30-12-2014

Kerstvakantie

2014 is weer bijna voorbij. Zoals gewoonlijk werd het jaar afgesloten door de kerstvakantie. De kerstvakantie vind ik vaak een beetje een treurige vakantie. Vaak ben ik aan het eind van het jaar door m’n energie heen en dan is die vakantie er alleen om weer langzaam een beetje op te laden. Toch heb ik me wel vermaakt.

Zo leerde ik het spel Town of Salem kennen, een soort onlineversie van Weerwolven, maar dan luguberder en ingewikkelder. Het voordeel van zo’n spel op internet is dat je complexere rollen kunt uitvoeren en dat je het met mensen from all over the world kunt spelen, in plaats van dat je op je eigen kennissenkring bent aangewezen. Tot de kerstvakantie had ik eigenlijk alleen met mijn studiegenoten geweerwolfd. Dat ging dan ongeveer zo:
De lamp werd uitgedraaid, zodat het lekker donker was en we konden beginnen. In het eerste potje was ik burger en werd ik tegen het einde van het spel verslonden. De weerwolven deden het die avond sowieso nogal goed. Dat kwam vooral omdat een groot aantal burgers liever elkaar uit het spel haalde dan de weerwolven. Bij de stemmingsronden werd steevast een burger naar de brandstapel verwezen. Verder had Cupido twee burgers aan elkaar gekoppeld, waarvan de ene meestal jager was, die dan nog een burger doodschoot, waardoor er meteen drie burgers minder waren. Het eerste potje werd dan ook eenvoudig gewonnen door de wolven.
Nu was het nog moeilijker, omdat er meer rollen waren die informatie en desinformatie konden geven over de rollen van de andere deelnemers. Voor mij, als Mr. Gullible, was het allemaal te moeilijk om te ontcijferen. Steevast richtte ik mijn pijlen op de verkeerde, waardoor het me maar zelden lukte om het spel te winnen, ondanks dat ik tot diep in de nacht bezig was een grain of truth te vinden in het web of lies.

Met kerst heb ik lekker bij mijn ouders gegeten. Op tweede kerstdag was er bovendien een soort familiedag bij de slotraceclub van mijn vader. Ineens stonden allerlei n00bz zoals ikzelf in de schakelaars te knijpen. We gingen zelfs een wedstrijdje houden, inclusief kwalificatie. Paul, de opofferingsgezinde organisator van de dag, ging meteen een heel schema maken van wie wanneer moest rijden. Zelf was ik in de kwalificatie niet zo op dreef, waardoor ik in de tweede race moest starten. Ik besloot een beetje als een Alain Prost te rijden: langzaam van start gaan en vooral geen fouten maken. Dat eerste lukte zeker, maar het tweede lukte niet, al maakte ik minder uitglijders dan mijn concurrenten, waardoor ik de wedstrijd uiteindelijk nipt won. In de derde en laatste wedstrijd mocht Ewood. Hij had zich als tweede gekwalificeerd en eindigde ook op die plek in een spannende race van een opmerkelijk hoog niveau. Het leek Paul wel leuk om als toegift de nummers 1 en 2 tegen elkaar te laten racen met echt snelle wagens. Ewood raakte gedurende de middag steeds beter op stoom en de finale was een fraai schouwspel. Ewood was de snellere van de twee, maar maakte ook wat meer foutjes. De eerste race won hij nipt, de tweede race was een prooi voor Jeroen, die nu met de wat snellere auto reed. Uiteindelijk won hij met bijna een ronde voorsprong. Het publiek was onder de indruk, en anders Jean Loulou wel. Hij glom als een trotse vader. Daarna gingen we weer gauw naar huis, waar mijn moeder een heus kerstdiner voor de familie had gekookt. De sfeer was anders dan anders, want het was de eerste kerst zonder oma. Sindsdien is mijn opa vooral nederiger geworden. De smaakmakers van de avond waren Ewood en onze tante Erna, die elkaar verbaal probeerden af te troeven. Tot slot gingen we nog Yahtzee (hoe hebben ze toch zo’n lelijke naam kunnen bedenken voor dat spel?) doen, een spel dat zoals gebruikelijk door de grootste n00bz gewonnen werd.

Op zondag gingen we met de hele familie uit eten ter ere van mijn opa’s verjaardag: op oudjaarsdag hoopt hij 90 te worden. Het was een verrassingsfeest en dus wist het feestvarken van niks. In het restaurant waarvan de naam een fenomeen was op Trolshol werd hij toegezongen en kreeg hij als speciale traktatie een brandend nagerecht. Zelf was ik meer met het jonge grut in de weer (de “Ukyo’s” plus aanhang). We gingen Take 10 spelen, een spel dat ik eerder dit jaar had aangeschaft, maar nog nooit had gespeeld. Daarom wist ik ook niet hoe het precies ging. Toen we eindelijk de spelregels doorhadden, werden de voorgerechten al geserveerd…

Afgelopen maandag stond in het teken van het jaarlijkse oliebollentoernooi. Sicco R. was ditmaal de spelleider en legde op zijn eigen, onnavolgbare, manier de spelregels uit. Volgens mij was ik de enige die de bedoeling begreep. De opzet had veel gelijkenissen met die keer dat de lange barman het oliebollentoernooi een andere wending gaf. We werden opnieuw ingedeeld in teams, wat betekende dat ik weer kop van Jut werd van mijn team. Maar de vreemde spelvormen dan? Zouden die mijn redding worden? Daar hoopte ik maar op…

In de eerste ronde speelde ik tegen het team van FM Henk en deden we iets met een paard in de zak, net als vier jaar terug, maar dan anders. In beide partijen had ik het beste van het spel, maar scoorde ik door een schrijnend gebrek aan routine maar een half punt.

Daarna mocht ik tegen Ewood. We deden nu Berlijns schaak. Vier jaar geleden heette het nog iets met dronken pionnen. Ik kan me niet herinneren dat het spel toen ook zo moeilijk was. Misschien had het met de beginzet van de pionnen te maken: die mochten nu ook twee stappen schuin. Dat is ook gemakkelijk te missen. Zo dacht ik in de eerste partij bijna mat te geven, toen er opeens een pion voor m’n dame verscheen. Het was eigenlijk meteen uit. In de tweede partij gaf ik ineens een stuk weg doordat ik dacht dat een paard door een pion was gedekt, wat niet zo was. Later gaf ik nog een toren weg doordat het omgekeerde het geval was. In ieder geval was ik hard toe aan een oliebol

In de derde ronde mocht ik tegen het team van Tom de Ruiter. Met het torenloze schaak nestelde ik mijn dame al gauw in zijn stelling en dat was voldoende voor de overwinning. Met het drie keer schaak duurde het heel erg lang voordat ik eindelijk een schaakje had gegeven, maar toen ik eindelijk schaak gaf, ging het ook gelijk mat. Hoewel het spel volgens de kenners enorm gunstig was voor de witspeler, bleek daar in de praktijk weinig van: naast me verloor Coen al snel toen Theo op f2 een stuk kon offeren voor een heleboel schaakjes.

De eindstand werd opgemaakt en daaruit bleek dat we waren geëindigd zoals we begonnen waren: team 1 had de meeste punten en team 4 de minste. Dus speelde ik in de finale ook tegen het team van Tom; een ware kwelling voor de beste man. Tot overmaat van ramp gingen we ook nog doorgeefschaak doen, een spel dat mijn teamgenoot Coen, noch Tom, noch Theo bleek te kennen. Het gevolg was dat de stukken amper werden doorgegeven… Uiteindelijk won ik beide potjes, waardoor we de troostfinale nipt wonnen van team 4.

Het was het sein voor de meeste spelers om zich snel uit de voeten te maken, waardoor er nog een hele schaal oliebollen overbleef. Dus offerde ik me maar op om er een paar op te eten. De bollen waren smakelijk en zeker niet te vet; ik ben benieuwd wat mijn moeder er vandaag van bakt. En of de oliebollen vrijdag net zo goed zullen zijn…

In ieder geval kon ik mijn stalen ros weer de sporen geven en fietste ik in het holst van de nacht door het niemandsland tussen Bussum en Hilversum. Volgende week staat me die reis weer te wachten, want dan heb ik bardienst. En volgende week donderdag mag ik leuk een presentatie geven. 2015 had weinig beter kunnen beginnen…

14-12-2014

Een koude Berlijnse kermis

Gisteren mocht ik weer eens een partijtje in de meesterklasse meespelen. Ik had grote schoenen te vullen, want ik had de invalbeurt te danken aan het niet-meespelen van Robin Oscar van Kampen. Ofwel: de ene remiseschuiver erin voor de ander. Toch was het een groot wonder dat de partij nog in remise eindigde en dat terwijl het allemaal zo veelbelovend begon toen Behirder de Berlijnse Muur op het bord toverde, het remisewapen waardoor de wereldtop eigenlijk geen 1.e4 meer durft te spelen. Maar in de handen van het Apenhoofd is het altijd een krachtig wapen voor de tegenstander: nooit won hij er een partij mee. Ook tegen Sebastian Halfhide (2017) werd hij regelrecht naar een nederlaag gespeeld. Een zetje was de witspeler verwijderd van de overwinning. In tijdnood zag hij de winst niet en bood hij remise aan, wat dankbaar werd aanvaard.

Hoe waardevol het halfje was, bleek na afloop: het team won met 5½-4½ en ik werd door iedereen gefeliciteerd. Met een beetje minder geluk was het "gewoon" 5-5 geworden en had ik ongetwijfeld een invalverbod gekregen. Nou ja, soms zit het mee en daar moet je dan even van genieten. En vervolgens hard werken om een herhaling te voorkomen...


De partij wordt mede mogelijk gemaakt door Knightvision.

BSG temt de "igrheseend" van Utrecht

"BSG Europa in dankzij Ris", grapte Thomas na de zwaarbevochten overwinning op Utrecht. Na vier wedstrijden heeft BSG alweer 6 matchpunten en daarmee is de score van vorig seizoen al geëvenaard. Maar overtuigend ging het niet.

Was het een geheime code? Of was het slechts een omslachtige manier om de bordnummers aan te duiden? De i van irste, de g van... De Rummikub-letters zagen er behoorlijk mysterieus uit. Erg veel aanknopingspunten waren er niet om de betekenis ervan te achterhalen. Uiteindelijk bleken de steentjes slechts als consumptiebonnen te dienen. Weg mysterie, maar de speurtocht om van de willekeurige letters een mooi anagram te maken ging gewoon door. Tja, was Leon Pliester (1954 - 2012) nog maar onder ons. Hem was het vast gelukt om de tien letters op een leuke manier te rangschikken.

Aan alles was af te leiden dat dit een wedstrijd voor Leon was. Met Leon de "kindermoordenaar" had BSG het ook vast beter gedaan tegen het erg jonge team van Utrecht, dat op papier het zwakste team van de meesterklasse is. Desondanks stond het team na drie ronden in de subtop, net als BSG. Beide teams traden aan met een invaller: bij Utrecht was Menno Okkes verhinderd en bij BSG Robin Oscar van Kampen. De invallers van beide clubs speelden op het laatste bord tegen elkaar.

Aan het hoogste bord, bord i dus, was Large gezet. Hij speelde tegen "vaste klant" Jelmer Jens, tevens de teamleider van de thuisploeg. In zijn lijfvariant speelde hij een nauwelijks gespeelde zet die best wel okeej was. Langzaam maar zeker verbeterde hij zijn stelling, waarna de genadeklap niet uit kon blijven.

Naast hem bereikte Robert op bord g naar eigen zeggen met zwart vrij gemakkelijk gelijkspel tegen jeugdtalent Tycho Dijkhuis, die vervolgens te ver ging en hardhandig van het bord werd gecounterd. Tot grote ergernis van Robert probeerde Li in de analysesessie een winst voor zwart in de opening te vinden. Zelf won Hufter ook, en wel aan bord r. Toch was hij allesbehalve tevreden over zijn spel tegen Peter Ypma. Ondanks een aantal onnauwkeurige voortzettingen hield hij uiteindelijk een gewonnen toreneindspel over.

Minder gesmeerd ging het bij Ewood aan bord h. Tegen meneer de voetbalstatisticus Pieter Nieuwenhuis speelde hij de opening wat apart, maar desondanks leek hij wel goed te staan. Kennelijk was het een staaltje optisch bedrog, want uiteindelijk kreeg hij een vieze nul te slikken. De vieze nasmaak kon hij met de daghap in een Utrechts café weer een beetje verzachten.

Aan bord 5 won Thomas zonder het te weten een kratje bier; die beloning was er op de scalp van zijn tegenstander gezet. En dat terwijl hij er ook nog één had gekregen van Robert, die zich ineens een weddenschap van bijna een jaar geleden herinnerde. Verliezer Vincent Diepeveen verzuchtte dat zijn tegenstander hem op zijn zwakke plek had aangepakt door een pion te offeren (a6!) voor aanval. Kennelijk was Diep, die na zes zetten al dacht "volledig gewonnen" te staan, daar niet tegen bestand. In een moeilijke stelling miste hij een tussenzet, waardoor hij een stuk moest inboeten.

Dat was dus 4-1 op de hoogste borden en daarmee was de basis gelegd voor de overwinning. Maar op de onderste borden haperde de machine. Zo verloor Ton aan bord s in een rommelige partij van Frank van der Put. In de opening speelde de witspeler zijn stukken niet bepaald naar de beste velden, maar doordat Ton dat ook niet deed en de stelling vervolgens met veel geweld opengooide, ging het van kwaad tot erger. Met een toren minder moest hij de wapens strekken.

Beter verging het Henk aan bord 7. Al gauw kwam hij erachter dat tegenstander Meindert van der Linde zich tot in de puntjes had voorbereid. "Twee keer achter elkaar op bord 7 en je krijgt al dit", verzuchtte hij. Henk overleefde de opening, waarna hij dankzij een vrij eenvoudig trucje materiaal won en zijn tegenstander zich maar op g7 liet matzetten.

