29-04-2013

Typisch Nederlands

Nederlanders en muziek: dat is geen gelukkige combinatie. Het zal u niet ontgaan zijn: ter ere van de naderende troonswisseling was een heus koningslied bedacht. Een leuk idee om het volk te verbroederen, want iedereen kon aan het lied meeschrijven. Het leek een perfecte opmaat voor die ene dag in het jaar waarop we met z’n allen lekker hysterisch mogen zijn.
 
De praktijk wees anders uit. Al snel kwamen de eerste negatieve reacties op het lied. Taalexpert Wim Daniëls fileerde het lied, dat barst van de taalfouten en kromme zinnen:



Soms vergezocht, maar wel altijd vlijmscherp: Wim Daniëls disst de tekst van het koningslied op geniale wijze bij Pauw en Witteman.

Daarnaast riekt het lied naar plagiaat en bevat het een afgrijselijk rapgedeelte dat niets toevoegt en er alleen maar voor zorgt dat het amper mee te zingen is. Veel Nederlanders vinden het dan ook een afschuwelijk lied en dus is er van de gehoopte verbroedering niks terechtgekomen.
 
Dat bleek wel uit de felle reacties van voor- en tegenstanders van het lied. Niet alleen componist John Ewbank (ˈjuːbæŋk) werd met de dood bedreigd, maar ook criticaster Sylvia Witteman. Vervolgens ontstond er nog verwarring of het lied zou worden teruggetrokken of niet.
 
Ondertussen was de componist wild om zich heen aan het slaan. Woedend was hij op iedereen die kritiek had geleverd. Hoe durfden ze! Had hij zo zijn best gedaan om een lied te schrijven voor de nieuwe koning en als dank kreeg hij bakken stront over zich heen. Het waren de stuiptrekkingen van een gekrenkt ego, dat duidelijk een hoop zelfreflectie miste. Anders had hij wel ingezien dat het een lied van niks was. De totstandkoming was niets anders dan een haastklus, waardoor er snel een liefdeloos commercieel product in elkaar werd geflanst. Dacht Ewbank de tekortkomingen van het lied te compenseren door een leger bekende en minder bekende Nederlanders mee te laten zingen, dan had hij zich daarin flink vergist.
 
Het was de eerste keer dat het volk in opstand kwam tegen een lied. Zo hadden de Nederlanders jarenlang wanstaltige liederen getolereerd die op het Eurovisiesongfestival werden uitgekotst. Jaar in, jaar uit werden de Nederlandse liederen uit de finale gestemd en keer op keer braken de verontwaardigde reacties los. Inmiddels kunnen we het er wel over eens zijn dat in die afwijzingen een grotere kern van waarheid zat dan we durfden toe te geven: we hebben gewoon geen muzieksmaak.
 
Gelukkig hebben de gebeurtenissen van de afgelopen tijd laten zien dat er nog hoop is: we laten ons niet zomaar alles door de strot douwen. Het is wel jammer dat die omslag pas in gang is gezet op het moment dat Wim ‘Lex de troon gaat bestijgen. Hij had een betere start verdiend. Want nu zitten we op onze nationalistische feestdag met een lied dat door een stel analfabeten is opgesteld. Zoiets kan ook alleen in Nederland.

25-04-2013

De Nederlandse spelling – een voorstel tot wijziging

Talen veranderen door de tijd. In sommige talen, zoals het Engels, is dit niet terug te zien in de spelling. Het Nederlands valt in een geheel andere categorie: de Nederlandse spelling wordt om de zoveel tijd aangepast. Vaak zijn dit vrij pietluttige dingen, zoals de beruchte tussen-n die in 1995 ineens verplicht werd, of samenstellingen die met een trema geschreven moesten worden in plaats van met een koppelteken, of juist andersom.

Aan de basis van de Nederlandse spelling wordt echter niet getornd. In het buitenland wordt de Nederlandse spelling – met al die dubbele klinkers – vaak belachelijk gemaakt. Het is me alleen niet duidelijk waarom het omgekeerde systeem, waarbij juist de medeklinkers worden verdubbeld om een korte klank aan te geven, niet net zo belachelijk zou zijn. Wat dieper onder de oppervlakte zijn er wel eigenaardigheden. Ik ben geen voorstander van een volledig fonetische spelling, maar ik ben wel van mening dat sommige dingen logischer of consequenter kunnen.
 
Deel 1: Klinkers
De Nederlandse spelling gebruikt het Latijnse alfabet. Het nadeel is dat dit alfabet maar vijf klinkers heeft en dat is bij lange na niet genoeg om alle dertien klinkers (plus de drie tweeklanken) weer te geven. Het Nederlands heeft vijf “korte” klinkers en die worden netjes met de “Latijnse” klinkers (a, e, i, o, u) weergegeven. Al vrij vroeg in de geschiedenis van de Nederlandse spelling is ervoor gekozen om lange klanken met meerdere klinkers aan te duiden. In het huidige Nederlands zijn dubbele klinkers ook altijd “lang”: denk maar aan de aa, ie en oe.

Een complicatie is dat de “korte” klinkers in een open lettergreep eveneens een lange klank aanduiden (openklinkerregel) en dat geeft weer complicaties met de spelling:
 
1. tak – takken
2. taak – taken
3. leeuwerik – leeuweriken
4. komma – komma’s
 
Dit zijn zomaar wat voorbeelden van woorden waarbij de nadelen van het Nederlandse spellingssysteem aan het licht komen: bij het meervoud van “tak” komen er ineens drie letters bij en bij het meervoud van “taak” maar één. Als we “tak” (op z’n Duits) als “tack” zouden schrijven en “taak” als “tak”, zouden we met dit fenomeen niet te maken krijgen. Er zijn echter al gevallen waarbij dit niet gebeurt, namelijk bij onbeklemtoonde lettergrepen (3). Verder kunnen meervouds-s’jes door de openklinkerregel niet aan een woord dat op een klinker eindigt geschreven worden, dus moet er een apostrof geschreven worden (4).
 
Er is echter een reden dat het Nederlands de regel hanteert dat gesloten klinkers kort zijn en open lang: in sommige gevallen gaat een korte klank in het meervoud over in een lange klank. Voorbeelden hiervan zijn dag – dagen, weg – wegen, lot – loten. De korte en lange klinkers zijn op een bepaalde manier met elkaar verbonden.
 
Twee “lange” klinkers staan een beetje op zichzelf: de oe en de eu. De oe is een beetje een gekke klank in het Nederlands. Bijna alle talen duiden de klank aan met een u. In het Nederlands is de oe contextongevoelig: de oe in doe (open) is hetzelfde als de oe in doen (gesloten). Hetzelfde geldt voor de eu, die klinkt ook altijd hetzelfde (behalve voor een r).
 
Naast deze lange klinkers heeft het Nederlands ook nog drie tweeklanken: de ei/ij, de ui en de au/ou. Door allerlei klinkerverschuivingen zitten we nu met een systeem waarbij twee klinkercombinaties dezelfde klank(en) aanduiden en daar worden geregeld fouten mee gemaakt.
 
Daarom stel ik voor de spelling van de lange klinkers aan te passen, om een logischere en vooral makkelijkere spelling te krijgen.
 
De tweeklank ei/ij is een vervelende. Nederlanders maken er vaak fouten mee en buitenlanders weten zich er vaak geen raad mee (Dirk Kuijt werd ooit als “Dirk Koejiet” aangekondigd wielrenner Jeroen Blijlevens werd door de Fransen steevast “Bliezjeluhveng” genoemd). Oorspronkelijk gaf de ei een ee-klank (denk aan hoeveelheid/hoeveelheden) aan en de ij de ie-klank (als in bijzonder), maar in het huidige Nederlands klinken ze hetzelfde. Eigenlijk geeft de lettercombinatie ei de klank goed weer, dus laat ik die ongemoeid. Rest de vraag wat er met de ij moet gebeuren. Helemaal schrappen kan niet, want in sommige woorden is er wel een verschil in betekenis (zoals in leiden/lijden). Daarom stel ik voor de ij in ey te veranderen, zodat het betekenisverschil behouden blijft, maar het verschil in spelling gereduceerd wordt.
 
Ook lastig is het onderscheid tussen au en ou. Ik stel voor om hier altijd au te schrijven. Dat ziet er misschien iets minder mooi uit, maar het is fonetisch gezien beter (de tweeklank is in feite een a die langzaam verandert in een oe, die zoals we weten, doorgaans met een u wordt aangeduid) en wel zo gemakkelijk.
 
Dat brengt me bij de laatste tweeklank, de ui. Oorspronkelijk was deze klinkercombinatie bedoeld om de “nieuwe” uu-klank aan te duiden (heel veel talen, waaronder het Italiaans, Spaans en Engels hebben deze klank niet.) In het huidige Nederlands staat de klinkercombinatie voor een extreem zeldzame tweeklank, die een beetje tussen de ei en au in ligt. Daarom stel ik voor dit in de spelling naar voren te laten komen door de klank met eu aan te duiden. In Griekse ontleningen wordt de eu vaak al als “ui” uitgesproken (zoals in therapeut en propedeuse), dus maakt de spellingswijziging het leven er alleen maar makkelijker op.
 
Consequentie is wel dat er een andere klinkercombinatie moet komen om de eu-klank aan te duiden. Daarom ga ik van het Frans naar het Duits: de eu zal met oe worden geschreven. Dit is niet gek: de articulatieplaats van de “eu” ligt als het ware tussen de ee en de oo in.
 
Ten slotte kan de oe-klank mooi als in het Frans (en in mindere mate Engels) met ou geschreven worden. Ook dat is logischer: technisch gezien ligt de oe-klank tussen de oo- en de uu-klank in. De oe-klank heeft dan ook weinig gemeen met de e waar hij door wordt weergegeven. Oorspronkelijk was oe de spelling van onze huidige oo-klank, waarbij de e alleen aangaf dat het een lange klank betrof. Door een klankverschuiving geven we er nu de oe-klank mee weer. Daarin is het Nederlands dus uniek (alleen in het Engelse “shoe” staat de combinatie oe voor een oe-klank).
 
Al met al stel ik voor:
ij --> ey
ou --> au
ui --> eu --> oe --> ou
 
De tweeklanken worden dan geschreven als ei, eu en au, ofwel twee beginnen met een e en twee eindigen op een u. De twee “opzichzelfstaande” klinkers (oe/ou en eu/oe) beginnen nu allebei op een o en zijn zo goed herkenbaar.
 
