25-02-2013

Vierentwintigste ronde Eredivisie

Het competitieseizoen 2012-2013 is een rare tijd voor het Nederlands voetbal: in Europa wilde niemand succesvol zijn en in de Nederlandse Eredivisie wil niemand kampioen worden. Waar de Europese campagne door de nederlaag van Ajax tegen Steaua Boukarest zijn verwachte einde kreeg, kan het in de Eredivisie nog alle kanten op.
 
Nieuwe rivalen
Het was een echte topper, de wedstrijd Feijenoord - PSV. Waar Feijenoord zichzelf al geregeld had afgeschreven als titelkandidaat, kon daar verandering in komen als de koploper werd getackled. Toch leek het er aanvankelijk op dat de Rotterdammers zichzelf pootje haakten toen Clasie naar het eigen doel opstoomde en bijna een assist gaf op Lens, die de 0-1 scoorde. In de tweede helft schakelde Feijenoord over op plan P en dook PSV de verkeerde hoek in, namelijk de hoek waar de klappen vielen. De wedstrijd eindigde in 2-1 en na afloop werd het gevecht in de catacomben voortgezet door een withete Lens, die zijn gram wilde halen tegen Mathijsen. Zo bleef het nog lang onrustig in Stadion Feijenoord. De achterstand op koploper PSV was teruggebracht tot drie punten en ineens lonkt het kampioenschap weer.
 
Plan B
Het plan van Ajax was om drie punten te halen tegen ADO, om zodoende gelijk te komen met PSV. De omstandigheden zaten echter niet mee: door een unforced error van Mooi Sander kwamen de bezoekers op voorsprong. Voorin had ook niemand het vizier op scherp staan en tot overmaat van ramp wilde de arbitrage geen helpende hand bieden: onterecht voor buitenspel gevlagd, een loepzuiver doelpunt afgekeurd en geen penalty toegekend; Pol van Boekel was de slechtste man op het veld. Desondanks liet Frank de Boer zich niet tot een emotionele uitspraak verleiden. Hij rekende zijn spelers het puntverlies aan. Pas in de slotfase scoorde Sjeune de 1-1, maar het gelijkspel was toch echt maar plan B. Door het punt wordt Ajax nu op de ranglijst gemangeld door PSV en Feijenoord.
 
Bruut Rood
Heel veel om het lijf had de wedstrijd Utrecht - Roda niet. Al vroeg in de wedstrijd kreeg Tamata van de uitploeg rood vanwege een brute aanslag op Duplan. Doordat de bijbehorende strafschop in een doelpunt werd omgezet, speelde Utrecht een gewonnen wedstrijd. De rest van de wedstrijd had dan ook schriftelijk kunnen worden afgedaan. Roda-trainer Ruud Brood kon maar moeilijk leven met de beslissing van de scheidsrechter, hoewel er in dit geval weinig was aan te merken op de arbitrage.
 
Vertrouwen
AZ begon erg goed na de winterstop, maar inmiddels zijn ze weer aan het doen waar ze goed in zijn: wedstrijden verkloten. Tegen NAC, dat het met de nieuwe trainer Goudelje plotseling erg goed doet, kwamen ze een vroeg doelpunt van de zoon van de trainer niet meer te boven. Na afloop treurde Gertjan Verbeek over de aanhoudende slechte reeks, waardoor zijn elftal met de week minder vertrouwen kreeg. Zijn collega kon niet anders dan tevreden zijn: zijn ploeg schurkt alweer tegen de middenmoot aan.
 
Tobclub
Het zijn niet de gemakkelijkste dagen voor FC Twente, dat dit jaar nog geen wedstrijd wist te winnen. Ook tegen het kwakkelende Heerenveen kwam daar geen verandering in. Een domme terugspeelbal van Fer zette Heerenveen ferrassend op voorsprong. Daarna drong de landskampioen van drie seizoenen geleden aan, maar verder dan de gelijkmaker kwamen ze niet. Uiteindelijk bepaalde de IJslandse Van Basten (Finn Bogason) de eindstand zelfs nog op 2-1, waardoor Heerenveen weer iets afstand heeft genomen van de posities die aan het eind van het seizoen recht geven op nacompetitievoetbal.
 
Topscorer
Vitesse deed goede zaken door in Almelo drie punten te pakken. Naast de dark horse van de competitie was ook het publiek de winnaar in het doelpuntenfestijn: er werden niet minder dan acht doelpunten gemaakt. Drie daarvan kwamen voor rekening van Bony, de door de verslaggever opgehemelde spits van Vitesse. Misschien was het een bewuste tactiek om diens marktwaarde wat op te krikken ten overstaan van de meeluisterende Russische scouts. In ieder geval scoorde hij zijn twintigste, eenentwintigste en tweeëntwintigste doelpunt van het seizoen. Mocht hij naar CSKA vertrekken, dan lopen de kampioenschapskansen van Vitesse een fikse knauw op.
 
Va banque
Het huilen stond de spelers van PEC nader dan het lachen na afloop van het duel tegen Groningen. In de allerlaatste secondes van de wedstrijd kregen ze een doelpunt te slikken en stonden ze met lege handen. Groningen, dat net als de ronde ervoor tegen Vitesse maar een helft goed kon spelen, ging va banque spelen en werd daar rijkelijk voor beloond. Misschien ligt die casinospeelstijl ze wel beter dan het gebruikelijke slappe gepriegel.
 
Vrije val voortgezet
Door twee zeges op rij heeft VVV ruim afstand genomen van de laatste plaats. Slachtoffer van deze dadendrang was RKC, dat alweer voor de vijfde keer op rij verloor en nu serieus omlaag moet kijken: de voorsprong op VVV slonk tot een schamel puntje. De nacompetitie lonkt voor de ploeg van Erwin Koeman, die voorlopig nog op de veertiende plaats staat.
 
Hartverwarmende amateurs
Al heel snel kwam Willem II op voorsprong tegen NEC. De ruststand had 2-2 moeten zijn, ware het niet dat Tim Cornelisse in het verkeerde doel schoot, dus stond het 1-3 voor NEC. Na rust ging het hardwerkende Willem II op zoek naar meer en kwam in de buurt van een gelijkspel tegen een steeds zwakker wordend NEC. Ook de wissel van doelpuntenmaker Platje kon het tij niet meer keren. Coach Alex Pastoor zat op de bank kruisjes te slaan en zag tot zijn opluchting zijn gebeden verhoord worden, want NEC kon de overwinning nog net uit het vuur slepen. Zijn collega Jurgen Streppel was heel wat positiever over zijn ploeg, maar door de 2-3-nederlaag verliet hij toch met de pest in zijn lijf het stadion: de kansen om rechtstreekse degradatie te ontlopen waren er bepaald niet groter op geworden.
 

17-02-2013

De Haarlemse Fischer

Gisteren verloor ik met BSG van Utrecht. Ik was een van de weinige BSG'ers die hetzelfde resultaat behaalden als de wedstrijd van vorig jaar, want ik verloor voor de derde keer op rij - net als het team trouwens. Het kwam niet uit de lucht vallen, want hoewel we vorig jaar met successen verwend werden, is dat geen vanzelfsprekendheid. Al sinds de uitwedstrijd tegen Rotterdam sputtert de motor van BSG en dus blijven de punten uit. Zelf heb ik na mijn gelukkige zege op Geert van der Stricht weinig meer laten zien om trots op te zijn. Een gebrek aan wedstrijdritme, slecht in vorm, een uitcomplex en een constant verliezend team: daarmee was de nederlaag van gisteren al goed te verklaren. Tel daarbij nog het heldere en krachtige spel van tegenstander Thomas Willemze op en je begrijpt wel dat ik op een zekere nederlaag afkoerste. Hieronder de partij met het Apenhoofd als lijdend voorwerp:
 

16-02-2013

Als sneeuw voor de zon

Wat was het toch een bijzondere wedstrijd, de wedstrijd Utrecht - BSG van vorig seizoen. Tegen alle verwachtingen in won degradatiekandidaat BSG van het veel sterker geachte Utrecht. Een paar weken later werd zelfs het verblijf in de meesterklasse met een jaar verlengd, zodat ook dit seizoen de wedstrijd Utrecht - BSG op het programma stond. Ditmaal waren de rollen echter omgedraaid, en dus zag BSG zijn kansen op klassebehoud als sneeuw voor de zon verdwijnen.
 
Het was een prachtige tijd: ik had het prima naar mijn zin in Amstelveen en met schaken ging het ook de goede kant op: na een bemoedigend gelijkspel tegen Apeldoorn versloegen we De Stukkenjagers. Ik won mijn eerste partij in de meesterklasse. Een paar dagen later kreeg ik mijn masterdiploma. En ondertussen ging het in de bekercompetitie ook goed. Was ik er eindelijk, na al die jaren, achter gekomen hoe ik succesvol en gelukkig kon worden in dit leven? Het leek er wel op. De prille lente ademde puur geluk en gaf het startsein voor een ontluikende liefde. Zielsgelukkig was ik, tot die competitiewedstrijd tegen Utrecht. Gegeven de omstandigheden speelde ik nog een puike partij, maar uiteindelijk moest ik me na zes uur zwoegen toch gewonnen geven. Het was een symbolische nederlaag: ik was mijn onoverwinnelijkheid kwijt en vanaf die dag begon de ellende. Het culmineerde eind augustus in mijn (gedwongen) vertrek uit Amstelveen. Vandaag keerde ik terug naar de plek waar het onheil was begonnen: Nationaal Denksportcentrum Den Hommel.

Het foutenfestival
BSG was op volle oorlogssterkte en Utrecht kwam eveneens met een basisteam aan de start - van hun twaalf actieve spelers waren alleen Chiel van Oosterom en invalster Lisa Schut verhinderd. Dat betekende dat er geen beroep gedaan hoefde te worden op de spelers van het tweede team, die tegelijkertijd tegen de Meppeler Schaakvereniging speelden.

Schaaktechnisch gezien stelde de wedstrijd van BSG niet heel veel voor. Het niveau van de partijen was niet al te hoog, een uitzondering daargelaten. De score werd geopend door een remise van, hoe kan het ook anders, Robert Ris. Tegen Jelmer Jens bereikte Ris the Wiz al snel gelijkspel met zwart, genoeg voor zijn vijfde remise van het seizoen.
 
Behirder was ditmaal relatief snel klaar. Hij kwam voor de verandering een keer de opening heelhuids door, om vervolgens op alle fronten schaaktechnisch te worden afgetroefd door Thomas Willemze. In de eerste tijdnoodsfase gaat nog meer mis: Ton van der Heijden grijpt in hevige tijdnood een paar keer flink mis en moet dat eveneens met een nul bekopen tegen Menno Okkes. En wat te denken van de goede stellingen die de lange Alexander en Tea hadden? Daar is ook niet veel meer van over. Om over Grotovsky's stelling maar te zwijgen.
 
De korte Alexander deelt nog het punt met collega-grootmeester Robin Swinkels. Hetzelfde resultaat is er voor FM Henk, die in een lastig te doorgronden Siciliaan Joost Michielsen op remise houdt. De stand was dus 3½-1½ in het voordeel van Utrecht, dat al aan de matchpunten mocht ruiken.

Tweede helft is voor BSG
Gelukkig keerden de kansen na de tijdcontrole. Zo was Alexander van Beek tegen Dharma Tjiam in een vervelend eindspel gekomen met een superslechte loper tegen een mooi paard. Even later is het zwarte paard in een diepvrieslasagne verwerkt en staat er een eindspel op het bord dat gemakkelijk gewonnen is voor wit.
 
Niet heel veel anders is het eindspel van Frank Erwich tegen Jaap Houben. De topscorer van BSG pakte zijn vijfde (!) punt van het seizoen in een eindspel waarin hij twee pluspionnen had. Wel baalde hij dat uitgerekend hij tegen de enige Utrecht-speler zonder FIDE-titel speelde, zijn vierde titelloze tegenstander alweer. Al met al waren zijn kansen om een IM- of zelfs een GM-norm te scoren er niet bepaald op vooruitgegaan. Wel was de stand weer gelijk: 3½-3½ en met een beetje geluk was er nog een gelijkspel mogelijk.

