08-02-2013

Indy 500: zijn tijd ver vooruit

Voor de raceliefhebber is de winter altijd een zware tijd: even geen Grand Prix meer, dus moet hij zijn toevlucht nemen tot racespellen. Helaas zijn formule 1-fans de laatste jaren niet bepaald verwend met goede racespellen. Het laatste goede formule 1-spel dateert uit 2002 - over de schamele poging van Codemasters om een realistisch formule 1-spel te maken wil ik het niet eens hebben. Een paar filmpjes op Youtube zijn al genoeg om je blik walgend van het beeldscherm af te wenden.
 
Met die kennis in het achterhoofd is het verwonderlijk hoe goed sommige racespellen vroeger al waren. Ik heb het geluk gehad om op jonge leeftijd in aanraking te komen het spel Indianapolis 500: The Simulation. In de tijd dat we nog een DOS-computer hadden, heb ik het spel vaker gespeeld dan goed voor me was. Toen we thuis een "echte" computer kregen, raakte het spel langzaam in de vergetelheid. Gelukkig biedt het internettijdperk de mogelijkheid om weer in contact met de spellen van vroeger te komen. Op Youtube zag ik dat het spel nog leeft onder een select groepje mensen. Een tijdje terug besloot ik het zelf maar te downloaden.
 
Om het spel te spelen heb je twee dingen nodig: Dosbox en het spel zelf. Beide zijn ze zonder veel problemen te vinden op het internet. Doordat de racesimulatie uit 1990 stamt, is het "abandonware" geworden en kun je het zo downloaden. Sla de bestanden in een nieuwe map (noem 'm bijvoorbeeld "Oldgames") op je C-schijf op. De codes die je in Dosbox moet invoeren ziet er dan zo uit:
 
Mount c: c:\Oldgames
C:
CD indy
Indy.exe /a
 
De laatstste toevoeging zorgt voor een mooier geluid. Verder is DOS niet hoofdlettergevoelig, mocht je je dat nog afvragen.
 
Nu zijn jullie natuurlijk enthousiast geworden naar het spel. Daarom even een Youtube-filmpje van hoe het spel gespeeld dient te worden:
 


Het spel is gebaseerd op de Indianapolis 500 in 1989. Alle auto's die aan die race meededen zijn nagemaakt. Zelfs de startgrid is hetzelfde. Hierdonder de 33 deelnemers in de echte race:
  1. 04 Rick Mears (1951) Penske-Chevrolet
  2. 25 Al Unser (1939) Penske-Chevrolet
  3. 20 Emerson Fittipaldi (1946) Penske-Chevrolet
  4. 15 Jim Crawford 1948-2002 Lola-Buick
  5. 05 Mario Andretti (1940) Lola-Chevrolet
  6. 22 Scott Brayton 1959-1996 Lola-Buick
  7. 18 Bobby Rahal (1953) Lola-Cosworth
  8. 02 Al Unser Jr. (1962) Lola-Chevrolet
  9. 30 Raul Boesel (1957) Lola-Judd
  10. 14 A.J. Foyt (1935) Lola-Cosworth
  11. 28 Randy Lewis (1945) Lola-Cosworth
  12. 70 John Andretti (1963) Lola-Buick
  13. 08 Teo Fabi (1955) March-Porsche
  14. 99 Gary Bettenhausen (1941) Lola-Buick
  15. 09 Arie Luyendyk (1953) Lola-Cosworth
  16. 56 Tero Palmroth (1953) Lola-Cosworth
  17. 03 Scott Pruett (1960) Lola-Judd
  18. 71 Ludwig Heimrath, Jr. (1956) Lola-Judd
  19. 12 Didier Theys (1956) Penske-Cosworth
  20. 69 Bernard Jourdain (1950) Lola-Cosworth
  21. 06 Michael Andretti (1962) Lola-Chevrolet
  22. 07 Tom Sneva (1948) Lola-Buick
  23. 91 Gordon Johncock (1937) Lola-Buick
  24. 10 Derek Daly (1953) Lola-Judd
  25. 65 John Jones (1965) Lola-Cosworth
  26. 01 Danny Sullivan (1950) Penske-Chevrolet
  27. 11 Kevin Cogan (1956) March-Cosworth
  28. 33 Rocky Moran (1950) March-Cosworth
  29. 86 Dominic Dobson (1957) Lola-Cosworth
  30. 81 Bill Vukovich III 1963-1990 Lola-Judd
  31. 50 Davy Jones (1964) Lola-Cosworth
  32. 24 Pancho Carter (1950) Lola-Cosworth
  33. 29 Rich Vogler 1950-1990 March Cosworth
 In de simulatie neem je overigens de plek in van Rich Vogler.
 