Aan bord 8 speelde Robert Beekman tegen Alexander van Beek. Leuk gedaan van de teamleiders. Helaas leverde de partij wel weer een nul op voor BSG: Alexander besloot een vlijmscherpe variant te spelen, waardoor hij erg lang moest nadenken, waarna hij in tijdnood de mist in ging.

Ook geen succes was er voor Frank aan bord n tegen Lars Vereggen. Het 17-jarige van HMC afkomstige talent was brutaal genoeg om een vroeg remiseaanbod af te slaan nadat de opening voor hem niet ongunstig was verlopen. Pas toen kwam Frank weer een beetje in de partij en werden de bordjes verhangen. In opkomende tijdnood nam hij echter een aantal onhandige beslissingen, waarna hij alsnog verloor.

Zo kwam een gelijkspel toch wel gevaarlijk dichtbij voor BSG. Aan bord d mocht Behirder het met zwart opnemen tegen Sebastian Halfhide, geboren in het jaar waarin Michael Schumacher zijn vierde wereldtitel behaalde en een paar malloten probeerden door twee wolkenkrabbers te vliegen. Misschien had Leon Pliester gelijk: het Spaans is een enorm moeilijke opening. Dan maar een solide Berlijnse Muur optrekken. Maar die viel uiteindelijk ook om. Uiteindelijk bracht een wanhoopsoffensief onverwacht nog uitkomst en bood de geschrokken witspeler remise aan in een gewonnen stelling. Zodoende werd het dus 5½-4½ en ontsnapte BSG aan puntverlies.

De sfeer na afloop was behoorlijk opgelaten. Zulke ontsnappingen maak je maar zeer zelden mee. Wat de dag helemaal bijzonder maakte, was dat we Ewood, die nog even met een vriendin naar de film was geweest, in de trein weer tegenkwamen. Daarmee sloot BSG 2014 op een mooie manier af, ook omdat het tweede in Hoorn het tweede team van Caïssa-Eenhoorn met 5-3 versloeg.

En tot slot de resultaten van de igrheseend:

Utrecht (2225) - BSG (2330) 4½-5½
1. J Jens m (2360) - L Ootes (2378) 0-1
2. T Dijkhuis f (2404) - R Ris m (2422) 0-1
3. P Ypma (2256) - L Riemersma m (2417) 0-1
4. P Nieuwenhuis f (2184) - E de Groote (2342) 1-0
5. V Diepeveen f (2361) - T Willemze m (2407) 0-1
6. F van der Put (2203) - T van der Heijden (2303) 1-0
7. M van der Linde (2096) - H van der Poel (2209) 0-1
8. R Beekman (2154) - A van Beek m (2323) 1-0
9. L Vereggen (2218) - F Erwich (2318) 1-0
10. S Halfhide (2017) - J de Groote (2185) ½-½

Toch wel jammer dat bord 10 de symmetrie verbreekt...

27-11-2014

Het Formule 1-rapport

Wat een seizoen, wat een seizoen! 2014 was in ieder geval niet saai, altijd gebeurde er wel wat: of het nou de felle titelstrijd tussen Hamilton en Rosberg was, het geklaag over het geluid van de turbomotoren, de teams die het hoofd (bijna) niet boven water konden houden, of dat vreselijke ongeluk van Bianchi.

Hoewel er in 2014 een einde kwam aan vier jaar Red Bull-dominantie, kwam er een jaar Mercedes-dominantie voor in de plaats. Niet alleen als team was Mercedes dominant, maar ook als motorleverancier. Om die reden konden de teams van Red Bull en Ferrari geen vuist maken. Omgekeerd gooide het team van Williams na een dramatisch 2013 opeens hoge ogen met maar liefst negen podiumplaatsen. Kortom: de motoren speelden in 2014 een hoofdrol.

De turbomotoren waren bij de fans weinig geliefd vanwege het magere geluid en bij de teams vanwege de enorme kosten: naast de motor en de turbo was er ook nog een energieterugwinsysteem: stuk voor stuk kwetsbare onderdelen die tegen enorme kosten moesten worden ontwikkeld. Het betekende dat de achterhoedeteams de grootste moeite hadden om het hoofd boven water te houden. Zo lieten Maroesja en Caterham aan het eind van het seizoen wedstrijden schieten, terwijl de teams van Sauber, Lotus en Force India dreigden hetzelfde te doen. Het toonde aan dat er veel mis is met de geldstromen in de Formule 1 en dat met name de achterhoedeteams er bekaaid vanaf komen.

Toch is het maar de vraag of de Formule 1 de achterhoedeteams zo hard nodig heeft. Zelfs met alle te verwachten kinderziektes van de nieuwe technologieën was het aantal terminale mechanische defecten gering. Het betekende dat de achterhoedeteams niet ineens de WK-punten voor het opscheppen hadden: alleen Bianchi lukte het in Monaco. De teams van Caterham en Sauber bleven puntloos. Kortom: om in de punten te eindigen had je een competitieve auto nodig. Ook in 2014.

De strijd om de hoogste plaatsen was in 2014 spannender dan wat we de laatste jaren gewend waren. Saaie races waren er nauwelijks. Het gevecht tussen de Mercedes-coureurs en de gevechten in de subtop tussen de teams van Red Bull, Williams, Ferrari en McLaren waren de moeite van het bekijken meer dan waard. Al met al was er met het spektakel op de baan weinig mis, zeker niet vergeleken met vorig jaar. Des te jammerder daarom dat het ongeluk van Bianchi en het faillissement van zijn team Maroesja een lange schaduw over het seizoen werpt. Tijd voor een overzicht van de tweede seizoenshelft:

België
Al in de tweede ronde komen de Mercedes’ met elkaar in aanraking: Hamilton loopt een lekke band op, waardoor hij niet meer in het stuk voorkomt, terwijl Rosberg schade heeft aan zijn voorvleugel en na een warrige inhaalrace niet verder komt dan de tweede plaats achter Ricciardo. Na afloop wordt Rosberg door het publiek uitgefloten en krijgt hij er ook door de teamleiding stevig van langs.
Stand: Rosberg-Hamilton-Ricciardo: 220-191-156

Italië
Hamilton verprutst zijn start, maar hij herovert al snel weer de leiding doordat Rosberg twee keer rechtdoor gaat in de eerste chicane. Massa pakt zijn eerste podium van het seizoen, voor Bottas, die eveneens een slechte start had. Ricciardo werkt zich in de slotfase op naar een puike vijfde plaats.
Stand: Rosberg-Hamilton-Ricciardo: 238-216-166

Singapore
De problemen stapelen zich op voor Rosberg, die bij door een gebroken kabel in de opwarmronde niet en in de race amper van zijn plek komt, waardoor hij op moet geven. Hamilton wint de race vrij makkelijk en neemt de leiding in het kampioenschap over. De Red Bulls van Vettel en Ricciardo staan op het podium, Alonso wordt vierde.
Stand: Hamilton-Rosberg-Ricciardo: 241-238-181

Japan
Op een kletsnat Suzuka voert Rosberg aanvankelijk het veld aan, maar wanneer de banden minder worden, stuift Hamilton hem voorbij. Achter hen knokken de Red Bulls zich langs de Williams’. De race wordt voortijdig beëindigd vanwege het tragische ongeval van Bianchi.
Stand: Hamilton-Rosberg-Ricciardo: 266-256-193

