04-04-2012

Autismeweekfilm

Mozart and the Whale

Deze week is de Landelijke Autismeweek en als Stumaß-bewoner ben ik daar natuurlijk goed van op de hoogte. Al enige weken hangt er bij ons een aankondigingsposter op het keukenraam. Om maar even een site over dit fenomeen te citeren: "Het doel van de Autismeweek is om meer bekendheid te geven aan autisme. Zo wil men het begrip voor autisten vergroten en vooroordelen wegnemen." Een nobel streven.

In het kader van de Autismeweek werd in het cultuurcentrum De Griffioen op Uilenstede een heuse autismefilm vertoond: Mozart and the Whale. Erg veel autismefilms zijn er niet. Het grote publiek kent waarschijnlijk nog wel de film Rainman, waarin een karikatuur wordt gemaakt van een man met autisme: een wereldvreemde snuiter die in één ding uitblinkt. Dat is geen al te realistisch beeld van autisme en graag zou ik zien dat dit werd rechtgezet. Zeker van de film Mozart and the Whale verwachtte ik een genuanceerd portret van de twee hoofdrolspelers, die - net als ik - het syndroom van Asperger hebben.

De film werd uitgezonden in een een minibioscoopje; het had net zo goed een huiskamer kunnen zijn. De hoogzwangere Arieke D., die op de VU de belangen van autisten behartigt, kondigde wat stamelend de film aan. De boodschap was vooral gericht aan het niet-autistische publiek. Het ging over de begeleiding van autisten op de VU en over de autistische hoofdpersonen. Daarna werd de DVD opgestart.

De film begon meteen al goed: de mannelijke hoofdpersoon (die Donald schijnt te heten) rijdt met een noodgang door de stad. Tijdens de dollemansrit vertelt hij trots dat zijn baan als taxichauffeur hem prima bevalt. Zijn passagiers, twee Chinese diplomaten (of zoiets dergelijks), luisteren totaal niet naar de monoloog, maar dat heeft de arme jongen helemaal niet door. Hij is zo met zichzelf, zijn parkiet en de radio bezig, dat hij de auto voor hem te laat ziet. Hij klapt er bovenop en maakt zich gauw uit de voeten, de diplomaten in verbijstering achterlatend. Vervolgens duikt hij op bij zijn tehuis voor weirdos. Hoewel dit mensen met het aspergersyndroom moeten voorstellen, is het ene personage nog krankzinniger dan het andere. Daar gingen mijn illusies voor een subtiele film. In plaats daarvan werd er weer een stereotiep beeld opgelepeld van autisten. Lekker makkelijk.

De andere hoofdpersoon is Isabelle, een beetje een ADHD lijdend type. Zij komt eveneens bij het tehuis voor weirdos kijken. Vergeleken de andere personages ziet ze er normaal uit en gedraagt ze zich ook wel redelijk als een normaal mens. Wel valt ze als een blok voor die Donald en heeft ze een paar "gemaakte" eigenaardigheden, zoals haar rare manier van lachen. Ook is ze oversekst, maar dat is natuurlijk weer goed voor de film.

Aan het vervolg van de film is eigenlijk geen touw vast te knopen. Voor de kijker niet en voor de hoofdrolspelers ook niet. Steeds gaat het op onverwachte momenten weer mis in hun relatie, maar toch ontbreekt er een echte spanningsboog. Het onvoorspelbare is voorspelbaar. Verder is de film een herhaling van autismeclichés, zoals het het steeds wegkijken en die extreme fascinatie voor getallen. Hoewel de film losjes op een waargebeurd verhaal is gebaseerd, is de uitvoering zo bizar dat je geen moment die indruk ervan hebt. Waarom moest er nou een Hollywood-sausje overheen worden gegooid?

Tegen het eind van de film was het heel benauwd in het zaaltje en snakte ik helemaal naar het einde. Ook in deze film werden autistische trekjes tot het absurde aangedikt en daarmee werden de vooroordelen jegens autisten juist krachtig bevestigd. Een gemiste kans, zeker in de Autismeweek. Nog steeds wordt het syndroom van Asperger verward met het savantsyndroom. Mensen met het syndroom van Asperger vallen in het dagelijks leven nauwelijks op en doorgaans zijn ze niet geniaal. Dat mag nu toch wel een keer benadrukt worden. Het wordt tijd voor een goede autismefilm.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Heeft u vragen en/of toevoegingen, laat dan hier een reactie achter: