg. In zijn lijfvariant speelde hij een nauwelijks gespeelde zet die best wel okeej was. Langzaam maar zeker verbeterde hij zijn stelling, waarna de genadeklap niet uit kon blijven.

Naast hem bereikte Robert op bord g naar eigen zeggen met zwart vrij gemakkelijk gelijkspel tegen jeugdtalent Tycho Dijkhuis, die vervolgens te ver ging en hardhandig van het bord werd gecounterd. Tot grote ergernis van Robert probeerde Li in de analysesessie een winst voor zwart in de opening te vinden. Zelf won Hufter ook, en wel aan bord r. Toch was hij allesbehalve tevreden over zijn spel tegen Peter Ypma. Ondanks een aantal onnauwkeurige voortzettingen hield hij uiteindelijk een gewonnen toreneindspel over.

Minder gesmeerd ging het bij Ewood aan bord h. Tegen meneer de voetbalstatisticus Pieter Nieuwenhuis speelde hij de opening wat apart, maar desondanks leek hij wel goed te staan. Kennelijk was het een staaltje optisch bedrog, want uiteindelijk kreeg hij een vieze nul te slikken. De vieze nasmaak kon hij met de daghap in een Utrechts café weer een beetje verzachten.

Aan bord 5 won Thomas zonder het te weten een kratje bier; die beloning was er op de scalp van zijn tegenstander gezet. En dat terwijl hij er ook nog één had gekregen van Robert, die zich ineens een weddenschap van bijna een jaar geleden herinnerde. Verliezer Vincent Diepeveen verzuchtte dat zijn tegenstander hem op zijn zwakke plek had aangepakt door een pion te offeren (a6!) voor aanval. Kennelijk was Diep, die na zes zetten al dacht "volledig gewonnen" te staan, daar niet tegen bestand. In een moeilijke stelling miste hij een tussenzet, waardoor hij een stuk moest inboeten.

Dat was dus 4-1 op de hoogste borden en daarmee was de basis gelegd voor de overwinning. Maar op de onderste borden haperde de machine. Zo verloor Ton aan bord s in een rommelige partij van Frank van der Put. In de opening speelde de witspeler zijn stukken niet bepaald naar de beste velden, maar doordat Ton dat ook niet deed en de stelling vervolgens met veel geweld opengooide, ging het van kwaad tot erger. Met een toren minder moest hij de wapens strekken.

Beter verging het Henk aan bord 7. Al gauw kwam hij erachter dat tegenstander Meindert van der Linde zich tot in de puntjes had voorbereid. "Twee keer achter elkaar op bord 7 en je krijgt al dit", verzuchtte hij. Henk overleefde de opening, waarna hij dankzij een vrij eenvoudig trucje materiaal won en zijn tegenstander zich maar op g7 liet matzetten.

Aan bord 8 speelde Robert Beekman tegen Alexander van Beek. Leuk gedaan van de teamleiders. Helaas leverde de partij wel weer een nul op voor BSG: Alexander besloot een vlijmscherpe variant te spelen, waardoor hij erg lang moest nadenken, waarna hij in tijdnood de mist in ging.

Ook geen succes was er voor Frank aan bord n tegen Lars Vereggen. Het 17-jarige van HMC afkomstige talent was brutaal genoeg om een vroeg remiseaanbod af te slaan nadat de opening voor hem niet ongunstig was verlopen. Pas toen kwam Frank weer een beetje in de partij en werden de bordjes verhangen. In opkomende tijdnood nam hij echter een aantal onhandige beslissingen, waarna hij alsnog verloor.

Zo kwam een gelijkspel toch wel gevaarlijk dichtbij voor BSG. Aan bord d mocht Behirder het met zwart opnemen tegen Sebastian Halfhide, geboren in het jaar waarin Michael Schumacher zijn vierde wereldtitel behaalde en een paar malloten probeerden door twee wolkenkrabbers te vliegen. Misschien had Leon Pliester gelijk: het Spaans is een enorm moeilijke opening. Dan maar een solide Berlijnse Muur optrekken. Maar die viel uiteindelijk ook om. Uiteindelijk bracht een wanhoopsoffensief onverwacht nog uitkomst en bood de geschrokken witspeler remise aan in een gewonnen stelling. Zodoende werd het dus 5½-4½ en ontsnapte BSG aan puntverlies.

De sfeer na afloop was behoorlijk opgelaten. Zulke ontsnappingen maak je maar zeer zelden mee. Wat de dag helemaal bijzonder maakte, was dat we Ewood, die nog even met een vriendin naar de film was geweest, in de trein weer tegenkwamen. Daarmee sloot BSG 2014 op een mooie manier af, ook omdat het tweede in Hoorn het tweede team van Caïssa-Eenhoorn met 5-3 versloeg.

En tot slot de resultaten van de igrheseend:

Utrecht (2225) - BSG (2330) 4½-5½
1. J Jens m (2360) - L Ootes (2378) 0-1
2. T Dijkhuis f (2404) - R Ris m (2422) 0-1
3. P Ypma (2256) - L Riemersma m (2417) 0-1
4. P Nieuwenhuis f (2184) - E de Groote (2342) 1-0
5. V Diepeveen f (2361) - T Willemze m (2407) 0-1
6. F van der Put (2203) - T van der Heijden (2303) 1-0
7. M van der Linde (2096) - H van der Poel (2209) 0-1
8. R Beekman (2154) - A van Beek m (2323) 1-0
9. L Vereggen (2218) - F Erwich (2318) 1-0
10. S Halfhide (2017) - J de Groote (2185) ½-½

Toch wel jammer dat bord 10 de symmetrie verbreekt...