Rusland
De pole is voor Hamilton, maar Rosberg probeert de zaken al in de eerste bocht recht te zetten. Hij verremt zich echter en duikt meteen de pits in voor nieuwe banden, waarna hij zich vanuit de achterhoede opwerkt naar de tweede plaats. Hamilton wint onbedreigd, Bottas haalt het podium. Red Bull valt tegen: Ricciardo wordt zevende, Vettel achtste.
Stand: Hamilton-Rosberg-Ricciardo: 291-274-199

Verenigde Staten
Rosberg start van pole, maar wordt opnieuw halverwege de race door Hamilton ingehaald. Achter de Mercedes’ werkt Ricciardo zich via de pitstops langs de Williams’ en wordt derde, wat niet genoeg is om nog een rekenkundige kans op de titel te maken.
Stand: Hamilton-Rosberg: 316-292

Brazilië
Rosberg weer op pole en ditmaal wint hij de race. Hij wordt daarbij enigszins geholpen door Hamilton, die in een poging om tijd goed te maken van de baan vliegt en tijd verliest. In de slotfase kan hij zijn teamgenoot wel bedreigen, maar niet inhalen. Massa finisht voor eigen publiek als derde. Ricciardo valt uit.
Stand: Hamilton-Rosberg: 334-317

Abu Dhabi
In de dubbelepuntenrace laat Hamilton er geen gras over groeien: hij neemt meteen de leiding. Rosberg kan in de eerste helft van de race redelijk volgen, daarna verliest hij vermogen en valt hij ver terug. Hamilton wint voor Massa en Bottas en is kampioen. Rosberg wordt veertiende.
Eindstand: Hamilton-Rosberg: 384-317

De top 3 van 2014: Hamilton voor Rosberg en Ricciardo. Afbeelding: The Guardian.
De rapportcijfers

Mercedes (kampioen met 701 punten)
Hoezo dominant? Mercedes scoorde 51 WK-punten meer dan Red Bull op hun toppunt in 2011, al moet daarbij worden aangetekend dat 2014 in feite een race meer telde. Maar toch: met 18 polepositions en 16 overwinningen in 19 races liet Mercedes maar erg weinig liggen in een jaar dat in het teken stond van de complexe nieuwe powerunits. Natuurlijk heeft Mercedes geprofiteerd van de nieuwe regels, maar het team verdient respect voor de manier waarop het zijn klantenteams dit jaar de oren heeft gewassen: noch Williams, noch McLaren, noch Force India won een race. Ook verdient het team lof voor de gelijkwaardige behandeling van hun coureurs, waardoor het rijderskampioenschap tot aan de laatste race spannend bleef.
9

44 Lewis Hamilton (Wereldkampioen met 384 punten)
Eindelijk! Zes jaar na zijn eerste wereldtitel heeft Hamilton dan eindelijk zijn tweede te pakken. Het was een verdiende wereldtitel, want hoewel teamgenoot Rosberg het hem erg moeilijk maakte, was Hamilton in de races doorgaans de sterkere. Toch duurde het tot na de zomer voordat Hamilton de pechduivel had afgeschud. Na zijn controversiële botsing met Rosberg in België was de rem eraf en bereikte Hamilton een nieuw niveau. Hij verpulverde Rosberg in de races en won de titel in stijl met een dubbeltellende overwinning.
9

6 Nico Rosberg (2e met 317 punten)
Een gouden kans laten liggen: dat gevoel zal Rosberg wel hebben gehad na afloop van de Grand Prix van Abu Dhabi. In de beste auto moet je natuurlijk kampioen worden en dat is niet gelukt. Waar ging het mis? Niet in de kwalificatie: Rosberg stond elf keer op pole en dat leverde hem een trofee op. Maar de punten werden niet op zaterdag verdeeld. Op zondag was Hamilton gewoon sneller en bovendien een stuk slagvaardiger. De enige kans die Rosberg had om Hamilton te verslaan was door hem met psychologische spelletjes uit balans te brengen. In Monaco deed hij dat perfect en herwon hij het momentum, in België werd het zijn ondergang.
7

Puntenverloop van de Mercedes-coureurs en Ricciardo.

Red Bull-Renault (2e met 405 punten)
“Het seizoen begon twee maanden te vroeg”, was de verklaring van de kampioenen voor de opstartproblemen in 2014. Daarmee draaiden ze de zaken om, want waar de andere teams halverwege 2013 al de nieuwe auto’s aan het ontwikkelen waren, was Red Bull tot de laatste race van 2013 alleen maar bezig met records te breken. In ieder geval zit Red Bull door de komst van de turbomotoren in een lastig parket: zonder Mercedes-motor stel je niks meer voor in de Formule 1 en Mercedes wil geen motoren leveren aan Red Bull. Dus deugt het huidige motorreglement niet meer volgens het Oostenrijkse team. Het valt te hopen dat Renault volgend jaar iets beter voor de dag komt, want dat Red Bull uiteindelijk nog drie zeges en een tweede plaats bij de constructeurs behaalde, mag een klein wonder genoemd worden.
8

3 Daniel Ricciardo (3e met 238 punten)
Is Ricciardo het grootste slachtoffer van de turbomotoren geworden? Wie weet, Ricciardo waste Vettel constant de oren, ongeveer op dezelfde manier waarop Vettel Webber de oren waste. Daarmee was Ricciardo de verrassing van het seizoen en het riep de vraag op of hij zonder de zwakte van de Renault-motor niet fluitend kampioen was geworden. Hoewel de Red Bull in 2014 vaak maar net goed genoeg was voor het onderste treetje van het podium, won Ricciardo tegen alle verwachtingen in drie races, het teken van een echte kampioen. In ieder geval werd Ricciardo overtuigend best of the rest. Als Renault zijn zaakjes volgend jaar iets beter voor elkaar heeft, heeft Ricciardo volgend jaar pas echt reden tot schaterlachen.
10

1 Sebastian Vettel (5e met 167 punten)
Van 1 naar 5, net als volgend jaar zijn startnummer: Vettel moest in 2014 een stapje achteruit doen en was daar allesbehalve blij mee. Dat hij door een nobody als Ricciardo constant werd afgetroefd, zat hem al helemaal niet lekker. De reputatieschade is enorm. Nu is pas echt duidelijk dat Vettel zijn wereldtitels te danken had aan Newey. Daarom wil Vettel bij Ferrari maar al te graag laten zien dat hij een team kan opbouwen en dat hij ook in een slechte auto kan winnen. Bovendien kan hij het ten opzichte van Räikkönen alleen maar beter doen dan ten opzichte van Ricciardo. Een dappere keuze? Nee, gewoon laf. Vettel is een slecht verliezer.
5

Williams-Mercedes (3e met 320 punten)
Wat een jaar! De keuze voor de Mercedes-motoren was een schot in de roos, maar met de auto was ook weinig mis: Williams begon goed aan het seizoen en wist zich gedurende het seizoen knap te verbeteren. In de laatste races waren ze zelfs de naaste belagers van Mercedes. Uiteindelijk behaalde het team negen podiumplaatsen en een poleposition en daarmee verliep het jaar boven alle verwachtingen, vooral na een desastreus 2013. Daarin schuilt ook het gevaar, want hoe kan Williams voorkomen dat op een goed jaar niet weer een slecht jaar volgt, zoals de afgelopen vier jaar steeds gebeurde?
9

77 Valtteri Bottas (4e met 186 punten)
In 17 van de 19 races scoorde Bottas punten. In totaal mocht hij zes keer de gang naar het podium maken: viermaal werd hij derde, tweemaal werd hij tweede. Een schril contrast met vorig jaar, toen hij slechts één lullige achtste plaats behaalde in een auto die niet vooruit te branden was. In ieder geval liet Bottas een volwassen indruk achter: hij crashte niet, hij botste niet en hij bracht altijd zijn auto netjes aan de finish. Williams heeft een potentiële topcoureur in dienst.
8

19 Felipe Massa (7e met 134 punten)
Je kan veel van Massa zeggen, maar niet dat hij geen neus heeft voor goede auto’s: de nummer 9 van vorig jaar werd de nummer 3 van dit jaar. Hoewel Massa zich bij zijn nieuwe team als een vis in het water voelde, kostte het hem nog wel een hoop tijd om het predicaat brokkenpiloot af te schudden. Pas in de tweede seizoenshelft ging hij echt los en zette hij teamgenoot Bottas zo nu en dan met puike optredens in de schaduw. Met een tweede plek in de finale in Abu Dhabi besloot hij zijn eerste seizoen bij Williams op een fraaie manier.
7

Puntenverloop in de subtop (van Ricciardo tot Button).
Ferrari (4e met 216 punten)
Al zes jaar heeft Ferrari geen titel meer gewonnen en in 2014 was zelfs een overwinning te hoog gegrepen: Ferrari zit in een neerwaartse spiraal. Als excuus voor de magere prestaties in 2014 kon nog naar de powerunit gewezen worden: de zelfontwikkelde Ferrari-motor had niet genoeg vermogen en het energieterugwinsysteem schoot ernstig tekort. Het seizoen verliep van kwaad tot erger voor de Italianen: in de tweede seizoenshelft bleef het podium zelfs buiten bereik, waardoor Ferrari met pijn en moeite de vierde plek bij de constructeurs veiligstelde. Ondertussen werd het ene na het andere kopstuk (Domenicali, zijn opvolger Mattiacci en Di Montezemolo) op straat gezet door de Italiaanse kat in het nauw. Vooral het vertrek van de moegestreden Alonso zal zich nog goed doen voelen.
3

14 Fernando Alonso (6e met 161 punten)
McLaren? Of een jaartje ertussenuit? Na Vettels overstap naar Ferrari was het lang onbekend wat Alonso ging doen. De topteams waren al bezet, maar alles was beter dan het stagnerende Ferrari, dus ging hij maar naar McLaren. Na zijn mislukte Ferrari-avontuur begint de tijd te dringen voor de 33-jarige coureur, die in 2014 tweemaal op het podium stond en er in Singapore nog even aan mocht snuffelen. Aan het eind van het seizoen kwam Alonso niet verder dan wat puntenfinishes, waardoor de vicewereldkampioen van de afgelopen jaren afgleed naar de zesde plaats in het kampioenschap.
8

7 Kimi Räikkönen (12e met 58 punten)
Räikkönen en Ferrari: een mislukt huwelijk. Hoewel de Fin in 2007 nog zijn enige wereldtitel behaalde in zijn eerste jaar bij de Italiaanse renstal, was hij geen schim van de publiekslieveling die bij McLaren was. Dit jaar kreeg hij een herkansing, maar och, wat zullen hij en Ferrari er spijt van gehad hebben. Räikkönen kon het afgelopen jaar nooit echt zijn draai vinden in de turboauto en dat was duidelijk aan de resultaten te zien. Uiteindelijk scoorde hij ruim honderd punten minder dan Alonso, al moet daarbij worden aangetekend dat Räikkönen af en toe overduidelijk de tweede coureur was: steevast werd hij door zijn team bij de pitstops gepiepeld. Kortom: team en coureur vulden elkaar goed aan.
5

McLaren-Mercedes (5e met 181 punten)
Na de vijfde plaats van vorig jaar werd McLaren ook in 2014 vijfde. Positief: het team scoorde anderhalf keer zo veel punten, maar dat zal de teleurstelling bij Ron Dennis en de zijnen niet hebben weggenomen. Voor overwinningen kwam McLaren opnieuw niet in aanmerking. Sterker nog: de verrassende podiumklassering in de openingsrace kon in de rest van het seizoen niet meer worden geëvenaard. En dat met veruit de beste motor van het veld. Hoe kan dat dan toch? Het valt te hopen voor McLaren dat de wagen van 2015 aerodynamisch iets beter klopt, anders kan het met de nog onbeproefde Honda-motor een wel erg kansloos verhaal worden.
3

22 Jenson Button (8e met 126 punten)
Een droevig verhaal: vader overleden, opnieuw een weinig competitieve auto en geminacht door de oude nieuwe teambaas. Button reed met het mes tussen de tanden in wat mogelijk zijn laatste seizoen in de Formule 1 is geweest. Hij maakte nauwelijks fouten en wist steeds het maximale resultaat mee naar huis te nemen. Helaas betekende dat niet dat Button het podium op mocht: zijn hoogtepunten beperkten zich tot een serie vierde plaatsen (al kreeg hij in Australië een derde plaats in de schoot geworpen). Mist McLaren Hamilton? Of is het ontwerpteam al een paar jaar niet bij de les? In ieder geval lukt het Button niet om McLaren vlot te trekken.
7

20 Kevin Magnussen (11e met 58 punten)
Dat hij zijn vliegende start moeilijk kon evenaren of zelfs overtreffen, dat was niet zo gek. Maar dat hij uiteindelijk niet verder kwam dan één vijfde plaats was wel een beetje te weinig van het goede. In de schaduw van Button pakte hij hier en daar zijn puntjes, maar dat de teller uiteindelijk op maar 58 punten stokte, nog niet eens de helft van Buttons totaal, kan niet alleen als onervarenheid worden afgedaan. Ron Dennis’ wegen zijn ondoorgrondelijk en daarom mag Magnussen hopen dat hij er in 2015 weer bij is.
5

Force India-Mercedes (6e met 155 punten)
Cijfers kunnen bedriegen, want met 155 WK-punten beleefde Force India het beste seizoen van zijn bestaan, maar toch zal het Indiase team met weinig plezier op 2014 terugkijken: de overige Mercedes-klantenteams waren te snel voor ze. Net als vorig jaar kakte het team in de tweede seizoenshelft lelijk in. Vorig jaar was die terugval aan de banden te wijten, dit jaar had het team geen excuus. Voor de zomerstop scoorde het team aan de lopende band top-5-klasseringen, na de zomerstop was de zesde plaats van Hülkenberg in de dubbelepuntenrace het beste resultaat.
5

27 Nico Hülkenberg (9e met 96 punten)
Het wil maar niet echt lukken met de carrière van de 27-jarige Duitser uit Emmerik aan de Rijn. De topteams happen maar niet toe en Hulkenbergs onzichtbare optredens in de tweede seizoenshelft zullen ook niet bepaald als een open sollicitatie hebben gediend. Dus wordt het weer een jaartje Force India, wat betekent dat Hülkenberg eindelijk twee seizoenen op rij bij hetzelfde team rijdt. Maar stilstand is achteruitgang in de Formule 1, dus moet Hülkenberg hopen dat de Force India volgend jaar beter is dan die van dit jaar. En dat hijzelf scherper is in de races waarin het er echt om gaat. Een podiumplaats moet er nu toch een keer van komen.
6

11 Sergio Pérez (10e met 59 punten)
Het is dat hij zo’n brokkenpiloot is, anders had Pérez Hülkenberg in de races goed partij kunnen bieden. Zijn podium in Bahrein en zijn verbeten gevechten in Italië en Singapore, waarin hij tweemaal een zevende plek veiligstelde, mochten gezien worden. Ondanks die uitschieters was Pérez qua resultaten duidelijk de mindere van Hülkenberg, die in de eerste seizoenshelft toch echt een maatje te groot was. In de tweede seizoenshelft was Pérez beter (of Hülkenberg slechter) in vorm. Hopelijk kan Pérez dat niveau volgend jaar vasthouden. Wel zal hij moeten leren dat races niet in de eerste ronde gewonnen worden: in Monaco, Engeland en Amerika ging het steeds (bijna) mis voordat de race goed en wel onderweg was.
5

Puntenverloop in de middenmoot (van Massa tot Räikkönen).
Toro Rosso-Renault (7e met 30 punten)
Ondanks de zwakke Renault-motor beleefde Toro Rosso een redelijk seizoen: het team scoorde maar drie punten minder dan vorig jaar en eindigde zelfs een plekje hoger in het kampioenschap. De Italiaanse Red Bulls waren ondanks alles behoorlijk competitief en lieten zich goed zien. Helaas gold dat vooral voor de kwalificatie. Als de punten op basis van de kwalificatie zouden worden verdeeld, had Toro Rosso maar liefst 76 punten gescoord. Maar al te vaak was er op zondag niks meer van de snelheid van een dag eerder over en anders gooide een gebrekkige betrouwbaarheid wel roet in het eten. Kortom: er was een hoop onvervuld potentieel, maar 30 punten is zeker niet slecht te noemen voor het B-team van Red Bull.
7

25 Jean-Éric Vergne (13e met 22 punten)
Voor de tweede keer op rij ging een teamgenoot er met zijn promotie vandoor en na drie jaar Toro Rosso lijkt het doek voor Vergne te zijn gevallen. Maar wat heeft hij in godsnaam verkeerd gedaan? Is hij met zijn 24 jaar al te oud voor het opleidingsteam van Red Bull? Aan zijn prestaties kan het niet liggen: Vergne scoorde het leeuwendeel van de punten van Toro Rosso. Wel werd hij over het gehele seizoen in de kwalificatie geklopt door debutant Kwjat en kennelijk was dat voor Franz Tost en de zijnen de reden om de Fransoos de wacht aan te zetten.
7

26 Daniïel Kwjat (15e met 8 punten)
In navolging van Daniel Ricciardo promoveerde Daniïel Kwjat ook naar het hoofdteam van Red Bull. Kennelijk had de Rus al in zijn eerste jaar in de Formule 1 een verpletterende indruk achtergelaten, waardoor hij meteen naar voren werd geschoven toen Vettel zijn biezen pakte. Hoewel Kwjat op zaterdag bloedsnel was, met als hoogtepunt de vijfde startplaats voor eigen publiek, wist hij die goede uitgangsposities niet in klinkende resultaten om te zetten: verder dan drie negende en twee tiende plaatsen kwam hij niet. Dat moet Red Bull toch zorgen baren.
6

Lotus-Renault (8e met 10 punten)
Lotus beleefde een jaar om gauw te vergeten. Een gedurfd ontwerp was het wel met die vorkneus, maar erg effectief was het niet. Het grootste probleem van de auto was natuurlijk de belabberde Renault-motor, die ook nog eens vaak stuk ging: van alle Renault-teams had Lotus wel de grootste opstartproblemen. Tot overmaat van ramp werd net op het moment dat het team de zaakjes enigszins op orde leek te hebben het FRIC-systeem verboden, waardoor de wagens bijna onbestuurbaar werden. Uiteindelijk bleef de teller steken op tien WK-punten, een fractie van de 303 en 315 punten die het team de afgelopen twee jaar scoorde.
4

8 Romain Grosjean (14e met 8 punten)
Door twee achtste plaatsen wist Grosjean zijn magere seizoen nog een heel klein beetje aanzien te geven. Als achterhoedeteam had je ook in 2014 amper wat in de melk te brokkelen: de betrouwbaarheidsproblemen waar iedereen van tevoren bang voor was, stelden weinig voor, dus bleef de top 10 vaak buiten bereik voor de Zwitserse Fransoos, die zelf wel vijf keer met panne uitviel. Kortom: een verloren jaar.
6

13 Pastor Maldonado (16e met 2 punten)
Na een succesarm jaar bij Williams kende Maldonado een succesarm jaar bij Lotus: dankzij een bekeken race in Amerika scoorde hij zowaar twee punten, eentje meer nog dan vorig jaar. De Venezolaan lijkt er een neus voor te hebben om op het verkeerde moment bij de juiste teams aan boord te springen: zijn oude team Williams scoorde dit seizoen 32 keer zo veel punten.
5

Maroesja-Ferrari (9e met 2 punten)
Treurig genoeg eindigde een historisch jaar voor Maroesja (het team behaalde zijn de eerste WK-punten) traumatisch: in Japan crashte Bianchi tegen een takelwagen, waardoor hij nog altijd in kritieke toestand in het ziekenhuis ligt, terwijl de stekker er bij het team een maand later wel uit werd getrokken. Zo eindigt het avontuur na vijf seizoenen voor het moedige achterhoedeteam en is alleen Caterham nog over van de drie teams die begin 2010 aan de start verschenen: HRT ging in 2012 al failliet.
-

17 Jules Bianchi (17e met 2 punten)
Was zijn motor maar geploft. Had zijn radio maar niet gefunctioneerd. Was die race maar afgevlagd. Was die takelwagen nou maar gewoon achter de vangrail gebleven. Bianchi’s ongeluk had op zoveel manieren voorkomen kunnen worden. Een veelbelovende carrière lijkt in de kiem gesmoord: had de 25-jarige coureur na zijn prima optredens bij Maroesja in de niet al te verre toekomst een contract bij Ferrari af kunnen dwingen? We zullen het helaas nooit weten. Keep fighting, Jules!
-

4 Max Chilton (21e met 2 13e plaatsen)
Twee rijdersfouten en uit voorzorg naar de kant gehaald in de laatste race van het team: Chilton was in zijn laatste jaar in de Formule 1 niet meer de trage coureur die altijd finishte. Nou ja, traag was hij natuurlijk nog wel en tegen Bianchi kwam hij er opnieuw nauwelijks aan te pas, maar dat zal hem nu weinig meer uitmaken. In ieder geval heeft hij in de Formule 1 gereden en dat kan lang niet iedereen zeggen.
5

Puntenverloop in de achterhoede (van Vergne tot Bianchi).
Sauber-Ferrari (10e met 2 11e plaatsen)
126 punten in 2012, 57 in 2013 en geen een in 2014: de prestaties van Sauber gingen de afgelopen twee jaar onder Monisha Kaltenborn in een rechte lijn naar beneden. Waar is het misgegaan? De Ferrari-motor was misschien nog wel het sterkste punt van de zwarte bolide, die te zwaar en nagenoeg onbestuurbaar was. Gedurende het seizoen werd de wagen iets beter, maar genoeg voor een top-10-klassering was het niet en dus eindigde het Zwitserse team voor het eerst in zijn geschiedenis puntloos. Tot overmaat van ramp raakte het geld op, waardoor de vaste rijders Sutil en Gutiérrez en testrijder Van der Garde zonder pardon op straat werden gekwakt: Felipe Nasr en Marcus Ericsson waren bereid dieper in de buidel te tasten. Respectloos.
2

99 Adrian Sutil (18e met 2 11e plaatsen)
Sutil was het grootste slachtoffer van het relatief lage minimumgewicht van de huidige generatie Formule 1-auto’s: in het begin van het seizoen probeerde hij door middel van een crashdieet wat kilo’s kwijt te raken. Uiteindelijk verloor zijn Sauber wat vetrollen, waardoor de Duitser weer een drinkfles mee kon zeulen. Het was tekenend voor de problemen bij Sauber. Sutil voelde zich nooit echt op zijn gemak in de auto en verder dan een paar elfde plekken kwam hij niet.
6

21 Esteban Gutiérrez (20e met 1 12e plaats)
Die zien we nooit meer terug… Hoewel hij het vergeleken Sutil in de kwalificaties nog best aardig deed, liet hij in de races wel heel erg weinig zien. Sauber wil niet meer met hem door, dus lijkt het na twee jaar over en sluiten voor Gutiérrez.
5

Caterham-Renault (11e met 1 11e plaats)
Een slechte soap: dat was het jaar 2014 voor Caterham. Oprichter Tony Fernandes wilde er wel vanaf, waarna het team als een hete aardappel werd doorgegeven. Vervolgens brak er nog een lelijk moddergevecht uit tussen de oude en nieuwe eigenaren over de eigendomsrechten. Ondertussen volgde ontslagronde na ontslagronde voor het team dat, gezien het totale gebrek aan resultaten, veel en veel te veel werknemers in dienst had. Door middel van crowdfunding lijkt Caterham zowaar te kunnen overleven. Hopelijk is het team dan dusdanig afgeslankt dat het weer levensvatbaar is, zodat het de eerste vijf gênante seizoenen achter zich kan laten.
3

9 Marcus Ericsson (19e met 1 11e plaats)
Het was geen spetterend debuutseizoen voor Ericsson, maar dankzij een elfde plaats, een paar goede optredens aan het eind van het seizoen en een contract bij Sauber voor volgend jaar kan het toch als een succes worden bestempeld.
6

10 Kamoej Kobayashi (22e met 2 13e plaatsen)
Hoe anders had de wereld eruit kunnen zien als Kobayashi zich in Monaco niet zo de kaas van het brood had laten vreten. Dan had Caterhem misschien zijn eerste punten gescoord in plaats van Maroesja en had dat leeghoofd van een Fernandes vast een standbeeld voor hem opgericht. Nu beperkte de oogst zich tot een paar dertiende plaatsen en daarmee kregen Kobayashi’s supporters maar weinig waar voor hun geld.
6

Dit artikel is een vervolg op de midterm-reports.

24-11-2014

Een wilde achtbaanrit

Dat liep nog net goed af! Zo denk je rustig een punt te gaan drukken en zo zit je ineens in een wilde achtbaanrit waarin je aan een remise en zelfs een nederlaag ruikt, om dan uiteindelijk toch nog de volle winst te pakken. Het gebeurde allemaal in mijn partij tegen Martijn Woudsma van afgelopen zaterdag in de wedstrijd BSG 2 tegen Almere 2.

In ieder geval was het flink zwoegen voor mijn eerste competitiezege in de derde klasse sinds 24 maart 2007. Met het punt verbruikte ik waarschijnlijk weer het geluk op dat ik de vorige wedstrijd had opgespaard, maar wat geeft het: ik ben van de nul af en daar gaat het uiteindelijk om. Natuurlijk valt er een hoop van de partij te leren. Het tempo van de partijen ligt hoger in de derde klasse en daardoor worden er de nodige fouten gemaakt. Het vechtschaak vraagt om een andere, praktischere benadering van het spel, dus kan ik van de partijen leren een volledigere schaker te worden. Daarom hier de analyse:


Met dank aan Knightvision.

23-11-2014

Hamiltons dubbele wereldtitel

"Artificieel": dat was nog wel de neutraalste benaming voor de dubbelepuntenrace in Abu Dhabi. De bedoeling was dat het kampioenschap langer spannend zou blijven, maar door de felle tweestrijd tussen Luis en Rosberg schoot het zijn doel voorbij. Wat als het kampioenschap vanwege de dubbele punten zou worden beslist? Gelukkig gebeurde dat niet: Rosberg kreeg een hoop pech te verwerken, waardoor Luis de race en het kampioenschap won.

Luis kan tevreden terugkijken op een lang en slopend seizoen. Afbeelding: Daily Star.
Bij het ingaan van de laatste race had Luis 17 punten meer dan teamgenoot Rosberg. Het betekende dat hij aan een tweede plek genoeg had voor de titel. Maar wat als de betrouwbaarheid hem in de steek liet? Zou zijn seizoen net zo eindigen als het begonnen was? Met de complexe technologie van vandaag weet je het immers nooit. Behalve in Australië kon Luis ook in Canada voortijdig uitstappen, terwijl teamgenoot Rosberg in Engeland en Singapore langs de kant van de weg stond op het moment dat de prijzen werden verdeeld.

Hoewel Luis in de races duidelijk de sterkste was met tien zeges tegenover vijf voor Rosberg, was de Finse Duitser in de kwalificatie de betere. Ook op het pistoolvormige circuit in het Midden-Oosten was hij weer de snelste. Luis was tweede, voor de Williams' van Bottas en Massa. In de subtop weer het nodige geknoei. Zo gaf het team van McLaren Button niet genoeg peut mee in de kwalificatie, dit tot ontsteltenis van de coureur. Nog bonter maakte Red Bull het. Tijdens de technische keuring bleken de vleugels te buigzaam, waardoor de paarse bolides zonder pardon naar de andere kant van de startopstelling werden verbannen. Omdat het team ook nog de foute vleugels van de wagen moest schroeven, startten Fattle en Ricciardo maar vanuit de pits.

Na 15 lange jaren neemt Button waarschijnlijk afscheid van de Formule 1. Afbeelding: Western Morning News.
Strategisch schaakspel
In ieder geval waren de ogen volledig op de eerste startrij gericht. Rosberg komt niet geweldig weg en naast hem heeft Luis werkelijk waar een raketstart. Het zit op de grens van een jumpstart en met werkelijk waar perfecte tractie is het binnen vijftig meter gedaan. Achter hen gooit Bottas een anker uit, waardoor hij van de derde naar de achtste plek terugvalt. Als een duveltje uit een doosje rukt Button op naar de vierde plek, voor de Ferrari's en de als vijfde gekwalificeerde Kwjat. In de middenmoot krioelen de wagens in de openingsronde zenuwachtig door elkaar. Hülkenberg en Magnussen hebben het op de baan en over de uitloopstroken met elkaar aan de stok, waarna Magnussen Subtiel nog een flinke por geeft. De auto's blijven onbeschadigd. Wel zou Hülkenberg nog een belachelijke mini-stop-and-go-penalty krijgen van de wedstrijdleiding.

Aanvankelijk loopt de top 8 hard weg bij de Force India's, die op de hardere band zijn gestart. De koplopers rijden hun superzachte banden al snel stuk. De eerste met bandenproblemen is Räikkönen. Alonso ziet zijn kans schoon en steekt zijn teamgenoot brutaal voorbij. Räikkönen ziet ook Kwjat nog passeren. Vervolgens duikt Alonso doodleuk de pits in en dus moet Räikkönen nog een rondje langer op versleten banden doorjakkeren. Samen met Button en Kwjat duikt hij een ronde later de pits in, waardoor ze zich terugvinden in het achterveld.

Alonso vindt zich terug tussen de Caterhams. Het achterhoedeteam was er toch weer bij, in tegenstelling tot Marousja. Voor het Engels-Russische team lijkt het einde nabij, Caterham is volgend jaar misschien weer van de partij. In ieder geval kost het Alonso zichtbaar moeite om de groene bolides van Will Stevens (geen idee wie dat is, maar doordat Ericsson zijn centjes aan Sauber had toevertrouwd, had Caterham een andere sukkel met poen nodig om de auto te besturen) en Co Biaggi in te halen.

Vooraan rijden de teams van Mercedes en Williams langer door, net als de Force India's en de Red Bulls. Waar Button en de Ferrari's tijd verloren in het verkeer, deden de twee laatstgenoemde teams dat niet, waardoor ze in de race steeds verder oprukten. Vooral Alonso moet mismoedig hebben toegezien hoe hij in het strategische schaakspel van de pitstops op achterstand werd gezet, bijna exact op dezelfde manier als vier jaar geleden.

Alonso kende weer een jaar om gauw te vergeten. Afbeelding: Hollywoodbets.net.
Lijdensweg
Vooraan werden de gezichten bij Mercedes enigszins gespannen: Massa kon de grijze bolides redelijk bijbenen en hij was vooralsnog niet van plan naar de pits te gaan. Toch hadden de Mercedes' aanvankelijk maar weinig last van de kleine Braziliaan, die wel even de leiding overnam. Luis dook als eerste de pits in, Rosberg volgde een ronde later. Het verschil tussen de Mercedes' was drie seconden, maar op nieuwere banden probeerde Rosberg het gat dicht te rijden. Om de titel te winnen, moest hij niet alleen de race winnen, ook moest hij hopen dat een andere coureur zich op de een of andere manier tussen hen in zou wringen.

Alles verloopt nog normaal tot halverwege de race, als Rosberg zich opeens verremt en tijd verliest. Had hij te hard gepusht? Het antwoord is nee, want net als in Canada begeeft zijn ERS het. Met 160 pk minder is Rosberg aangeschoten wild. Allereerst gaat Massa hem eenvoudig voorbij. Langzaam maar zeker valt Rosberg terug, waardoor Luis het vermogen ook terugschroeft om niet hetzelfde te overkomen.

Rosberg is niet de enige met pech: zo valt Kwjat al vrij vroeg in de race stil. Minder geruisloos verloopt Pastoors uitvalbeurt: hij blaast zijn motor (of was het de turbo?) op, waarna hij de fikkende bolide in het gras parkeert.

"Laat maar fikken, joh!" Aan Pastoors rampseizoen kwam een toepasselijk einde. Afbeelding: Daily Mail.
Massa en Luis
Vooraan kan alleen het naderende gevecht om de koppositie tussen Luis en Massa nog boeien. Beide coureurs maken nog een tweede pitstop. Massa maakt een erg late pitstop om in de slotfase nog met de superzachte banden te kunnen aanvallen. Met nog tien ronden te gaan probeert hij tien seconden goed te maken op de man aan wie hij in 2008 op het nippertje de titel moest laten.

Achter hen hebben Bottas en Ricciardo aan schadebeperking gedaan. Bottas' derde plaats zorgt ervoor dat Williams voor het eerst sinds de Grand Prix van Monaco in 2005 weer twee rijders op het podium heeft. Alleen die overwinning, die zit er steeds net niet in. Massa komt aan de streep nog geen drie seconden tekort. En dus blijft Ricciardo de enige niet-Mercedes-coureur die dit seizoen een race heeft gewonnen. Ook in Abu Dhabi is hij Fattle weer de baas: de viervoudig wereldkampioen neemt met een beschamende achtste plaats afscheid van Red Bull, het team waar hij al sinds 2007 (Toro Rosso) voor reed.

Met een puike vijfde plaats beëindigde Button zijn carrière. Opnieuw haalde hij meer uit de auto dan erin zat, maar het leverde zo weinig op. Op de een of andere manier slaat McLaren al twee jaar een pleefiguur sinds Button de kar trekt en dat wordt de sympathieke Brit zwaar aangerekend. In ieder geval was Buttons vijfde plaats ruim voldoende om het plotselinge opgeleefde Force India (Hülkenberg werd zesde, Pérez zevende) in het constructeurskampioenschap achter zich te houden en dat was al heel wat.

Op grote achterstand pakten de Ferrari's van Alonso en Räikkönen de laatste puntjes. Voor Alonso eindigde het Ferrari-avontuur, dat in 2010 nog zo mooi begon met een overwinning, in mineur. Door de magere resultaten in de tweede seizoenshelft viel hij nog terug naar de zesde plaats in het rijderskampioenschap. Niet best, maar hoogstwaarschijnlijk zal het volgend jaar in de McLaren-Honda niet beter gaan. Een gebroken Rosberg kwam uiteindelijk op een ronde achterstand als veertiende over de streep hobbelen, een illusie armer.

In ieder geval zette Luis de kroon op zijn werk: door zijn overwinning vergrootte hij zijn voorsprong op Rosberg naar 67 WK-punten, een score die recht doet aan het machtsvertoon van Luis in 2014. Met zijn wereldtitel toonde hij aan hoe goed hij het in 2012 had gezien door naar Mercedes over te stappen, een move die door veel kenners als volslagen belachelijk werd gekenschetst. Rosberg, die een voorsprong van 29 punten zag verdampen, vatte de nederlaag sportief op. Maar hij weet ook dat het volgend jaar nog veel en veel moeilijker zal worden om Luis te verslaan. En wat te denken van de concurrentie? Heeft Williams het lek nu echt boven? Vindt Renault in de winter nog een paar paardenkrachten extra om Red Bull weer competitief te maken? En wat gaan Lotus-Mercedes en McLaren-Honda doen? Het wordt een lange, warme winter...