SOS
Helaas viel het dubbeltje ditmaal niet echt de kant van BSG op. Zo wist Tea Lanchava haar betere stelling tegen Hans Klip niet te verzilveren. Na de opening was het klip en klaar dat ze beter stond, maar toen Cherifa wat trucs in de stelling bracht, was het niet zo duidelijk meer. Uiteindelijk eindigde het eindspel van toren en paard tegen toren en drie pionnen in remise.
 
Op het eerste bord hield Large lang stand tegen Martijn Dambacher. Wits gecentraliseerde stukken leken wel op te wegen tegen zwarts loperpaar, maar na een foutje was er opeens geen houden meer aan. Dus lag alle druk op de schouders van Ewood, die eveneens door het loperpaar gemarteld werd. Na een lange en vermoeiende strijd, met wederzijdse fouten, probeerde hij tegen Vincent Diepeveen nog wanhopig naar remise te ontsnappen op basis van een verkeerdehoeklopermotief, een strijd die gedoemd was te mislukken. Dat gebeurde dan ook en dus won Utrecht met 6-4 in een draak van een wedstrijd.
 
Utrecht (2385) - BSG (2333) 6-4
1. M Dambacher m (2483) - L Ootes (2350) 1-0
2. R Swinkels g (2522) - A Berelowitsch g (2547) ½-½
3. J Houben (2314) - F Erwich f (2365) 0-1
4. J Jens m (2386) - R Ris m (2403) ½-½
5. J Michielsen m (2367) - H van der Poel f (2236) ½-½
6. M Okkes f (2324) - T van der Heijden (2292) 1-0
7. D Tjiam m (2379) - A van Beek m (2315) 0-1
8. T Willemze m (2381) - J de Groote (2158) 1-0
9. H Klip m (2351) - T Lanchava m (2304) ½-½
10. V Diepeveen f (2345) - E de Groote (2358) 1-0

Zodoende eindigde de wedstrijd heel anders dan een jaar geleden. Positief was dat BSG ondanks alles nog (enigszins) in de buurt van een gelijkspel was gekomen, maar het is zorgwekkend dat BSG al het hele jaar afhankelijk is van de punten die de nieuwkomers Frank Erwich en Alexander van Beek aan de lopende band scoren. De rest van het team raakt maar niet echt in vorm en daardoor verliest BSG wedstrijd op wedstrijd. Met de wedstrijd tegen koploper En Passant in het vooruitzicht, lijkt het erop dat de overlevingskansen van BSG in de meesterklasse als sneeuw voor de lentezon verdwijnen.

Maar goed, zoals op ieder hoogtepunt een dieptepunt volgt, zo zal op dit dieptepunt weer een hoogtepunt volgen. Het kan dus alleen nog maar beter gaan en hopelijk zal de miljoenenformatie uit Bunschoten dat over drie weken kunnen beamen.

08-02-2013

Indy 500: zijn tijd ver vooruit

Voor de raceliefhebber is de winter altijd een zware tijd: even geen Grand Prix meer, dus moet hij zijn toevlucht nemen tot racespellen. Helaas zijn formule 1-fans de laatste jaren niet bepaald verwend met goede racespellen. Het laatste goede formule 1-spel dateert uit 2002 - over de schamele poging van Codemasters om een realistisch formule 1-spel te maken wil ik het niet eens hebben. Een paar filmpjes op Youtube zijn al genoeg om je blik walgend van het beeldscherm af te wenden.
 
Met die kennis in het achterhoofd is het verwonderlijk hoe goed sommige racespellen vroeger al waren. Ik heb het geluk gehad om op jonge leeftijd in aanraking te komen het spel Indianapolis 500: The Simulation. In de tijd dat we nog een DOS-computer hadden, heb ik het spel vaker gespeeld dan goed voor me was. Toen we thuis een "echte" computer kregen, raakte het spel langzaam in de vergetelheid. Gelukkig biedt het internettijdperk de mogelijkheid om weer in contact met de spellen van vroeger te komen. Op Youtube zag ik dat het spel nog leeft onder een select groepje mensen. Een tijdje terug besloot ik het zelf maar te downloaden.
 
Om het spel te spelen heb je twee dingen nodig: Dosbox en het spel zelf. Beide zijn ze zonder veel problemen te vinden op het internet. Doordat de racesimulatie uit 1990 stamt, is het "abandonware" geworden en kun je het zo downloaden. Sla de bestanden in een nieuwe map (noem 'm bijvoorbeeld "Oldgames") op je C-schijf op. De codes die je in Dosbox moet invoeren ziet er dan zo uit:
 
Mount c: c:\Oldgames
C:
CD indy
Indy.exe /a
 
De laatstste toevoeging zorgt voor een mooier geluid. Verder is DOS niet hoofdlettergevoelig, mocht je je dat nog afvragen.
 
Nu zijn jullie natuurlijk enthousiast geworden naar het spel. Daarom even een Youtube-filmpje van hoe het spel gespeeld dient te worden:
 


Het spel is gebaseerd op de Indianapolis 500 in 1989. Alle auto's die aan die race meededen zijn nagemaakt. Zelfs de startgrid is hetzelfde. Hierdonder de 33 deelnemers in de echte race:
  1. 04 Rick Mears (1951) Penske-Chevrolet
  2. 25 Al Unser (1939) Penske-Chevrolet
  3. 20 Emerson Fittipaldi (1946) Penske-Chevrolet
  4. 15 Jim Crawford 1948-2002 Lola-Buick
  5. 05 Mario Andretti (1940) Lola-Chevrolet
  6. 22 Scott Brayton 1959-1996 Lola-Buick
  7. 18 Bobby Rahal (1953) Lola-Cosworth
  8. 02 Al Unser Jr. (1962) Lola-Chevrolet
  9. 30 Raul Boesel (1957) Lola-Judd
  10. 14 A.J. Foyt (1935) Lola-Cosworth
  11. 28 Randy Lewis (1945) Lola-Cosworth
  12. 70 John Andretti (1963) Lola-Buick
  13. 08 Teo Fabi (1955) March-Porsche
  14. 99 Gary Bettenhausen (1941) Lola-Buick
  15. 09 Arie Luyendyk (1953) Lola-Cosworth
  16. 56 Tero Palmroth (1953) Lola-Cosworth
  17. 03 Scott Pruett (1960) Lola-Judd
  18. 71 Ludwig Heimrath, Jr. (1956) Lola-Judd
  19. 12 Didier Theys (1956) Penske-Cosworth
  20. 69 Bernard Jourdain (1950) Lola-Cosworth
  21. 06 Michael Andretti (1962) Lola-Chevrolet
  22. 07 Tom Sneva (1948) Lola-Buick
  23. 91 Gordon Johncock (1937) Lola-Buick
  24. 10 Derek Daly (1953) Lola-Judd
  25. 65 John Jones (1965) Lola-Cosworth
  26. 01 Danny Sullivan (1950) Penske-Chevrolet
  27. 11 Kevin Cogan (1956) March-Cosworth
  28. 33 Rocky Moran (1950) March-Cosworth
  29. 86 Dominic Dobson (1957) Lola-Cosworth
  30. 81 Bill Vukovich III 1963-1990 Lola-Judd
  31. 50 Davy Jones (1964) Lola-Cosworth
  32. 24 Pancho Carter (1950) Lola-Cosworth
  33. 29 Rich Vogler 1950-1990 March Cosworth
 In de simulatie neem je overigens de plek in van Rich Vogler.
 
Hoewel het racen niet veel meer is dan wat met de baan mee sturen en je poot op het gaspedaal houden, is het niet zo eenvoudig als het lijkt. Het is makkelijk om traag te gaan, maar verdomd moeilijk om snel te gaan - en dat nog eens 200 ronden volhouden, zoals in de echte race.
 
Afstelling
Het is belangrijk om een goed gevoel te krijgen voor de auto. Daarom kun je maar het best beginnen met de "practice". Dit is inderdaad een prachtige sessie: je kunt ongestraft andere deelnemers van de baan rijden en in de muur klappen, zonder dat je auto kapot gaat. Wat wel stuk kan gaan: je band kan klappen, je kunt je motor opblazen en je kan zonder brandstof komen te staan. Opletten dus.
 
Zoals je hierboven gezien zult hebben, rijdt niet iedereen met hetzelfde chassis en dezelfde motor rond. Zelf kun je uit drie teams kiezen: de blauwe March met een Cosworth-motor, de rode Lola-Buick en de gele Penske-Chevrolet. Als beginner kun je het best voor de March kiezen, die is makkelijk te besturen, maar wel ongelooflijk traag. Iets minder traag is de Lola, maar de Penske, met een geil digitaal display, is duidelijk de snelste.
 