Hoewel het racen niet veel meer is dan wat met de baan mee sturen en je poot op het gaspedaal houden, is het niet zo eenvoudig als het lijkt. Het is makkelijk om traag te gaan, maar verdomd moeilijk om snel te gaan - en dat nog eens 200 ronden volhouden, zoals in de echte race.
 
Afstelling
Het is belangrijk om een goed gevoel te krijgen voor de auto. Daarom kun je maar het best beginnen met de "practice". Dit is inderdaad een prachtige sessie: je kunt ongestraft andere deelnemers van de baan rijden en in de muur klappen, zonder dat je auto kapot gaat. Wat wel stuk kan gaan: je band kan klappen, je kunt je motor opblazen en je kan zonder brandstof komen te staan. Opletten dus.
 
Zoals je hierboven gezien zult hebben, rijdt niet iedereen met hetzelfde chassis en dezelfde motor rond. Zelf kun je uit drie teams kiezen: de blauwe March met een Cosworth-motor, de rode Lola-Buick en de gele Penske-Chevrolet. Als beginner kun je het best voor de March kiezen, die is makkelijk te besturen, maar wel ongelooflijk traag. Iets minder traag is de Lola, maar de Penske, met een geil digitaal display, is duidelijk de snelste.
 
Grappig genoeg komen deze snelheidsverschillen puur doordat de auto's een andere afstelling hebben. In feite zijn de March en de Penske gelijk. De Lola is een ander verhaal, maar daar kom ik later nog op terug. In ieder geval is het juist afstellen van een Indycar niet zo gemakkelijk. Alles hangt met alles samen en uiteindelijk weet je nog niks. De afstelling is in de oefensessie op ieder moment te veranderen. Een paar tips:
 
- Zet je turbodruk op maximaal door op "9" te drukken. Hierdoor ga je significant sneller. Wel verbruik je meer brandstof en loopt de temperatuur van je motor harder op, maar dat is pas later van zorg.
- De afstelling van de vleugels (F4) is het belangrijkste. Meer "vleugel" zorgt ervoor dat je makkelijker door de bochten kan, maar het remt je ook weer af op het rechte stuk. Streef daarom naar zo weinig mogelijk vleugel, maar zorg dat je de bochten nog wel kunt halen.
- De banden zijn erg belangrijk, maar vormen ook het lastigste onderdeel van de afstelling. Pas als je echt een tijdje op racesnelheid zit, kun je zien of de afstelling goed is. In ieder geval moet de temperatuur van de band op alle plaatsen (binnenkant, midden en buitenkant) gelijk zijn. Als dat niet het geval is, is het wiel niet goed uitgelijnd (F9), of is de bandendruk (F7) niet goed. Ook is het belangrijk om het juiste bandentype (F5) te selecteren. De rechterbanden krijgen het veel zwaarder te verduren dan de linkerbanden, waardoor ze sneller opwarmen en sneller slijten.
- De juiste versnellingsbakverhoudingen hangen af van de gemiddelde snelheid die je weet te behalen. Bij de March en de Penske zou je moeten streven naar toerentallen van iets boven de 12.000 per minuut. De Lola heeft veel langere versnellingen nodig: de Buick-motor raakt boven de 9.000* toeren per minuut langzaam maar zeker buiten adem.
 
Het mooie van het spel is dat alle veranderingen die je aanbrengt ook (vroeg of laat) merkbaar worden. Een complicerende factor is de brandstoflast. Indycars rijden op methanol, een vloeistof met een kleine energie-inhoud. Het gevolg is dat je veel brandstof nodig hebt om een betrekkelijk kleine afstand af te leggen. Door het extra gewicht van een volle brandstoftank kan je auto minder hard accelereren, maar belangrijker nog: het kost meer moeite om de auto door de bochten te sturen (de centrifugaalkracht neemt proportioneel toe met het gewicht van de auto, de middelpuntzoekende kracht niet). Het gevolg van de extra stuurbewegingen is dat je meer snelheid verliest in de bochten en dat je banden meer opwarmen. Wanneer je banden te warm worden, verliezen ze grip en slijten ze harder. Dat wil je dus niet hebben, dus dat is iets om rekening mee te houden voor een lange race.
 
Racetips
Wanneer je een race van tien ronden rijdt, heb je hier geen last van. Je hebt aan vijftien gallon methanol genoeg om de race uit te rijden. Wanneer je langere races gaat doen, zul je wel met een zware auto rijden. Een race van 30 ronden is normaalgesproken net op een tank af te leggen, in een race van 60 ronden zul je in ieder geval een pitstop moeten maken. Je kunt zelf wel inschatten hoeveel pitstops je nodig zult hebben om de "echte" race van 200 ronden uit te rijden.
 
In de langere races is er ook nog de dreiging van de safetycar. Soms crashen de CC's (computer-controlled cars) uit zichzelf en wordt de race even geneutraliseerd. Pas op! Aan het eind van de safetycarperiode zijn je banden enorm afgekoeld en heb je de eerste bochten nauwelijks grip. Bij mij zorgt dat vaak voor aanrijdingen, hetzij met de muur, hetzij met een opportunistische achtervolger.
 