Zo, dat was mijn eerste reeks suggesties voor een nieuwe, logischere spelling van onze taal. Binnenkort meer.

22-04-2013

Twee lekkere potjes

Het zal u niet ontgaan zijn dat BSG afgelopen zaterdag het abonnement op de meesterklasse met een jaar verlengde. Zelf wist ik aan de nipte 5½-4½-zege bij te dragen door van het jeugdtalent Miguoel Admiraal te winnen. Het was niet alleen een belangrijke overwinning, maar ook een mijlpaal, want het was mijn eerste zwartoverwinning in de meesterklasse. Tot afgelopen zaterdag was ik in die drie seizoenen niet verder gekomen dan remises tegen Jaap de Jager, Jeroen Bosch, Nico Zwirs en Zhaoqin Peng. Nu verbeterde ik de score naar 3 uit 14.
 
Over het afgelopen seizoen kan ik niet anders dan tevreden zijn: na een score van 2 uit 9 in 2008-2009 en vorig jaar 2½ uit 9, kwam ik nu tot 3½ punt. Zoals altijd speelde ik dit seizoen een paar matige partijen, maar door de eindsprint (twee punten in de laatste drie partijen), behaalde ik een TPR van 2278. Ik moet zeggen dat ik het afgelopen seizoen ook echt sterke tegenstanders heb gehad (bijna allemaal rond de 2400) en dat ik trots ben dat ik desondanks twee overwinningen heb behaald.
 
Daarom zal ik mijn laatste twee meesterklassepartijen laten zien, eerst die tegen de sterke Duitse meester Alexander Kabatianski en daarna de partij tegen Miguoel Admiraal.
 


 

21-04-2013

Fattle: met de vingers in de neus

Alonso's pech geeft Fattle vrije doortocht in Bahrein

Het is niet het interessantste circuit op de formule 1-kalender, het Bahrein International Circuit. Voor een hoop oliedollars komen de 22 formule 1-wagens braaf hun rondjes rijden in het oliestaatje - behalve twee jaar geleden, toen de rellen in het Midden-Oosten als een te grote bedreiging werden gezien. Ook dit jaar was de sfeer grimmig, maar werd er wel geracet in de woestijn.
 
In de kwalificatie laat Nico Rosberg eindelijk van zich zien: nadat hij in Maleisië duidelijk door het team op zijn nummer werd gezet en in China door zijn teamgenootje, pakte hij nu maar mooi de poleposition. Het was dus alweer de tweede pole op rij voor Mercedes, dat een snelle wagen had gebouwd over één ronde. Teamgenootje Luis was slechts vierde en moest bovendien door een versnellingsbakwissel (vanwege schade die hij had opgelopen door een klapband) als negende starten. De kanshebbers voor de zege waren Fattle (2) en Alonso (3). Räikkönen, een andere kanshebber, startte slechts als achtste. Opmerkelijk waren de prestaties van de Force India's. De wit-groen-oranje bolides doen het verrassend goed in de zware omstandigheden. Misschien niet zo gek voor een team dat "Sahara" als titelsponsor heeft, maar met een vijfde (DRS'ta) en zesde (Subtiel) startplaats stonden ze keurig tussen de toppers in.
 
Dat Rosberg zijn poleposition niet zou kunnen omzetten in een overwinning, was nog wel te verwachten, maar dat hij binnen een paar rondjes al door iedereen om de oren werd gereden, was wel heel teleurstellend. Fattle, die bij de start even zijn plek verliest aan Alonso, wurmt zich in de derde ronde langs de Mercedes, waarna Alonso al gauw zijn voorbeeld volgt. Het was niet de eerste keer dat een Mercedes in de race alsmaar terugzakte, maar het geeft wel te denken. Kennelijk ligt de focus bij het team nog steeds op de kwalificatie.
 
Terwijl Rosberg ook nog door DRS'ta wordt ingehaald, rijdt Fattle soeverein aan de leiding. Alonso ligt tweede, maar al gauw komt men erachter dat hij een levensgroot probleem heeft: zijn achtervleugel blijft "geopend". De Spanjaard wordt naar de pits gehaald, waar de "brievenbus" dicht wordt gedaan. Een ronde later komt hij echter weer binnen, weer met een geopende achtervleugel. Opnieuw wordt de vleugel onder handen genomen. Het euvel kan echter niet worden verholpen, dus rijdt Alonso de rest van de race zonder DRS. In de achterhoede.
 
Alonso's pitstop luidt ook de pitstops van de overige teams in. Het betekent dat DRS'ta, die maar twee pitstops zou maken, aan de leiding rijdt. Daarmee houdt hij de eer van Force India hoog, nadat Subtiel bij de start schade had opgelopen en ver was teruggevallen. Na DRS'ta's pitstop gaat Fattle meteen langs Räikkönen en herovert de leiding. Hij zou hem ook niet meer afstaan, dus vond de strijd achter hem plaats.
 
Na de pitstops ligt Webber fraai tweede. Hij betaalt echter al spoedig de prijs voor zijn vroege stop: zijn banden zijn in slechte staat en dus valt de Australiër ook geleidelijk aan terug in de race. Bij Ferrari heerste helemaal een crisissfeer nadat Massa tweemaal met een lekke band naar de pits kwam sukkelen. Zodoende waren beide rode bolides naar de achterhoede verbannen.
 
In de subtop barstte het van de gevechten. Zo probeerde Rosberg de twee McLaren-coureurs achter zich te houden - geen gemakkelijke opgave met die twee DRS-zones. Hoewel er nauwelijks sprake was van inhaalacties die meteen weer ongedaan werden gemaakt, leek het artificiële inhaalsysteem er vooral voor te zorgen dat een tragere auto in het kielzog van een snellere wagen kon blijven. In ieder geval is Perez, die voor het eerst dit jaar zijn tanden liet zien, niet zomaar van Rosberg af. Pas na veel moeite is hij erlangs. Vervolgens doet Button hetzelfde en maakt hij jacht op zijn teamgenootje. Met gevaar voor eigen leven lukt het hem om "Chicko" te passeren, maar die geeft niet op. Even later gaat het bijna mis als Perez bij een tegenaanval bijna op Button klapt. Het Engelse publiek vond het allemaal geweldig, de wereldkampioen van 2009 was na afloop minder enthousiast. Hij had ook wel een punt, want het team had gewoon moeten zeggen: "Stop fighting, idiots!" Toch zal de meeste frustratie wel liggen in het feit dat hij na de laatste serie pitstops het snot voor de ogen werd gereden door zijn Mexicaanse teamgenootje: Perez finishte nog als zesde, terwijl Button met hangen en wurgen tiende werd.
 
Als de race tegen zijn einde loopt, komen de Loti ook weer bovendrijven. Räikkönen rukt dankzij een tweestopstrategie op naar de tweede plaats en komt zelfs nog enigszins in de buurt van Fattle. Teamgenootje Grosjean verslaat met zijn driestopstrategie in de slotfase pas DRS'ta, die net tekort komt voor zijn eerste podium. Achter hen vechten Luis en Webber voor de vijfde plaats. De Brit is in de race langzaam opgerukt en in de slotfase geeft hij Webber de nodige kopzorgen. Een eerste inhaalactie wordt nog ongedaan gemaakt, maar in de laatste ronde is Webber kansloos. Tot overmaat van ramp verliest hij ook nog de zesde plaats aan Perez.
 
Alonso rijdt in de slotfase ook nog met het mes tussen de tanden. Ondanks het gemis van DRS is hij tot aan het groepje met Webber opgerukt. In de laatste ronden zijn zijn banden te ver heen en moet hij genoegen nemen met een achtste plaats, pal achter Webber. Desondanks een prestatie van formaat. Polesitter Rosberg kwam uiteindelijk hijgend en puffend als negende aan, weer in de schaduw van zijn teamgenoot - wat in de verzengende hitte misschien nog niet eens zo heel erg was. Button pakte het laatste puntje, ver voor Pastoor, Hülkenberg en de ongelukkige Subtiel.
 
Voor Giedo van der Guard was het weer een race om snel te vergeten: waar teamgenootje Pic door een hele lading nieuwe onderdelen met Ricciardo kon vechten en naast de Maroussia's Sauber-coureur Gutiérrez voor wist te blijven, had de Nederlander de pech dat hij Vergne bij de start niet kon ontwijken, waardoor hij de nodige schade opliep. Tel daarbij nog een lekke band op en een auto die niet vooruit te branden was en je begrijpt dat hij kansloos laatste werd. Maar het goede nieuws is dat de updates echt lijken te werken en dat die binnenkort op Giedo's auto geschroefd gaan worden. Voor Caterham begint het seizoen dus pas over drie weken in Spanje.
 
Tot die tijd kan Fattle, die zijn voorsprong op Räikkönen in het kampioenschap vergrootte tot tien punten, nagenieten van zijn dominante optreden. Want waar de concurrentie ploeterde, won hij met drie vingers in de Nase.

Houdini-act BSG

BSG verrast, Kennemer Combinatie daalt af

Al maanden van tevoren werd er in Bussum toegeleefd naar de slotronde van de KNSB-competitie. De indeling beloofde een heuse kraker: de wedstrijd Kennemer Combinatie - BSG. Inderdaad stond lijfsbehoud in de meesterklasse op het spel en opnieuw wist BSG te stunten: de Bussumers wonnen na zes uur zwoegen met het kleinst mogelijke verschil, genoeg voor de veilige achtste plaats.
 
In de meesterklasse waren de meeste beslissingen al gevallen voordat de teams afreisden naar Bunschoten of Spakenburg: de organiserende vereniging was al kampioen geworden en De Stukkenjagers waren al gedegradeerd. De tweede degradatieplaats was nog niet vergeven. De Kennemer Combinatie stond op de veilige achtste plaats met een voorsprong van één matchpunt en drie bordpunten op BSG, dat het onderlinge duel dus moest winnen.
 
De verwachtingen waren niet al te hooggespannen bij BSG, want op papier was de Kennemer Combinatie, een team met vooral jeugdspelers, sterker. Ook was het geloof bij BSG in een stunt weggeëbd na een teleurstellende reeks wedstrijden, met als dieptepunt de afgang tegen Apeldoorn. BSG had al maanden niet meer gewonnen. Dat was vorig jaar, toen BSG zich in de slotronde miraculeus handhaafde, wel anders.
 
Gelukkig roept een slotronde altijd merkwaardige krachten op. De druk en de spanning waren goed voelbaar. Zou het ervarener team van BSG daar beter mee om kunnen gaan? We zouden het wel gaan zien. Sterker nog: de hele wereld kon van de partijen meegenieten. De druk lag in ieder geval bij de Kennemer Combinatie, dat de aanval op hun veilige achtste plaats moest zien af te weren. Dat leek aanvankelijk ook goed te lukken: aan het tweede bord kwam Robert Ris David Klein tegen. Robert was dit seizoen de constante factor van het team met zijn indrukwekkende reeks remises en dus lag een snelle puntendeling in lijn der verwachting. Hij kwam echter op het idee de stelling open te gooien en daarbij ook nog de f-lijn te openen voor wit. Opeens stond zijn f-pion twee keer gepend en dat kostte materiaal. Niet veel later ging Frank Erwich het schip in tegen Quinten Ducarmon. De verliezer merkte enigszins schuldbewust op dat hij wat te veel met zijn IM-norm bezig was, die door drie opeenvolgende nederlagen alsnog aan zijn neus voorbijging. BSG stond in ieder geval met 2-0 achter.
 
Gelukkig keerde het tij door een harde prakpartij van Ton van der Heijden. De jarige job had in Daan in 't Veld, de bedwinger van de grote Nigel Short, een heerlijke tegenstander gevonden. Nadat hij de h-lijn had geopend, kwamen zijn stukken dominant in het centrum te staan. Het leverde grof materiaal op, waarna de zwartspeler nog onbegrijpelijk lang doorspeelde.
De stand werd weer in evenwicht gebracht door Alexander van Beek, die tegen Richard Duijn bijna een modelpartij speelde. De zwartspeler ruïneerde zijn pionnenstructuur en had daar de rest van de partij last van. Alexander kreeg enorm veel druk op de zwarte stelling, miste de directe knock-out, maar sloeg in hevige tijdnood onverbiddelijk toe. Het stond weer gelijk: 2-2.
 
Ondergetekende zette BSG op de broodnodige voorsprong door Miguoel Admiraal (zijn voornaam wordt volgens mij als "Mikwol" uitgesproken) te verslaan. De witspeler offerde in het middenspel tijdelijk een pion voor aanvalskansen. In tijdnood koos hij echter niet de kansrijkste voortzetting, waardoor zijn offensief vastliep, terwijl zwarts pionnen onweerstaanbaar oprukten. BSG stond ineens met 3-2 voor en dus leek een stunt in de maak.
 
Grote Beer kwam ondertussen tegen Christov Kleijn niet verder dan een herhaling van zetten, nadat hij de hele partij een klein plusje had gehad. BSG had dus nog twee bordpunten nodig uit de resterende vier partijen en de spanning liep op.
 
Aan het eerste bord speelde Ewood, de andere jarige job. Hij kreeg, tot afgrijzen van de spelers van de Kennemer Combinatie, een mooi verjaardagscadeau van Pieter Roggeveen. Na een weinig samenhangend gespeelde partij besloot hij in tijdnood maar een stuk te offeren. De zwartspeler miste de juiste verdediging, offerde een kwaliteit terug en werd kansloos opgevouwen.
Helaas verloor Large van Robin Oscar van Kampen in een eindspel met ongelijke lopers en een pluspion (!). De witte stukken waren echter veel actiever. De juiste verdediging werd niet gevonden, waardoor wit ineens een kwaliteit en de partij won. De stand was nu 4½-3½ en BSG had dus nog één bordpunt nodig.
 
Er waren nog twee partijen bezig en die zagen er wel goed uit: FM Henk stond de zowat hele partij een stuk voor tegen Rob Duijn en probeerde dat voordeel in het eindspel te verzilveren. Verder stond Tea Lanchava in ieder geval niet minder tegen Lennart Dek. Dat het toch weer een dubbeltje op zijn kant werd, bleek toen Tea te ver ging en wits c-pion vrij baan gaf. Ze bereikte een toreneindspel met een pion minder, waarin de prognoses met de zet somberder werden.
Dus lag het lot van BSG in handen van Henk, die zijn tegenstander in de houdgreep had en de duimschroeven steeds verder aandraaide. Pas toen de klok de laatste seconde had weggetikt van de witspeler, stak deze zijn hand uit. BSG had zich gehandhaafd! Het was een geweldig gevoel. Meteen daarna gaf Tea zich over, zodat de match als een 5½-4½-overwinning voor BSG in de geschiedenisboeken zou verdwijnen.
 
Na afloop was er nog een prijsuitreiking met een eindeloos leuterverhaal van de Bunschotense burgervader. Voor BSG ging het feest verder in Bussum, met een waar feestmaal in de plaatselijke Italiaan. Het was een dag om nooit meer te vergeten, met als klapstuk Robert Ris die een Harlem Shake opvoerde in het naastliggende café. BSG zal volgend seizoen voor het derde opeenvolgende jaar in de meesterklasse spelen. Landskampioen En Passant kan zijn borst alvast natmaken.
 
Kennemer Combinatie (2345) - BSG (2333) 4½-5½
1. P Roggeveen (2252) - E de Groote (2358) 0-1
2. D Klein m (2447) - R Ris m (2403) 1-0
3. C Kleijn m (2438) - A Berelowitsch g (2547) ½-½
4. R van Kampen g (2586) - L Ootes (2350) 1-0
5. Q Ducarmon f (2416) - F Erwich f (2365) 1-0
6. M Admiraal f (2332) - J de Groote (2158) 0-1
7. Ri Duijn f (2239) - A van Beek m (2315) 0-1
8. L Dek (2250) - T Lanchava m (2304) 1-0
9. D in 't Veld (2222) - T van der Heijden (2292) 0-1
10. Ro Duijn (2269) - H van der Poel f (2236) 0-1

14-04-2013

Alonso revancheert zich

Chinese slijtageslag

Drie weken lang hield de afloop van de Grand Prix van Maleisië de gemoederen bezig. Ging Fattle aanvankelijk nog door het stof voor zijn ongehoorzaamheid, in de week voor de race bleek dat hij er eigenlijk heel anders over dacht. En dus sleepte het interne conflict bij Red Bull zich voort. Tijdens het raceweekend in China eisten de banden een hoofdrol op: de slijtage was enorm en de coureurs klaagden er steen en been over.

Kwalificatie
De kwalificatie stond in het teken de banden. Welke afwegingen moesten er gemaakt worden? Banden sparen voor de race, of toch maar even een goede kwalificatietijd rijden? En op welke banden de race starten? Want al gauw bleek dat de zachte band weliswaar erg snel was, maar ook in een krankzinnig tempo sleet. Kon je dan niet beter op de hardere band van start gaan?

In ieder geval maken de Mercedes' in de kwalificatie een goede indruk: de grijze bolides zitten er in elke sessie goed bij. Dit in tegenstelling tot Red Bull. Fattle is niet bepaald snel en Webber valt in de tweede sessie stil door een benzinetekort. Dat was niet bepaald handig. Voor straf werd de Australiër naar de staart van de grid verbannen, waarna Red Bull de auto onder handen nam, zodat Webber vanuit de race vanuit de pitstraat moest aanvangen.

In de beslissende derde sessie blijft het lange tijd stil. De teams wachten op elkaar. Wie gaat een tijd neerzetten en wie blijft binnen? Voor die laatste optie kiezen Fattle en Hülkenberg, terwijl Button een erg traag rondje rijdt om voor de twee Duitsers te mogen starten. Gemotiveerder is Luis, die een foutloze ronde rijdt en zijn eerste pole voor Mercedes pakt. Teamgenoot Rosberg kan dat niet evenaren: hij maakt een foutje in de laatste bocht en is slechts vierde. Geen eerste startrij dus voor Mercedes, zoals vorig jaar. Die plek is gereserveerd voor Räikkönen, die de hele tijd verstoppertje had gespeeld, om uit het niets de tweede tijd te rijden. Alonso is voor het eerst dit jaar sneller dan Massa met een derde tijd. Zijn Braziliaanse teammaatje stond vijfde, voor Grosjean en een verrassend snelle Ricciardo.

Race
Het was de vraag of een goede startplaats in de race veel waarde had, want met de te verwachten slijtageslag had je meer aan een auto die zuinig met de banden omgaat. Interessant was dan ook dat Button, Fattle en Hülkenberg op de hardere band startten, net als DRS'ta, Perez, Vergne en Bottas. Wanneer de koplopers problemen zouden krijgen met de zachte band, konden zij mooi oprukken. Maar: ze moesten zelf ook nog een aantal ronden op die dropbanden rijden en dat kon ze later in de race weer opbreken, zoals Subtiel in de openingsrace ondervond.

Bij de start is Luis in ieder geval snel weg, in tegenstelling tot Räikkönen, die de Ferrari's meteen ziet passeren. Achterin werkt Webber zich langs de tragere deelnemers, om vervolgens al na een ronde zijn banden te laten verwisselen. Zodoende was hij uit het "verkeer" en kon hij op nieuwe banden razendsnelle rondetijden neerzetten.

In de middenmoot vinden de nodige gevechten plaats. Eerst drukt Subtiel teamgenootje DRS'ta hardhandig van de baan. De Schot kruipt, net als voor de race, toen een benzinelek werd ontdekt, door het oog van de naald. Even later is de andere Force India het haasje: Gutiérrez verremt zich volledig en klapt bovenop Subtiel, die niet meer kan doen dan een kreupele wagen bij zijn team afleveren.

Ondertussen krijgt koploper Luis al na enkele ronden serieuze bandenproblemen. De Ferrari's rekenen hem in, waarna de steeds verder terugvallende Mercedes' zich direct in de pits melden voor nieuwe banden. Daarmee is de eerste serie pitstops in volle gang. Waar Alonso en Räikkönen nog net voor Webber op de baan komen, vallen Massa en Grosjean aanmerkelijk verder terug doordat ze nog een ronde langer op versleten banden moeten rijden. Op dat moment rijdt Hülkenberg, die Fattle in de openingsfase brutaal passeerde, aan de leiding. Ze stoppen in dezelfde ronde, maar komen in omgekeerde volgorde weer uit de pits. Button gaat op dat moment aan de leiding.

Voor Webber beginnen de problemen dan. Hij tikt de reserve-Red Bull van Vergne aan en beschadigt zijn neus. Een reparatiestop doet alle eerder gedane arbeid weer teniet. Helemaal als hij erachter komt dat zijn rechter achterwiel niet goed gemonteerd is. Een bocht voor de pitingang loopt het wiel er alsnog af en is zijn rampweekend compleet.

Vooraan neemt Alonso de leiding over van Button. Als ze even later stoppen, is de leiding weer in handen van Fattle, met Hülkenberg nog steeds daar vlak achter. Alonso kan de twee echter vrij snel weer inrekenen en achter hem ontdoen Luis en Räikkönen zich van Button. Tot dat moment rijdt Hülkenberg een fantastische race, maar bij zijn tweede stop gaat het mis: hij krijgt de zachtere banden gemonteerd en kan daarmee geen vuist maken. Räikkönen slaat daarentegen zijn slag bij de pitstops: door een vroege stop gaat hij voorbij Luis. Dat is minder goed nieuws voor Mercedes, dat Rosberg opnieuw zag uitvallen.

Alonso rijdt vanaf dat moment onbedreigd aan kop. Hij hoeft de leiding alleen nog even af te staan aan Fattle na zijn laatste stop. Maar Fattle moet nog op de zachte banden rijden, net als Button en DRS'ta. De regerend wereldkampioen is echter verrassend snel en als een bezetene rijdt hij naar de enigszins gehavende Räikkönen (hij beschadigde zijn neus op Perez) en Luis toe. In de laatste vijf ronden van de race weet hij een gat van vijftien seconden dicht te rijden op Luis. In de laatste ronde moet de Brit flink op zijn tellen passen. De in de weg rijdende Caterham van Pic zorgt voor de nodige paniek, maar uiteindelijk haalt Luis het podium op zijn tandvlees.

Minder zorgen hoefde Alonso zich te maken. Hij won de race uiteindelijk nog vrij gemakkelijk en revancheerde zich daarmee voor zijn knullige uitvalbeurt in Maleisië. Räikkönen werd tweede en Luis derde, waardoor de top drie van de kwalificatie in omgekeerde volgorde op het podium stond. Button werd op grote afstand vijfde met maar twee (!) bandenwissels. Massa kwam niet verder dan een zesde plek, voor een zeer sterk rijdende Ricciardo. DRS'ta en een onzichtbare Grosjean eindigen nog voor de teleurgestelde Hülkenberg, die nog wel het laatste puntje pakt. Van der Guard eindigde ongeveer waar hij begon: zowel in de kwalificatie als in de race was hij laatste.

Zo eindigde de slijtageslag in China met een nieuwe winnaar. De drie Grand Prix-winnaars staan op dit moment ook bovenaan in het WK, met Fattle als koploper, op de voet gevolgd door Räikkönen en Alonso. Ondertussen doet Luis ook heel behoorlijk mee met een vierde plaats. Toch kwam hij ook nu weer tekort in de race. Maar wie weet wordt hij volgende week, in Bahrein, wel de vierde winnaar van het seizoen.

07-04-2013

Slechter kan bijna niet

BSG in tweede helft verpletterd door Accres Apeldoorn

Hoewel het competitieseizoen 2012-2013 niet geheel volgens plan verloopt voor het eerste team van BSG, maken de spelers zich al maanden wijs dat er nog niks verloren is: als de slotwedstrijd tegen de Kennemer Combinatie maar gewonnen wordt! Toch was er voorafgaand aan de wedstrijd tegen het sterke team van Apeldoorn reden voor optimisme: door de vooruitgespeelde partijen van Robert Ris en Grote Beer begon BSG met een 1-1-tussenstand aan het duel. En hadden we vorig jaar niet gelijkgespeeld? Het geloof in een stuntje werd steeds groter, maar op de grote dag werden de beloftes niet waargemaakt: BSG verloor dik. Heel dik.
 
Het was een mooie dag, de zaterdag van de achtste ronde van de KNSB-competitie. Een vrolijk voorjaarszonnetje lachte ons vrolijk toe op weg naar Apeldoorn. Maar schijn bedriegt. Eenmaal aangekomen in de speciaalonderwijsmiddelbareschool De Ambelt ging het alleen nog maar om het schaken. In het troosteloze decor van bekladde muren speelden de hoogste drie teams van de thuisploeg hun wedstrijden. In de tot schaakarena gepromoveerde zitkuil was het overdreven geproest en gekuch niet van de lucht: kennelijk is er toch iets waar van die alsmaar aanhoudende griepepidemie.
 
Goed, over naar het schaken. Van het wedstrijdverslag valt niet veel meer te maken dan een opsomming van "die verloor en die verloor en ook die verloor", vooral ook omdat ik de partijen nog steeds niet in bezit heb. De meeste partij-informatie heb ik dan ook van horen zeggen - u weet hoe gekleurd die verhalen kunnen zijn.
 
BSG trad aan met een invaller: Ton van der Heijden was verhinderd, dus had BSG clubkampioen Theo Slisser uit de hoge hoed getoverd. Apeldoorn speelde zonder Artour (niet Arthur) Joussoupof, maar wel met alle andere kanonnen, waarvan Zaragatski en Siebrecht al vooruit hadden gespeeld. Wel had de thuisploeg wat met de opstelling gehusseld, wat ertoe leidde dat de laagsteratinghouders aan Apeldoornse zijde, Nico Zwirs en Arthur van de Oudeweetering, zich aan bord vier en vijf terugvonden.
 
Aan het hoogste (derde) bord trof Frank Erwich Roelieboelie. Hij was aan een hoog bord gezet om voldoende titelhouders tegen zich te krijgen om een IM-norm te scoren. Helaas raakte het zicht op die norm door een ongelukkige nederlaag vertroebeld. Vooral zuur, omdat hij de hele partij voordeel dacht te hebben, om vervolgens een zet in de vooruitberekeningen te missen, waardoor het stellingsbeeld in een keer omsloeg. Daardoor zakte zijn TPR tot onder de 2450 en zal hij in de slotronde flink aan de bak moeten voor zijn norm. Ondertussen is Roeland met een score van 7½ uit 8 en een TPR van bijna 2900 (!) aan een ongekend seizoen bezig.
 
Na drie ronden was Ewoods TPR ook bijna van dergelijke mythische proporties. Door een teleurstellende reeks net-nietpartijen raakten vervolgens alle normkansen uit zicht en dus speelde hij tegen Nico Zwirs alleen voor de eer en de ratingpunten. Helaas haalde dat niet het beste in hem naar boven, want nadat hij goed uit de opening was gekomen, ging het daarna via matige combinaties en onhandige praktische beslissingen van kwaad tot erger. Uiteindelijk verloor hij een slopend dame-eindspel nog en verzuchtte hij dat hij de hele partij niks zag, om vervolgens Ensjedde maar weer onveilig te maken.
 
Beter verging het Large tegen Arthur van de Oudeweetering. Had hij daar vorig jaar niet van verloren? Ja. Ik kneep hem dan ook een beetje. Voor de partij zat hij met Ewood te pochen over de ratingpunten die hij de laatste tijd had gewonnen - zo had hij er een paar in Delft verdiend. In ieder geval zette hij een goede stap om weer het beste BSG-beertje te worden, want hij nam sportieve revanche. Het zou de enige overwinning aan BSG-kant zijn.
 
Aan bord zes kwam FM Henk tot zijn schrik Maarten Solleveld tegen, net als anderhalf jaar geleden, toen de wiskundige grootmeester nog bij Rotterdam speelde. Henk besteedde veel tijd in de opening en dat brak hem naar eigen zeggen later weer op. Hij kreeg twee kansen om in ieder geval in de partij te blijven, maar toen hij die niet greep, werd hij alsnog naar een nederlaag gespeeld.
 
Zelf kwam ik Alexander Kabatianski tegen, een Duitse schaakmeester die wel wat weg heeft van een bekende Britse popmuzikant. Vreemd genoeg sprak hij amper een woord Engels... Ik had al snel het gevoel een sterke aanval te hebben, maar als een Houdini wist hij uit de omsingeling te ontsnappen. Thuis, met mijn eigen boeienkoning erbij, kon ik ook niet echt iets overtuigends vinden. Kennelijk was zwarts stelling beter dan ik dacht. Hoe dan ook, na wat aandringen moest ik in remise berusten. "That's just the way it is."
 
Naast me kon ik meekijken hoe Grote Alexander met het Berlijns probeerde remise te houden tegen Merijn van Delft. Die week al snel af en wist in een symmetrische stelling het zwarte loperpaar te veroveren. Daarmee was de kiem van Alexanders nederlaag al gelegd. Hij verzuimde nog ergens een pion te offeren voor tegenspel, waarna Merijn volgens de boekjes afwikkelde naar een gewonnen lopereindspel.
 
Het duo Theo en Tea kon geen potten breken. Invaller Theo Slisser stond goed tegen de licht kalende (?) Stefan Kuipers. Helaas bezette hij de voorpost op c7 met het verkeerde stuk, waarna hij snel van het bord werd gecounterd. Tea Lanchava maakte een fout in de opening en werd kansloos opgevouwen door Sjef Rijnaarts. Zodoende stokte de score voor BSG bij 1½ punt uit acht partijen, genoeg voor een dikke 7½-2½-nederlaag. Een wedstrijd om gauw te vergeten dus. Gelukkig verloor de Kennemer Combinatie uiteindelijk nog net van landskampioen En Passant, zodat BSG zich in de laatste ronde alsnog veilig kan spelen. Zoals FM Henk zei: "We hebben de punten gespaard voor de volgende keer." Inderdaad, want slechter dan dit kan bijna niet.
 
Apeldoorn (2421) - BSG (2311) 7½-2½
1. I Zaragatski m (2461) - R Ris m (2403) ½-½
2. S Siebrecht g (2499) - A Berelowitsch g (2547) ½-½
3. R Pruijssers g (2548) - F Erwich f (2365) 1-0
4. N Zwirs (2267) - E de Groote (2358) 1-0
5. A van de Oudeweetering m (2298) - L Ootes (2350) 0-1
6. M Solleveld g (2520) - H van der Poel f (2236) 1-0
7. A Kabatianski m (2429) - J de Groote (2158) ½-½
8. M van Delft m (2399) - A van Beek m (2315) 1-0
9. S Kuipers m (2430) - T Slisser (2069) 1-0
10. S Rijnaarts f (2354) - T Lanchava m (2304) 1-0