Grappig genoeg komen deze snelheidsverschillen puur doordat de auto's een andere afstelling hebben. In feite zijn de March en de Penske gelijk. De Lola is een ander verhaal, maar daar kom ik later nog op terug. In ieder geval is het juist afstellen van een Indycar niet zo gemakkelijk. Alles hangt met alles samen en uiteindelijk weet je nog niks. De afstelling is in de oefensessie op ieder moment te veranderen. Een paar tips:
 
- Zet je turbodruk op maximaal door op "9" te drukken. Hierdoor ga je significant sneller. Wel verbruik je meer brandstof en loopt de temperatuur van je motor harder op, maar dat is pas later van zorg.
- De afstelling van de vleugels (F4) is het belangrijkste. Meer "vleugel" zorgt ervoor dat je makkelijker door de bochten kan, maar het remt je ook weer af op het rechte stuk. Streef daarom naar zo weinig mogelijk vleugel, maar zorg dat je de bochten nog wel kunt halen.
- De banden zijn erg belangrijk, maar vormen ook het lastigste onderdeel van de afstelling. Pas als je echt een tijdje op racesnelheid zit, kun je zien of de afstelling goed is. In ieder geval moet de temperatuur van de band op alle plaatsen (binnenkant, midden en buitenkant) gelijk zijn. Als dat niet het geval is, is het wiel niet goed uitgelijnd (F9), of is de bandendruk (F7) niet goed. Ook is het belangrijk om het juiste bandentype (F5) te selecteren. De rechterbanden krijgen het veel zwaarder te verduren dan de linkerbanden, waardoor ze sneller opwarmen en sneller slijten.
- De juiste versnellingsbakverhoudingen hangen af van de gemiddelde snelheid die je weet te behalen. Bij de March en de Penske zou je moeten streven naar toerentallen van iets boven de 12.000 per minuut. De Lola heeft veel langere versnellingen nodig: de Buick-motor raakt boven de 9.000* toeren per minuut langzaam maar zeker buiten adem.
 
Het mooie van het spel is dat alle veranderingen die je aanbrengt ook (vroeg of laat) merkbaar worden. Een complicerende factor is de brandstoflast. Indycars rijden op methanol, een vloeistof met een kleine energie-inhoud. Het gevolg is dat je veel brandstof nodig hebt om een betrekkelijk kleine afstand af te leggen. Door het extra gewicht van een volle brandstoftank kan je auto minder hard accelereren, maar belangrijker nog: het kost meer moeite om de auto door de bochten te sturen (de centrifugaalkracht neemt proportioneel toe met het gewicht van de auto, de middelpuntzoekende kracht niet). Het gevolg van de extra stuurbewegingen is dat je meer snelheid verliest in de bochten en dat je banden meer opwarmen. Wanneer je banden te warm worden, verliezen ze grip en slijten ze harder. Dat wil je dus niet hebben, dus dat is iets om rekening mee te houden voor een lange race.
 
Racetips
Wanneer je een race van tien ronden rijdt, heb je hier geen last van. Je hebt aan vijftien gallon methanol genoeg om de race uit te rijden. Wanneer je langere races gaat doen, zul je wel met een zware auto rijden. Een race van 30 ronden is normaalgesproken net op een tank af te leggen, in een race van 60 ronden zul je in ieder geval een pitstop moeten maken. Je kunt zelf wel inschatten hoeveel pitstops je nodig zult hebben om de "echte" race van 200 ronden uit te rijden.
 
In de langere races is er ook nog de dreiging van de safetycar. Soms crashen de CC's (computer-controlled cars) uit zichzelf en wordt de race even geneutraliseerd. Pas op! Aan het eind van de safetycarperiode zijn je banden enorm afgekoeld en heb je de eerste bochten nauwelijks grip. Bij mij zorgt dat vaak voor aanrijdingen, hetzij met de muur, hetzij met een opportunistische achtervolger.
 
Hoewel de CC's in het spel nog redelijk intelligent zijn (ze zijn in ieder geval in staat obstakels te ontwijken), zijn de gesimuleerde races verre van realistisch. In plaats van een soort wielrenwedstrijd, waarbij iedereen in de slipstream van zijn voorganger probeert te duiken, valt het veld binnen de kortste keren uit elkaar. Van enig slipstreamwerk is geen sprake. Bovendien zijn de CC's niet erg bedreven in het inhalen van elkaar en blijven ze vaak erg lang achter een langzamere deelnemer steken. Laten we het maar zo bekijken: het spel mag dan wel onrealistisch zijn, het is in ieder geval wel veel toegeeflijker (en dus leuker) dan wanneer het wel realistisch zou zijn.
 
Race
Voor beginners is een race van tien ronden het leukst. Je kunt vanuit de achterhoede starten en proberen zo ver mogelijk naar voren te komen. Als je een beetje een snelle auto hebt, moet je in de openingsfase enorm je best doen om niet op de andere deelnemers te klappen. Ook leuk: alle overige deelnemers eruit rossen en dan de race winnen. Dat kan overigens alleen in de races van 10 en 30 ronden. In de lange races is je auto wel kwetsbaar, net als alle andere.
 
Wie het inhalen van kansloze stakkers zat is, kan zich proberen te kwalificeren. De kwalificatie gaat over vier rondjes. Blijf op de baan en zorg dat je de auto zo veel mogelijk afbeult in deze rondjes. Dat kan bij de Lola beter dan bij die andere twee. De Buick-motor is bij volledige turbodruk duidelijk de krachtigste van het stel. Een overtuigende poleposition zit er zeker in. Met de Penske of de March is dat toch echt een stuk moeilijker.
 
De Lola is over korte afstanden de snelste auto, maar over langere afstanden is de Penske beter. De Chevrolet-motor is zuiniger en betrouwbaarder, waardoor je de hele race voluit kunt blijven gaan. Mij is het gelukt om een race van 60 ronden te winnen. De echte raceafstand is voor mij echter ook een brug te ver.
 
Data
Wie na een tijdje toch uitgekeken is op het spel, kan altijd nog proberen het spel naar eigen inzicht te veranderen. Een goed hulpmiddel daarbij is IndyEdit, een oud programmaatje waarbij je een aantal raceopties kunt veranderen. Ik heb het gebruikt om de traagste deelnemers in de simulatie wat competitiever te maken, zodat ik ze niet iedere vijf ronden op een ronde hoef te zetten.
 
Iedere wagen wordt door een aantal getallen gekarakteriseerd: naast de kleuren en het startnummer zijn er drie prestatieparameters: het motorvermogen, de luchtweerstand en een soort extra weerstand die ze in de bochten ondervinden. Er is bij alle parameters een storingsterm toegevoegd, zodat iedere race weer  net even anders verloopt. In ieder geval kun je al deze waarden en kleurcodes veranderen, zodat je je eigen kampioenschap kunt ontwerpen (zie bijvoorbeeld de 2009-editie van het spel).
 
Helaas heb ik als computerleek weinig andere mogelijkheden om andere parameters te veranderen of zelfs maar in te zien. Daarom is het volgende filmpje, dat inzicht geeft in de gebruikte data, erg interessant.
 

 
En wat te denken van dit filmpje van een korte race, waarin het werkelijke toerental, de slijtage aan de motor, het brandstofverbruik en de motortemperatuur zijn weergegeven:
 


In ieder geval tonen deze filmpjes aan dat het spel erg slim in elkaar is gezet. Het is misschien niet helemaal realistisch, maar ik blijf het knap vinden dat ze ruim twintig jaar geleden al met zo'n complexe racesimulatie kwamen. Vergelijk dat maar eens met de honderden bugs in het bijna niet te spelen als-de-graphics-maar-goed-zijn-racespel F1 2012 van Codemasters. De technologische vooruitgang van de afgelopen decennia is kennelijk alweer tenietgedaan door de verdomming van de samenleving.
 
* Bij veel oude spellen is er een verschil tussen het werkelijke toerental en het weergegeven toerental. Zo "onderschatten" de analoge toerentellers van de March en Lola de toerentallen met ongeveer 300 of 400 toeren per minuut. Ik zal me beperken tot de weergegven gegevens.