Hoewel de CC's in het spel nog redelijk intelligent zijn (ze zijn in ieder geval in staat obstakels te ontwijken), zijn de gesimuleerde races verre van realistisch. In plaats van een soort wielrenwedstrijd, waarbij iedereen in de slipstream van zijn voorganger probeert te duiken, valt het veld binnen de kortste keren uit elkaar. Van enig slipstreamwerk is geen sprake. Bovendien zijn de CC's niet erg bedreven in het inhalen van elkaar en blijven ze vaak erg lang achter een langzamere deelnemer steken. Laten we het maar zo bekijken: het spel mag dan wel onrealistisch zijn, het is in ieder geval wel veel toegeeflijker (en dus leuker) dan wanneer het wel realistisch zou zijn.
 
Race
Voor beginners is een race van tien ronden het leukst. Je kunt vanuit de achterhoede starten en proberen zo ver mogelijk naar voren te komen. Als je een beetje een snelle auto hebt, moet je in de openingsfase enorm je best doen om niet op de andere deelnemers te klappen. Ook leuk: alle overige deelnemers eruit rossen en dan de race winnen. Dat kan overigens alleen in de races van 10 en 30 ronden. In de lange races is je auto wel kwetsbaar, net als alle andere.
 
Wie het inhalen van kansloze stakkers zat is, kan zich proberen te kwalificeren. De kwalificatie gaat over vier rondjes. Blijf op de baan en zorg dat je de auto zo veel mogelijk afbeult in deze rondjes. Dat kan bij de Lola beter dan bij die andere twee. De Buick-motor is bij volledige turbodruk duidelijk de krachtigste van het stel. Een overtuigende poleposition zit er zeker in. Met de Penske of de March is dat toch echt een stuk moeilijker.
 
De Lola is over korte afstanden de snelste auto, maar over langere afstanden is de Penske beter. De Chevrolet-motor is zuiniger en betrouwbaarder, waardoor je de hele race voluit kunt blijven gaan. Mij is het gelukt om een race van 60 ronden te winnen. De echte raceafstand is voor mij echter ook een brug te ver.
 
Data
Wie na een tijdje toch uitgekeken is op het spel, kan altijd nog proberen het spel naar eigen inzicht te veranderen. Een goed hulpmiddel daarbij is IndyEdit, een oud programmaatje waarbij je een aantal raceopties kunt veranderen. Ik heb het gebruikt om de traagste deelnemers in de simulatie wat competitiever te maken, zodat ik ze niet iedere vijf ronden op een ronde hoef te zetten.
 
Iedere wagen wordt door een aantal getallen gekarakteriseerd: naast de kleuren en het startnummer zijn er drie prestatieparameters: het motorvermogen, de luchtweerstand en een soort extra weerstand die ze in de bochten ondervinden. Er is bij alle parameters een storingsterm toegevoegd, zodat iedere race weer  net even anders verloopt. In ieder geval kun je al deze waarden en kleurcodes veranderen, zodat je je eigen kampioenschap kunt ontwerpen (zie bijvoorbeeld de 2009-editie van het spel).
 
Helaas heb ik als computerleek weinig andere mogelijkheden om andere parameters te veranderen of zelfs maar in te zien. Daarom is het volgende filmpje, dat inzicht geeft in de gebruikte data, erg interessant.
 

 
En wat te denken van dit filmpje van een korte race, waarin het werkelijke toerental, de slijtage aan de motor, het brandstofverbruik en de motortemperatuur zijn weergegeven:
 


In ieder geval tonen deze filmpjes aan dat het spel erg slim in elkaar is gezet. Het is misschien niet helemaal realistisch, maar ik blijf het knap vinden dat ze ruim twintig jaar geleden al met zo'n complexe racesimulatie kwamen. Vergelijk dat maar eens met de honderden bugs in het bijna niet te spelen als-de-graphics-maar-goed-zijn-racespel F1 2012 van Codemasters. De technologische vooruitgang van de afgelopen decennia is kennelijk alweer tenietgedaan door de verdomming van de samenleving.
 
* Bij veel oude spellen is er een verschil tussen het werkelijke toerental en het weergegeven toerental. Zo "onderschatten" de analoge toerentellers van de March en Lola de toerentallen met ongeveer 300 of 400 toeren per minuut. Ik zal me beperken tot de weergegven gegevens.

2 opmerkingen:

  1. Behirder is terug B-) Nieuwe artikelen _O_

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Af en toe eentje. Het is net als stoppen met roken... ;)

    Nog bedankt voor je kaartje!

    BeantwoordenVerwijderen

Heeft u vragen en/of toevoegingen, laat dan hier een reactie achter: